woensdag 26 december 2007

Kerst 2007



Zeker, het was opnieuw een kerstfeest-anders-dan-anders. Vorig jaar zonder onze vader, dit jaar ook zonder onze moeder. Geen traditionele kerstschotels van haar hand, geen hazenpeper waar ze zelf niet van at, zelfs geen stoofpeertjes. Geen lange sessies in de keuken bij de voorbereiding en het opruimen achteraf. Geen vader, die een fles rode Bordeaux opentrekt.

Wel vruchtenbowl uit de glazen schaal die we na jaren in hun oude berging teruggevonden hebben. En een paarse batiklap met goudkleurige pauwen als tafelkleed, die zij ooit op hun reis naar Indonesië meegenomen hebben, maar altijd in de kast hebben laten liggen.

We hebben de oude foto's van hun reizen bekeken naar alle uithoeken van de wereld: Vietnam en Indonesië, Zuid-Afrika, zo'n beetje het hele midden-oosten en Oost-Europa. Op één van die foto's zagen we het Indonesische werkplaatsje terug waar die batiklap vermoedelijk gemaakt is. Foto's van gelukkiger tijden, die de trieste beelden van de afgelopen twee jaar in mijn geheugen wat verdringen.

Kerst vieren is zoeken naar nieuwe tradities. En tegelijkertijd in sommige opzichten vasthouden aan de oude.

zaterdag 8 december 2007

Familiesoep

Ieder weekeinde kook ik soep. Meestal is het bouillonsoep, die ik op dezelfde manier maak als mijn moeder iedere zaterdagochtend heeft gedaan.

Blokjes rundvlees in de pan, wachten totdat het schuim boven komt drijven en dan met de schuimspaan de bruine laag eraf scheppen. En vooral altijd zorgen dat je de eerste minuten in de directe nabijheid van de pan blijft, want voor je het weet stulpt het schuim over de rand van de pan. Mijn moeder had na al die jaren zoveel ervaring dat het haar nauwelijks meer overkwam, maar ikzelf laat me nog regelmatig verrassen.

We zijn allemaal grote liefhebbers van deze soep, dus dat alleen al is reden om dit gezinsritueel tot in lengte van jaren voort te zetten. En nu heb ik ook nog de schuimspaan geërfd, háár schuimspaan, waarmee ze bijna veertig jaar lang bouillonsoep heeft gemaakt. Het ritueel verbindt ons als gezinsleden, maar trekt ook de lijn van onze familiegeschiedenis door. Hopelijk zorgt het bij onze kinderen voor net zulke warme jeugdherinneringen als die soep het voor mij heeft gedaan.

Groentebouillonsoep
  • 150 gram runderpoulet
  • 1, 5 liter water
  • 3 runderbouillonblokjes
  • 2 handjes vermicelli
  • 1 pakket soepgroente
Bereiding:
Zet het vlees op in koud water en breng het aan de kook. Als het begint te koken met de schuimspaan het schuim eraf scheppen. De bouillonblokjes toevoegen en 2 uur op een laag pitje laten koken. Vermicelli en soepgroente toevoegen en nog 10 minuten laten doorkoken.

CreativiTIJD


Medewerkers van Google mogen twintig procent van hun tijd besteden aan projecten die ze zelf interessant vinden. Daaruit zijn nieuwe producten ontstaan, zoals Google Earth en Google Desktop. Het geven van ''CreativiTIJD" vormt dus een heel zinvolle investering voor Google.

In een tijd waarin innovatie geboden is om te overleven in de mondiale economie, zouden ook andere organisaties zich moeten afvragen of het insnoeren van medewerkers via strakke targets of prikklokken nog wel zinvol zijn. Natuurlijk wordt er volop gebrainstormd in organisaties om strategieën uit te zetten, maar vaak alleen in de top. Maar om ideeën te genereren voor innovaties moet je niet alleen de talenten van kenniswerkers mobiliseren, maar àlle medewerkers. Op de productievloer ontstaan namelijk vaak de meest zinvolle ontdekkingen. Daarom dienen alle medewerkers de ruimte nemen en krijgen om creatief, productief en ondernemend te zijn.

Geef dus medewerkers de ruimte om zichzelf te ontwikkelen en de tijd te nemen voor ideeën. Plan standaard elke vergadering in om deze nieuwe ideeën te inventariseren. Hou een keer in de zes weken een brainstorm. Of werk net als Google met een Ideas mailing list, een bedrijfsbrede digitale ideeënbus, waar medewerkers alle soorten ideeën kwijt kunnen. Iedereen kan de ideeën van commentaar voorzien en er een score aangeven, zodat de beste ideeën boven komen drijven.

Wat zou je zo allemaal kunnen verzinnen? Een deurbel die op zonne-energie werkt, bijvoorbeeld. Of een kousenaantrekmachine voor een zelfstandig wonende oudere vrouw. Of verzilverde oordopjes van een MP3-speler die een sieraad vormen. Of....

dinsdag 4 december 2007

Trage decembermaand


In december worden we ons weer bewust dat de tijd vliegt. Alweer bijna een jaar voorbij, terwijl er deze maand nog zo enorm veel dingen gedaan moeten worden!


Hoog tijd voor een pas op de plaats. Vertragen in plaats van versnellen, nu het nog kan in dit jaar. Een langzame afsluiting van het jaar: thuis, op school, op het werk en op een feest. Onze minibrainstorm leverden de volgende ideetjes op voor sloom leven, zodat we er een Slowe Decembermaand van kunnen maken:

SLOW ETEN:
Slow food: seizoens- en streekproducten. Eten dat met aandacht gemaakt en opgegeten wordt. Draadjesvlees en Engelse Christmaspudding die al in oktober gemaakt moet worden. Sushi. Slakken. En als je lekker eten ook nog zonder stress weet klaar te maken...

SLOW DRINKEN:
Drankjes met een hoog percentage alcohol, zodat nippen geboden is. De laatste klodders uit een fles advocaat. Een theeceremonie.

SLOWE VRIJETIJDSBESTEDING
Vissen. Mediteren. Kijken naar een bewegend haardvuurtje op televisie. Ouderwetse spelletjes, zoals sjoelen, monopoly en risk. (Spelletjesfabrikant Jumbo ontwikkelt nu familiespellen die maximaal drie kwartier duren, omdat mensen geen zin meer hebben in een langdurig spel, staat vandaag te lezen in nrc next.)

SLOWE MUZIEK
Slepende soulmuziek. Slowen.

SLOW VERMAAK
Oude kinderboeken, zoals Pinkeltje. Televisieseries uit de jaren zeventig in de herhaling. Sportmomenten in slow motion.

SLOW WERKEN
Slow management

SLOW REIZEN
Voettochten maken, reizen per pipowagen, de stoptrein nemen in plaats van de sneltrein.

SLOWE KLEDIJ
Strakke rokken met hoge hakken waardoor je niet snel kunt lopen. Of juist een prinsessengewaad met sleep, waarbij je vanzelf overgaat tot een schrijdende tred.

SLOW CITAAT
"Goede ideeën hebben - net als boemeltreintjes - vaak vertraging."
- Giovanni Guareschi.

zondag 2 december 2007

Sinterklaas 2007

Twee zwarte pieten en de Saxofoonpiet

Sinterklaas anno 2007, deel 1.
Is Pakjesboot 12 wel op tijd terug of worden de cadeautjes misschien per vliegtuig terugbezorgd in Nederland? En haalt de Hoofdpiet nog wel zijn pietendiploma?
Ieder jaar zitten kinderen in grote spanning of pakjesavond wel doorgaat. Of de Sint je verlanglijstje ter harte genomen heeft, is op zichzelf al spannend. De scenarioschrijvers van het Sinterklaasjournaal van de NOS en twee commerciële zenders doen er graag flinke scheppen bovenop.
Aan de ouders de taak de ongerijmdheden tussen de verschillende scripts weer recht te breien en de kinderen van hun grootste zorgen te verlossen. We mogen uitleggen hoe Sinterklaas – getuige de verschillende televisieprogramma’s – in korte tijd bovenmenselijk veel verschillende avonturen beleeft. En dat de goede Sint inderdaad de wonderbaarlijke gave heeft om vrijwel op hetzelfde tijdstip te arriveren in de Scheveningse haven (real life) en Kampen (de tv-Sint) ….



Sinterklaas anno 2007, deel 2.

De voordeurbel gaat. Niels snelt naar de voordeur en is mij net voor. Daar ziet hij de postbode met een pakketje staan. Die mompelt iets over een bezorgformulier dat weggewaaid is. Hij moet even terug naar de auto voor een vel papier, zodat hij een nieuwe bezorgbon kan maken.
Op het vel papier laat de postbode mij zijn boodschap lezen: “Ik heb nog een pakketje van playmobil.”
Zodra Niels weer teruggelopen is naar de huiskamer, haalt de postbode achter de heg van de voortuin het tweede pakketje te voorschijn, waarop in koeienletters de merknaam geschreven is. Waar zijn de tijden gebleven dat je per post een discreet pakketje kon bestellen?
De meedenkende postbode foetert nog na. “Overal waar ik kom, doen kinderen de deur open. Ik word er gek van!”

Sinterklaas anno 2007, deel 3
Zelfs sinterklaasrust is te koop.

zondag 25 november 2007

De kleine eikenboom



Het parkje waar mijn ouders vanaf hun appartement op uit keken, vervulde een hoogwaardige ecologische schakelrol en zou een groene bestemming houden, had de gemeente beloofd. Totdat er een projectontwikkelaar langs kwam, die de gemeente beloofde stadsvilla's te bouwen van uitmuntende kwaliteit. Op de website staat het zo geformuleerd: "De villa's verenigen luxe en privacy met een adembenemend uitzicht over het park aan het water. Het panorama op het park vormt een landschappelijk schilderij dat zich continue blijft vernieuwen."

Het plan voor de massieve blokken met zwarte gevels stuitte op veel verzet van de omwonenden, maar ging toch door. Het bouwbedrijf noemt het project 'de Parels', de tegenstanders noemen het de plaatselijke 'Zwarte Madonna'.

Nu het appartement van mijn ouders verkocht wordt en de villa's vorm krijgen, hebben wij als kinderen en kleinkinderen een kleine daad van verzet gepleegd. In het resterende strookje park achter de blokkendozen hebben we vandaag een klein eikje geplant. Via een smalle doorkijk kun je het boompje - als hij straks groot is - precies zien vanuit het raam van hun voormalige woning. Onze eigen bijdrage aan het 'voortdurend vernieuwende landschappelijke schilderij'.

Dat we een eikje hebben uitverkoren, is eigenlijk puur toeval. Het boompje is voortgekomen uit één van de vele eikeltjes die onze kinderen tijdens de herfst verzameld hebben en die ontkiemd is in onze achtertuin. Maar het komt wel mooi uit. Onze oma heette Van Eyck. Bovendien is een eik met zijn bijna onverwoestbare hout het symbool van onvergankelijkheid en eeuwig leven. Vroeger werden aan de voet van de eik doden begraven. Zoals de eiken veel langer doorleefden dan de mensen, zo wilde men dat de voorouders ook doorleefden.

Het piepkleine boompje is daarom bovenal een mooie levende herinnering aan onze beide overleden ouders, die op deze plek hun sporen nagelaten hebben. Zo blijven wij geworteld in dit dorp, waar wij zelf niet meer wonen. En laat dit dorp ooit nationale bekendheid verworven hebben vanwege zijn productie van massieve eikenhouten meubelen....

zaterdag 24 november 2007

Ecovriendelijk

Net heb ik rondgesnuffeld op de site van Biologisch Goed, waarbij je online biologische producten kunt bestellen. Die worden eens per week thuisbezorgd en in je afwezigheid desnoods gewoon in een kratje bij de deur gezet. Een mooi initiatief, dat mijn laatste aarzelingen uit de weg ruimt om iedere dag verantwoord geteelde etenswaren te gebruiken, denk ik al surfend. Maar als ik de foto's van de kerstpakketen op deze site zie, dan zakt de moed mij toch weer in de schoenen. Een stel onappetijtelijke potjes en een droevige zak Italiaanse penne, daar word ik niet kerstblij van.

Maar waarom doormodderen met vreugdeloze bioproducten, als je veel drastischer ecovriendelijk kunt worden! Door bijvoorbeeld producten te ontwerpen met volledig herbruikbare en veilige grondstoffen. Zo kan de spiraal van uitputting en vervuiling definitief doorbroken worden!

Het idee heet Cradle to cradle (oftewel 'van wieg tot wieg') en is bedacht door Michael Braungart en William McDonough. Als de tweede industriële revolutie schijnt hun filosofie aardig wat weerklank te krijgen, ook in de industriële wereld. Daarbij gaat het niet om probleembestrijding, maar om het denken in oplossingen. Dat de groeiende berg afval in steeds efficiëntere afvalovens verbrand wordt is mooi, maar voorkomen dat er zoveel afval ontstaat is nog veel mooier. Braungart bedacht volledig biologisch afbreekbare verpakkingen voor Ola-ijsjes, waarin ook nog eens zaadjes voor zeldzame plantjes zaten. Weggooien wordt leuk!

Of het echt werkt? Ik ga het graag zien in de documentaire, die de VPRO in het programma Tegenlicht komende maandag uitzendt over Nederlandse initiatieven op het gebied van Cradle to cradle. Alleen al door erover na te denken, voeg ik me in de duurzame massa, heb ik begrepen. Door dit soort voornemens mag ik mij een heuse cultural creative noemen.

dinsdag 20 november 2007

Trends spotten volgens Bakas

Bij het voorspellen van trends is het voldoende dat je om je heen kijkt en nieuwe combinaties legt, zegt trendwatcher Adjiedj Bakas, schrijver van onder meer het boek De toekomst van God. Zo combineerde hij een onderzoek naar spiritualiteit met de gestegen verkoop van waxinelichtjes en voorspelde dat religie belangrijker zou worden.

Is het echt zo eenvoudig? Hoe weet je welke trend er bedacht is door verkopers/marketeers en welke trend voortkomt uit wat groepen mensen ineens zelf willen? Met andere woorden: welke trend is commercieel ingestoken en wat is een waarachtige weerspiegeling van de tijdgeest?

Volgens mij lopen beide elementen sterk in elkaar over. Trendwatchers nemen alles wat ze zien en horen als een spons in zich op. Vervolgens denken ze erop door: wat zit er achter deze veranderingen en waar komen ze vandaan? En wat betekent dat voor de producten die op de markt komen én op de manier waarop ze moeten worden aangeboden?

Op deze manier destilleren zij bijvoorbeeld welke kleuren we volgend jaar in ons interieur willen terugzien. Verffabrikanten, bloemenbureaus en interieurstylisten sturen hiervan kleurenstalen en voorbeeldfoto’s naar de woonbladen. De redactie maakt daarna fotoreportages over interieurs, waar lezers zich weer door laten inspireren. Dus wie aapt nou wie na?

Ik doe zelf graag mee met trends spotten. Ik slurp dus ijverig allerhande informatie op. Ik maak optelsommen van wat ik signaleer, ik puzzel en combineer. Aanknopingspunten genoeg. Zo zie ik ineens enorm veel verbouwingen en renovaties. Plotseling blijkt het hip te zijn om geen nepperig Senseo-apparaat te gebruiken, maar een alledaags filterkoffie-apparaat. Hockey-kinderen heten niet meer alleen Olivier en Anne-Fleur, maar ook steeds vaker Danny en Sabrina.

Toch komt er steeds een moment dat ik vastloop. Zo zag mijn scherpe oog een zwartepietenpop als buitenversiering in een tuintje staan. Is dit de opvolger van de tuinkabouters, heksen en pompoenen op het tuinbankje? Past deze pop in de trend van nostalgie en versierdrang? Is er misschien een trend tot Verpieting? Of is het vooral een handige zet van de detailhandel, die bij het vallen van de eerste herfstbladeren speciale sinterklaasslingers en andere Sint & Piet-versierselen in de winkelschappen legt?

Verder lezen:
  1. Tips hoe je trends moet spotten
  2. Goede ideeën hoef je niet te bedenken




Mis het volgende artikel over ideeën niet

Sigrid van Iersel is zelfstandig journalist en schrijver van non-fictieboeken. Ze is mede-auteur van het boek Lenig Denken over creatieve denktechnieken en het boek Toverballen voor het brein over het gebruik van verhalen in informatieve teksten.
Gemakkelijk op de hoogte blijven van deze artikelen? Vul dan hier je e-mailadres in en ontvang automatisch een mail bij de publicatie van ieder nieuw artikel.

Leer lenig denken

Ideeën nodig om je creatieve denkvermogen op te rekken? In het boek Lenig denken, technieken voor creatieve denkkracht lees je een groot aantal ideeën en oefeningen, die je op je werk en in je privéleven van pas komen. Bestel het boek Lenig Denken direct bij Managementboek.

Share/Save/Bookmark

maandag 19 november 2007

De noodknop - bureaucratie in de thuiszorg

Bovenop de kast in mijn moeders appartement staat een alarmeringstelefoon. Het apparaat staat nog steeds in de doos, waarin hij begin van dit jaar werd afgeleverd.

Vlak daarna werd zij zo ziek, dat ze opgenomen werd in het hospice.
Tegen die tijd voelde ze zich in haar eigen woning zo machteloos en onveilig, dat een technische voorziening daar geen enkele verandering meer in kon brengen.
De alarmeringstelefoon werd geleverd door de thuiszorgorganisatie, die ons bij het kennismakingsgesprek servicegerichtheid, alertheid en kleinschaligheid beloofde. Wie op de noodknop drukte, kreeg directe verbinding met het dienstdoende crisisteam. Deze hulpverleners kunnen een gevallen persoon weer op de been te helpen of andere noodzakelijke zorg te geven aan hulpbehoevende mensen, die zelfstandig thuis wonen.

We gingen met deze thuiszorgorganisatie in zee, omdat de ‘gewone’ thuiszorg niet erg klantvriendelijk opereerde. Telkens stapte er een nieuwe verzorgster het appartement binnen om haar de dagelijkse zorg te geven. Voortdurend vreemde gezichten, telkens weer uitleggen waar de spullen staan en hoe ze geholpen wilde worden. Het werden er zo veel dat ze in haar dagelijkse overlevingsstrijd de stress rond de vraag 'wie staat er nu weer voor de deur' niet meer aan kon.

De nieuwe club beloofde met een klein vast team te werken, zodat mijn moeder zich vertrouwder zou voelen. Niet een hele rij van verzorgers, maar mensen die zowel persoonlijke verzorging als verpleging deden. De alarmtelefoon zou binnen 14 dagen geleverd worden. Zo wisten wij zeker dat mama in goede handen was, want de noodknop had zij altijd binnen handbereik.

De levering liet vijfenhalve maand op zich wachten. In die periode hebben 31 verschillende thuishulpen hun dagelijkse verslag geschreven in het zorgdossier. Drie keer kwamen de verzorgsters helemaal niet opdagen.

Nu hebben we de noodknop niet meer nodig. Vorige week heb ik de thuiszorgorganisatie laten weten dat mijn moeder overleden is en dat we van het ongebruikte apparaat af willen. Het beloofde telefoontje met meer informatie hierover blijft uit. Ook op mijn e-mail wordt niet gereageerd.

Niet verwonderlijk natuurlijk. Het zou pas vreemd zijn als ze nu wél snel in actie zouden komen.

donderdag 15 november 2007

Lokaaleters

Om darmkanker te voorkomen, mogen we niet meer dan "500 gram" rood vlees per week eten. Twee keer per week dient er vis op tafel te komen voor de benodigde goede vetten (maar dan wel vissen die door Greenpeace en het Wereld Natuur Fonds goedgekeurd zijn).

En we moeten voldoende kleurrijke groente en fruit naar binnen werken, bij voorkeur van biologische afkomst. Over suikers, onverzadigde vetten, ongewenste chemische toevoegingen hebben we dan nog niet eens gesproken. Pfffff, zo wordt de juiste menukeuze een heel puzzelwerk.

Wat de locavoren - in de VS recent uitgeroepen tot woord van het jaar - betreft, komt daar nog een eis bij: het voedsel moet uit de directe omgeving komen. Locavoren vormen in Amerika een beweging van bewuste consumenten, die alleen voedsel eten dat binnen een straal van 100 mijl van hun woning geteeld en geproduceerd is.

Gemiddeld legt een voedingsmiddel 1500 mijl af voordat het op je bord belandt. Garnalen schijnen zelfs 4500 kilometer af te leggen tussen Nederland en Marokko en terug om gepeld te worden. Die transportgekte kost enorm veel vervuiling, uitstoot van broeikassen, etcetera. Door weer te eten wat er in je directe omgeving geteeld wordt, hopen ze daar wat aan te doen.

Het schijnen hele blije mensen te zijn, die locavoren. Ze genieten van het bezoeken van boerenmarkten, het zelf kweken van groenten en kruiden, de herontdekking van de seizoenen en het gezonde gevoel. In totaal zijn er wel dertien redenen om gelukkig te worden van een lokaal dieet!

Waarschijnlijk worden ze ook heel blij van bedenken van creatieve gerechten met louter lokale ingrediënten. Dat moet ook wel, want voor de fundi's onder de locavoren was het zeker in de begintijd behoorlijk doorbijten. De pioniers aten voornamelijk aardappelen. Binnen 100 mijl was geen graan te vinden, dus verschenen er ook geen brood, pastagerechten en cornflakes op hun menu. Koffie, thee, chocolade en veel specerijen konden zij helemaal op hun buik schrijven.

Hoeveel lol heb je nog in eten als je jezelf zoveel beperkingen oplegt? Of wordt de lol groter naarmate je je meer uitgedaagd voelt?

maandag 12 november 2007

De ultieme appeltaart


Soms loop je rond met een idee dat je nooit uitvoert vanwege regels en praktische bezwaren: appeltaarten testen.

Al enkele jaren koester ik een geheim plan voor de Grote Appeltaartentest. Als een Michelininspecteur ga ik in Grand Café's, restaurants en eetcafé's taarten testen op kaneelgehalte, rinzigheid, versheid, kruimeligheid en nasmaak. Heimelijk schrijf ik het hele formuliertje vol met aantekeningen over de kwaliteit van de gebruikte appels, noten en rozijnen. Bakkers en keukenchefs zullen rillen wanneer ik langs ben geweest, terwijl de bediening net een slechte dag had. Restauranthouders sidderen wanneer eindelijk bekend gemaakt wordt wie de beste appeltaart van Nederland weet te bakken.

Het belangrijkste bezwaar dat ik dit grootse plan nooit tot uitvoering zal brengen ligt natuurlijk voor de hand. Het idee strookt niet met mijn andere plan om mijn gewicht op peil te houden. En als ik nog een aanvullend plan moet bedenken om de extra calorieën er weer af te krijgen, wordt de test wel erg bewerkelijk.

Natuurlijk heb ik wel nagedacht over uitwegen. Om er achter te komen of een Tarte Tatin lekkerder is dan een appelkruimelvlaai kan ik thuis diverse soorten taarten bakken. Maar thuis heb ik helaas te weinig mee-eters. Dat ligt niet aan de taart - appeltaart is favoriet - maar aan de concurrentie met soepen, ovenschotels en salades. Die zijn ook lekker. Meestal is er bij de gezinsleden na de avondmaaltijd te weinig maagruimte over, waardoor het risico blijft bestaan dat ik de taart grotendeels alleen opsmikkel.

Maar ik heb er toch iets op gevonden: virtueel appeltaart eten. Blogster Saskia is net zo'n appeltaartenfan als ik. Op haar website kan ik eindeloos surfen langs Torta di mele, Caramelappeltaart of Appel-pecanmuffins. Geweldig!

Trouwens, de Haagse kok Pierre Wind blijkt ook aan appeltaarttesten te doen. De allerlekkerste appeltaart heeft hij gevonden in het eetcafé van de boekhandel, dat vlak bij ons om de hoek ligt. Daar ga ik toch eens heen voor een persoonlijke test...

Verder lezen:

zondag 11 november 2007

Ruimte maken

De vuilnisman hebben we dit jaar getrakteerd op tientallen extra zakken afval, we zijn geregelde bezoekers geworden van het afvaldepot van de gemeente en we hebben grote hoeveelheden oud papier het huis uit gesleept. De kinderen hebben dozen vol klein spul verkocht op Koninginnedag. Ik heb zelfs dik vijftig boeken – toch een deel van mijn intellectueel erfgoedje – weggewerkt. En nog is het Grote Opruimjaar 2007 niet ten einde.

Gisteren stelden de kinderen voor om de vliering onder handen te nemen. Voor hen een opwindend tijdverdrijf, voor ons opnieuw moeilijke beslissingen nemen. De kapotte spullen zijn al eerder de deur uit gedaan, op de vliering staan nu alleen nog Voor Het Geval Dat Spullen. Stel dat er twee families blijven logeren. Stel dat ik ineens weer een naaiwerk onder handen neem. Stel dat we nog een likje terracottakleurige verf nodig hebben. Stel dat… Maar al die spullen vormen bij elkaar toch nog een indrukwekkende verzameling.

Kennelijk lukt opruimen alleen stapsgewijs. Voor de start van de verbouwing hebben we de eerste stap gemaakt: alles wat we drie maanden konden missen, is opgeborgen. De rest hebben we weggegooid of elders een nieuw leven gegeven. Bij het inruimen van de nieuwe keuken en badkamer bleken we opnieuw diverse spullen best te kunnen missen. Als je voorwerpen drie maanden niet nodig hebt gehad, waarom nu dan wel?

Het afscheid nemen van persoonlijke dingen is natuurlijk het moeilijkst. Oude agenda’s bijvoorbeeld. Geen idee of deze dingen ooit nog een praktisch nut hebben – wat zou ik na willen zoeken uit 1997? – maar je weet het nooit. Opruimen is loslaten. Of toch maar liever niet.

We zouden al deze spullen natuurlijk ook gerust op de vliering kunnen laten staan. Veilig uit het zicht, in het dagelijkse leven vormt de troep geen enkele ballast. Maar opruimen heeft ook te maken met ruimte creëren. Met orde scheppen en het leven weer op orde krijgen. Daar hebben we kennelijk nu veel behoefte aan. Een nieuw begin in een opgeruimd huis.

Echt leeg zal ons huis trouwens niet worden. Want als we zelf de overbodige spullen weggewerkt hebben, dient de volgende lading zich aan om een plaats te krijgen in ons huis. Uit het appartement van onze ouders komen namelijk ook heel wat spullen vrij, waarvan we (nog) geen afstand kunnen doen. De oude bril van papa. Haar make-up tasje. Een onderzetter van touw, die ze dertig jaar geleden in grote serie gehaakt heeft. Houten eierdopjes uit hun huwelijksuitzet.

Opruimen is vooral verplaatsen.

donderdag 8 november 2007

Happy Diwali


De donkerste tijd van het jaar, dus het seizoen van de lichtjesfeesten. Binnenkort is het Sint Maarten, volgende maand volgt het kerstfeest. Maar morgen is het ook Diwali, de Hindoestaanse variant van het lichtfeest.

Het is een echt familiefeest, dat in India wordt gevierd met gelukswensen, bloemenversieringen, lekker eten en kadootjes. Maar bovenal met brandende kaarsjes, die in het hele huis worden neergezet. In ieder vertrek komt een lichtje ter ere van de geluksgodin Lakshmi. Ook worden ramen en deuren open gezet om Lakshmi - en daarmee voorspoed, hoop en succes - welkom te heten.

Dat laatste gebruik lijkt me minder handig met het stormweer van nu, maar wat de rest betreft stel ik voor Diwali op te nemen in de rij Nederlandse feesten. Van feesten waarbij je de overwinning van het licht op de duisternis viert en het geluk verwelkomt, daarvan kunnen we er nooit genoeg hebben!

Herinnerdingen











Elk afscheid betekent de geboorte van een herinnering - Salvador Dali


Wat zijn er veel herinnerdingen. Haar dagcrème die ik nu op mijn gezicht smeer. Maar ook de posters die het Astmafonds in de abri’s heeft opgehangen om mensen te waarschuwen voor COPD. “Toen snakte ik naar een sigaret, nu hap ik naar adem”, luidt een van de confronterende teksten.

Pas nu realiseer ik me hoe vaak ik in mijn gedachten bezig was met mijn moeder. Ik zat vaak te bedenken wat ik voor haar kon regelen of meenemen om haar leven te veraangenamen. Ze was blij te maken met fruit, chocolaatjes en tekeningen. Ook genoot ze van een salade of zelfgemaakte bouillonsoep. In de loop van de week verzamelde ik een hele tas spullen voor haar. Het mooie was dat ze veel mensen om zich heen had die wisten waarvan ze hield en dat steevast voor haar meebrachten, zoals paling en progressgebak. En bossen bloemen natuurlijk, als er maar geen dahlia's in het boeket zaten. Dat zijn nu ook allemaal herinnerdingen.

Ook bedenken we wat voor dingen van onze beide ouders we willen meenemen om een nieuw plaatsje te geven in ons eigen huis. Straks staan wellicht meubels en schilderijen uit hun appartement in onze woonkamer. Dierbare stukjes 'thuis' die ons laten merken dat ze er niet meer zijn, maar die er ook voor zorgen dat ze op die manier weer heel dichtbij zijn.

vrijdag 26 oktober 2007

Umbrië I: Terug naar Assisi

















Negentien jaar geleden beklommen Willem en ik in verzengende hitte de trapjes in Assisi. Nu zijn we terug met onze twee kinderen. Een geheel nieuwe ervaring.


Nu komt de regen met bakken naar beneden. Gelukkig kunnen we direct parkeren op het parkeerterrein dat pal aan de stadspoorten grenst, want op deze grijze dag laten veel toeristen het stadje voor wat het is.

We sprinten naar de Sint Franciscuskerk: daar is het in ieder geval droog. Op het voorplein is een overdekte galerij, die nu geweldige diensten verleent. In de benedenkerk is het donker, maar als onze ogen gewend zijn, zien we overal overweldigende schilderijen. Tussen de vele borden met het dringende Silencio! ontwaart Jasper het bord dat de weg wijst naar de graftombe van Franciscus. De tocht onder de nog duistere gewelven maakt indruk.

De bovenkerk heet volgens de reisgids een oase van licht te zijn, maar daar is vandaag niet veel van te merken. We bekijken de 28 schilderijen, toegeschreven aan Giotto, die het leven van Franciscus uitbeelden. De kinderen willen precies weten wat ieder schilderij voorstelt. Mijn vooroordelen over wat kinderen interessant vinden, worden hier geheel ontkracht.

Als we weer buiten staan, blijkt het weer opgeklaard te zijn. We kunnen uitkijken over het weidse landschap, waar zelfs in de verte wat lichtstralen schijnen.

We strijken neer in een restaurantje pal tegenover de kerk, waar we broodjes eten met dikke chocolademelk en koffie. De jongens vinden het uitzicht op de souvenirkraampjes het meest interessant. We kijken naar de verkoopster, die vandaag bijzonder weinig klanten heeft. De jongens zijn zeer geïnteresseerd in haar koopwaar, maar moeten later bij een nadere inspectie vaststellen dat er weinig van hun gading bij zit. Die gekleurde autootjes zijn vast tweedehands, "want er zitten krassen op", luidt hun oordeel. En ze zijn in ieder geval in hun ogen veel te duur.

Niels vindt de smalle straatjes in Italiaanse steden het allerleukst en kan hier zich flink uitleven. Hij leidt ons in sneltreinvaart naar boven, totdat we uiteindelijk op het centrale plein van Assisi uitkomen. Hier trakteren we ons op Italiaanse ijshoorns met fragole en cioccolato. Voor de eerste keer deze week zitten we dan toch buiten op een terrasje. Het regent niet meer en de temperatuur is aangenaam.

In Assisi signaleren we diverse geestelijken in Franciscaner kledij. Als we weer in de auto zitten, willen de kinderen alles weten van 'nonnike', zoals de samentrekking van Niels luidt. Waarom wonen nonnen en monikken eigenlijk niet samen in een klooster, dat is toch veel praktischer? En als zij zelf geen kinderen krijgen, dan sterven de monikken en nonnen toch uit?

Goeie vragen... We vertellen dat de paters en nonnen net als Franciscus een heel sober leven willen leiden om zo beter te kunnen bidden en dichter tot God te komen. Dat spreekt Niels wel aan. Hij zou zelf niet in een klooster gaan wonen, maar een eenvoudig huisje ziet hij wel zitten. Mét een fornuis. Wat pannen en wat servies lijken hem ook wel handig.

Verder hoeft hij niets. Behalve bij nader inzien ook nog een hond.

Umbrië II: culinair paradijs


















Dat Italië het land is van de pizza, pasta en ijs wisten we al. Maar dat Italië ook een belangrijk chocoladeland is, was nieuw. De stevige chocolademelk in Perugia - chocoladehoofdstad van Italië - is bijvoorbeeld onweerstaanbaar. Hoeveel mooier kan het (kinder-)paradijs worden?

Bijvoorbeeld als we uit eten gaan in ristorante Mandrelli - een aanbeveling van onze gastheer Henry van Casale Il Sogno. Als buitenstaander zou je er zo aan voorbij rijden, maar wij weten dat we dat kleine onverlichte bergweggetje in moeten slaan totdat we uiteindelijk midden in het bos een gebouwtje zullen zien. Eigenaardig, zo'n eethuisje in de middle of nowhere? Niet voor de Italianen. Zij rijden rustig dertig kilometer om voor zo'n eetgelegenheid, hebben we ons laten vertellen.

We treden een geel en oranje geschilderd lokaal binnen, vol schilderijen en kunstbloemen, die wij in Nederland kitscherig zouden noemen. De zaak wordt fel beschenen door TL-lampen, maar heeft toch al heel wat meer sfeer dan de eerder bezochte restaurants in Umbrië.

Onze gastvrouw spreekt alleen Italiaans en hanteert geen menukaart. Gelukkig hebben we maaltijdbonnen bij ons, waarop staat dat we het hele pakket verwachten: antipasti, primo platti, secundo platti en dolci, aangevuld met water, wijn en koffie. De serveerster is onzeker of we het allemaal wel begrijpen en vraagt een jonge man aan een ander tafeltje om Engelse vertalingen. Niet nodig: de vraag of we vino bianco of rosso willen, begrijpen we zo ook wel!

De kinderen vinden het prima dat ze dit keer geen enkele inspraak hebben op de gerechtkeuze. Scheelt een hoop discussie. De bruchette met allerlei soorten beleg, de geweldige puree met een smakelijke stoofvleessaus en de kleine kalfslapjes met citroen: ze laten zich alles goed smaken.

We vinden het inmiddels niet meer moeilijk voor te stellen dat voor Italianen eten zo belangrijk is. Zodra kinderen leren lezen, leren ze op school ook vele soorten groenten van elkaar te onderscheiden. Hun ouders krijgen iedere maand een volledig uitgewerkt overzicht van alle warme maaltijden, die de kinderen 's middags op school voorgeschoteld krijgen, waarbij ook precies alle voedingswaarden beschreven staan. Hier is voeding belangrijker dan de pedagogische uitgangspunten van het onderwijs!

Alles bij elkaar blijkt de trip ook voor Jasper en Niels een behoorlijke culinaire ontdekkingsreis te zijn geweest langs supermarktschappen vol pastasoorten, lokale eethuisjes en winkeltjes met truffelproducten. Niet verwonderlijk dat Niels nieuwe inspiratie op heeft gedaan voor zijn kookboek. En dat hij 's nachts in zijn droom luid en duidelijk het woord chocolade uitspreekt...

donderdag 25 oktober 2007

Terug naar Florence


Was Florence twintig jaar geleden ook zo overvol met toeristen? Vast wel, ik ben het vermoedelijk vergeten. In mijn herinnering slenterden we door vrijwel verlaten straten, langs lege ijssalons en over het open plein met het Palazzo Vecchio.

Van dat alles vind ik nu niets terug tijdens mijn dwaaltocht door de stad. Maar één ding brengt me direct terug naar de tijd van toen: de geur van Florence. Een mengeling van mensen, uitlaatgassen en pizza margerita. Tijdreis per reukorgaan.

woensdag 17 oktober 2007

Namepower

Bedrijven kiezen merknamen met zorg, want een goede naam kan een product of dienst maken of breken. En wat voor merken geldt, is natuurlijk ook van toepassing op voornamen.

Geef vooroordelen geen kans

Is het de bedoeling dat je kind carrière maakt en veel geld verdient? Geef een meisje liever een jongensachtige naam als Alex dan Isabella. Volgens de Amerikaanse onderzoeker David Figlio verkleinen ouders die dochter met een vrouwelijke voornaam de kans dat zij zich in ‘mannelijke’ sectoren als wetenschap en techniek gaat verdiepen. De verklaring? Meisjes met vrouwelijke namen worden meer blootgesteld aan vooroordelen dat vrouwen niet aan wiskunde kunnen doen en technische onderwerpen het best vermijden...
Ook blijkt dat kinderen met namen die associaties oproepen met een lagere sociale status op school minder hoog scoren dan kinderen met meer klassieke namen. Een van de redenen daarvoor is dat leraren lagere verwachtingen koesteren van de eerste groep, ze minder positieve aandacht geven, etcetera. Dus liever Florentine dan Sharon.

Houd de internetpopulariteit in de gaten

Een beetje werkgever haalt de namen van kansrijke sollicitanten eerst even door Google heen. Dan is het mooi meegenomen als je toekomstige werkgever op internet alvast een positief beeld over je voorgeschoteld krijgt. Het is goed voorstelbaar dat het terugvinden van je naam in cyberspace in de toekomst nog veel belangrijker wordt dan nu. Vooruitziende ouders houden daar rekening mee. Kies dus een unieke naam die gemakkelijk terug te vinden is in Google. Met het oog op een mogelijke internationale carrière van je spruit is het eveneens handig om meteen een naam te kiezen die in meerdere talen gemakkelijk uit te spreken is. En leg meteen de bijbehorende domeinnaam vast.

Let op de klank

Klanken die in het begin van de mond gemaakt worden, zoals de i in wip, roepen associaties op van klein, scherp en snel. Klinkers die achteraan gemaakt worden, zoals de a in bal, staan voor groot, traag en stomp. Wie een scherp keukenmes wil, koopt dus liever niet een mes van het merk ‘Wala’ En wie een zoon met vlugge voetbalvoetjes voor ogen heeft, noemt hem géén Balthasar.

De onberekenbare X-factor

Klanken met x en y komen tegenwoordig hip en modern over. Boekhandelketen Selexyz had ongetwijfeld gemikt op een sexy uitstraling met deze nieuwe naam. Maar Nederlanders bleken bij bij deze naam eerder te denken aan een postorderbedrijf in erotische artikelen, een zoekmachine of een afslankmiddel. Onberekenbaar dus, die X. Roxy, Xandra, Maxima: uitkijken ermee.

Stiltegebied op internet

Genoeg van de drukte? Zelfs daarvoor kun je terecht op internet. Surf door naar de site of silence voor stilteplekken, spreken in stilte en muziek, waarin een stilte valt...

zondag 7 oktober 2007

Zwempret


In onze oude familiefotoboeken vond ik deze foto terug. Ik en mijn broer, in het kikkerbadje op vijf minuten lopen van ons huis vandaan. Op de achtergrond onze buurkinderen. Hij stamt vermoedelijk uit de zomer van 1971.

Op het eerste gezicht lijkt het een plaatje van alle tijden: spelende kinderen in een zwembadje. Maar ook valt op met wat voor ongelooflijk simpele middelen we hier aan het spelen zijn. Geen snorkels, opblaasbeesten en boten, zelfs geen emmertjes, waar de zwembaden nu vol mee liggen. En dan heb ik het nog niet gehad over de wildwaterbanen, olijke sproeiers, felgekleurde glijbanen, mooi aangelegde strandjes met subtropisch vertier en nog veel meer.

In dit kleine badje hebben we alleen maar flesjes en plastic zakken, die hier een tweede leven krijgen als speelgoed. Volgens mij hebben we ons hier urenlang mee vermaakt. En ik denk dat de plastic zak bewaard is om de volgende dag er wéér mee te gaan spelen. Hele simpele zwembadpret, maar in mijn beleving zeker niet minder leuk.

De zwemmouwtjes en andere veiligheidsmaatregelen voor deze kleuters ontbreken trouwens eveneens...

woensdag 26 september 2007

Groen, groener, groenst

Overal duiken tegenwoordig ecorazzi op: celebrity's die praktisch-idealistisch hun eigen groene steentje bijdragen aan een beter milieu.

En wat de VIP's kunnen kun jij ook. Je relatiegeschenken hebben een fairtrade-keurmerk. Kadootjes haal je uit de Goede Doelenwinkel of van een van de vele webwinkels vol duurzame en verantwoord gefabriceerde producten. Betalen doe je met een groene creditcard. Uiteraard draag je katoenen kledij van ecologisch geteelde katoen, waar geen kinderhandjes aan te pas zijn gekomen. Je spaargeld wordt door de bank belegd in maatregelen voor een beter klimaat. Bij het koken doe je de deksel op de pan en zorg je ervoor dat je diepvriesproducten van te voren al ontdooid zijn (spaart energie). De etenswaren zijn afkomstig uit de biologische winkel, getest op slowfood-gehalte en duurzame productiemethoden. Je eet slechts enkele malen per week vlees om het klimaat daarmee een dienst te bewijzen. In de bedrijfskantine nuttig je producten die 100 procent duurzaam ingekocht zijn. Op je computer draait local cooling, een programma dat helpt om te besparen op het energieverbruik van je PC. (Hoe meer je vergadert, hoe meer bomen je spaart, blijkt uit het tellertje op je beeldscherm). Als je op reis gaat, plant je traveltrees en bekommer je je om je ecologische voetafdruk.

En nu geen smoesjes meer dat je niet weet waar je die groene producten vandaan moet halen of hoe je je een duurzame lifestyle aan kunt meten. Genoeg gezeurd over doemscenario's waar je als individu niets aan kan doen, want iedereen kan nu aan de slag. Totdat het ons allen groen voor de ogen ziet.

Bij mij begint het nu al te duizelen. Hoeveel totalitair groen kan een mens verdragen?

dinsdag 18 september 2007

Lang leve :-)

Ooit is een aapmens op het idee gekomen op twee benen te gaan lopen. Ooit heeft iemand het vuur uitgevonden. Ooit heeft iemand ontdekt hoe je papier kunt maken. Belangrijke ontwikkelingen in de geschiedenis van de mensheid beginnen ooit met een idee, maar hoe en waar blijft ons, eindgebruikers, volslagen onbekend.

De emoticon : -) heeft weliswaar niet zo ingrijpende gevolgen gehad als de uitvinding van het vuur of andere elementaire zaken, maar heeft wel een nieuwe dimensie toegevoegd aan schriftelijk taalgebruik. Dankzij dit rijtje simpele leestekens weten lezers dat ze een bepaalde uitspraak niet zo ernstig moeten nemen. En verder gaf de uitvinding van de smiley-in-leestekens natuurlijk de eerste aanzet tot een oneindige reeks van emoticons, die overal ter wereld kraak en smaak geven aan taaluitingen.

Het leuke is dat van dit idee wel de precieze geboortegegevens bekend zijn. Op 19 september 1982 om 11.44 uur zond Scott Fahlman een mailtje waarin hij het gebruik van :-) voor het eerst lanceerde. Gefeliciteerd emoticon, met je 25e verjaardag!

donderdag 13 september 2007

Frisse lucht

Kinderen moeten verplicht onderwijs volgen. Maar op scholen worden kinderen blootgesteld aan 'arbeidsomstandigheden' die een doorsnee werknemer volstrekt onder de maat vindt. Zo hebben basisscholen maar weinig boodschap aan het aantal vierkante meter per kind. Ze zitten gewoon schouder aan schouder naast elkaar, want het lokaal is nu eenmaal niet groter.

De luchtkwaliteit is zo beroerd dat vrijwel elke school de norm voor het CO2-gehalte fors overschrijdt. Leerkrachten ventileren onvoldoende of hebben daarvoor niet genoeg mogelijkheden. De CO2-concentraties lopen daardoor op naar waarden die bijna 5 keer zo groot zijn als de grenswaarde van 1200 parts per million. Vermoedens dat ook leerprestaties hier flink onder te leiden hebben waren er al langer, maar door onderzoek van TNO is dat recent in Nederland ook aangetoond.

De muffe lucht (behalve CO2 ook vol stof en ziektekiemen) is ook behoorlijk ongezond, vooral voor kinderen met een luchtwegaandoening. En dat zijn er nogal wat, want zo'n vier tot zeven procent van de basisschoolkinderen heeft symptomen van astma. Daarmee is astma volgens de Gezondheidsraad op dit moment de meest voorkomende chronische ziekte onder kinderen. Om naar school te gaan moeten zij vaak extra medicijnen nemen. Lekker gezond, naar school gaan.

Voorts is ook nog de temperatuur in het lokaal een groot probleem. Op een zonnige zomerdag wordt het in een lokaal met al die fijne grote ramen en een grote hoeveelheid kinderen al snel meer dan 25 graden Celcius. Maar uit onderzoek blijkt dat lesgeven bij die temperatuur geen enkele zin meer heeft: kinderen kunnen zich simpelweg niet meer concentreren.

Betere schoonmaak en vooral veel meer goede ventilatie (zonder kinderen op de tocht te zetten), kunnen enorme verbeteringen opleveren Verbijsterend eigenlijk dat de bewustwording van de schadelijke muffe lucht in scholen nu pas een beetje op gang begint te komen met campagnes als frisse scholen. Maar het is nog lang niet genoeg. "Haten jullie je kinderen?", vroeg een Zweedse professor laatst op een symposium over binnenmilieu aan zijn toehoorders. Volgens hem zorgen we in Nederland beter voor onze gevangenen - die in ieder geval nog geregeld gelucht worden - dan voor onze kinderen...

Wat nou teveel CO2-uitstoot en broeikaseffect. Pak eerst maar eens de scholen aan, daar is een joekel van een binnenklimaatprobleem.

dinsdag 11 september 2007

Waanzinnige werkplekken

Ik geef toe: Mahatma Gandhi, moeder Theresa en Nelson Mandela verrichtten hun grootse daden niet omdat ze zulke leuke arbeidsvoorwaarden hadden. Maar anderzijds zijn grauwe kantoorgebouwen bepaald niet de uitgelezen plekken die werknemers uitdagen tot meeslepende vernieuwingen.

Daar kan best wat aangedaan worden. Want zoveel aandacht er besteed wordt aan woninginrichting, zo weinig energie wordt er nu gestoken in de vormgeving van de binnenkant van kantoren. Doorgaans gaat het alleen om de plaatsing van het gebruikelijke kantoormeubilair, alles arbotechnisch verantwoord. Het liefst in de vorm van efficiënte flexwerkplekken, waarbij zelfs helemaal niets persoonlijks meer op de wanden gehangen mag worden. De clean-desk-policy als hoogste goed. Keerzijde daarvan is dat schoonheid, uitdaging en plezier bij de inrichting een ondergeschikte rol spelen, terwijl we op de werkplek per saldo heel wat meer uren doorbrengen dan in ons eigen huis!

Ik ben ervan overtuigd dat een stimulerende werkomgeving wel degelijk een belangrijk verschil kan maken in de motivatie en werklust van mensen. En dat zit 'm lang niet altijd in de architectuur (daar zie je als werknemer binnen immers weinig van), maar wel in de vormgeving binnenskamers. Er zijn talrijke manieren om je kantoor te pimpen tot iets vrolijks en leefbaars. Maar zeker zo belangrijk is het groen. Uitzicht op bomen of andere groene ''stoffering" schijnt werknemers meetbaar meer inspiratie en werklust te geven.

Nog wat andere ideetjes:
  • een kookeiland op het kantoor, waar wisselende clubs collega's kunnen kokkerellen;
  • een 'geen-deuren-beleid' maar afscherming van werkplekken met schuivende wanden ter bevordering van de open cultuur;
  • apart ingerichte plekken om elkaar te ontmoeten, te lezen, te denken en te mediteren.

maandag 10 september 2007

Woordadoptie: geef een taalliefhebber mooi woord kado

Geinig idee van de Oosterburen: geef een taalliefhebber een mooi woord kado. De Verein Deutsche Sprache bedacht een adoptieplan voor woorden, het wortpatenschaft. Voor tien euro word je adoptie-ouder van een zelfgekozen woord of geef je iemand anders op als adoptant.

Een speciale databank zorgt ervoor dat elk woord slechts éénmaal wordt uitgegeven. De adoptieouder ontvangt een verzegelde oorkonde met naam en het gekozen woord erop. Als beschermheer of -vrouw mag je speciale aandacht vragen voor je woord. Promoot het in een gedicht, spoort de vereniging aan. Bedenk er puzzels mee. Ruil het met een andere adoptie-ouder. Of creëer op een andere bijzondere wijze een 'woordbiotoop'.

Het doel van dit alles? Met een deel van de opbrengst worden taalprojecten uitgevoerd. Maar minstens zo belangrijk is het doel om de Duitse taal en identiteit te versterken, die net als de Nederlandse taal het vaak aflegt tegen het Engels. Geestelijke milieuzorg, noemt de vereniging het. Of in mooi Duits: Geistliche Umweltschutz.

Het initiatief lijkt aan te slaan: een architectenbureau uit Dortmund mag zich adoptie-ouder noemen van het woord Architektur, een barones uit Munchen heeft zich ontfermd over Temperament en het DDR-museum in Berlijn heeft Ostalgie bemachtigd. En een middenstandsvereniging uit Berlijn heeft beslag weten te leggen op Mittelstand. Ook woorden zijn handelswaar!

In Nederland bestaat er bij mijn weten nog niet zo'n plan. Maar het Duitse idee zet me wel aan het denken welk woord ik dan zelf zou adopteren. Een Nederlands woord, de Duitse woorden mogen ze zelf doen. Enkele kanshebbers: oogappel, samenraapsel, mijmering en kruimelpad. Of balsemiek: volgens Vincent Gorter (hoofdpersoon in de roman Ter Navolging van Kees 't Hart) het 18-eeuwse woord voor cool, gaaf, vet en jofel... Als vrijwel uitgestorven term verdient dit prachtige woord in ieder geval onze bescherming!

zondag 9 september 2007

Goede ideeën

Soms worden er zulke leuke dingen bedacht. Dingen waar je echt helemaal blij van wordt. Dingen waarvan je denkt: waarom is daar nog nooit eerder iemand opgekomen?

  • Koken op de tast, reuk en gehoor: Er is een kookboek gemaakt voor visueel gehandicapten met een combinatie van grootletterschrift en braille. Goed doordacht, want de plastic uitneembare pagina's zijn vuil en waterafstotend. Zes pagina's zijn voorzien van wrijf- en geurvlakken. Bovendien is er een luisterversie gemaakt. Koken op gevoel dus.
  • Het winkelwagentje: Het embleempje van het winkelwagentje kennen we al van webwinkels. Een klik op dit embleempje en je virtuele winkelwagentje wordt gevuld met artikelen, die later afgerekend worden bij de kassa. Op het citatennet kun je ook mooie citaten in een mandje stoppen en naar jezelf mailen. Op veel meer websites zou het mandje toegepast kunnen worden voor het verzamelen van mooie gedachten.
  • Meet & Greet: Uitzendbureau Randstad organiseert bijeenkomsten waar werknemers en werkgevers met elkaar kunnen kennis maken. Op de website kun je alvast je postcode intypen om te zien welke branches er aanwezig zijn. Dit is nou echt het bij elkaar brengen van vraag en aanbod: live en virtueel.
  • Grappige uitvindingen: Nooit geweten dat Vincent van Gogh theedoeken beschilderde bij gebrek aan canvasdoeken. Of dat je van oude geweren het onderstel van een tuinbankje kunt maken. Op de Superuse-website staat hoe je allerlei afgedankte gebruiksvoorwerpen weer op een andere manier kunt herbruiken.
  • Je persoonlijke reisgids: Hopeloos ouderwets natuurlijk, zo'n reisgidsje met verouderde informatie. Maar anderzijds is een papieren gidsje in je jaszak toch nog altijd handiger dan een laptop. De oplossing: maak thuis alvast je superactuele hoogstpersoonlijke reisgids op maat bij Eyewitness Travel Guides. Inloggen, je bestemming uitkiezen, restaurantjes selecteren, shoppingadressen, musea, etc. etc. Uitprinten maar, zo mogelijk met een eigen bedachte cover. Na afloop geef je je commentaar en tips door, waar andere reizigers weer hun voordeel mee kunnen doen.

dinsdag 4 september 2007

Verse inspiratie

Vrijwel elke damesglossy of buitenlevenblad bood deze zomer een artikel over heerlijke lome zomerpicknick. Smeuige camemberts, hippe wraps en chocolade-frambozenmuffins op prachtige serviezen lachten de lezer uitnodigend toe.

Nooit ging het over hapjes die klef werden in opbergdozen, verwelkte fruitsalades en plastic bekertjes die omkieperden in het gras. Laat staan over miezerregen, die al menig buitenetentje deze zomer verpest heeft. Wat er ook gebeurt in real life, we blijven in de bladen maar verwend worden met de droom van landelijkheid, samenzijn, genieten en ultieme rust.

Of het nu de nieuwe mode is uit Milaan of nieuwe opvoedmethoden, bladenmakers bezorgen hun lezers karrenvrachten vol nieuwe inspiratie. Veel ideeën voor dagelijks gebruik, maar vooral voor het ‘gedroomde leven’ zoals de zomerpicknick. Maar waar halen de bladenmakers zelf hun inspiratie vandaan? Om anderen te kunnen voeden, moeten zij zelf toch ook voortdurend ideeën te eten krijgen? Net als alle anderen bij wie het aanleveren van nieuwe inzichten en plannen tot de kern van hun werk behoort: ontwerpers, productontwikkelaars, marketeers, notaschrijvers, etcetera.

Hierbij een oogst verse hulpmiddelen om de inspiratie op gang te helpen. Bruikbaar bij zomerpicknicks, maar ook bij talrijke andere activiteiten. Volgend jaar niet wéér chocoladeframbozenmuffins in de glossy's. Maar een reportage over Japan, waar de schoonheid van de picknick bij de bloeiende kersenbomen tot ware kunst verheven is.
  • Kijk naar het verleden. Stap bijvoorbeeld in de wayback-machine
  • Kijk naar vreemde culturen. De hierogliefen en het spijkerschrift blijven bijvoorbeeld leuk.
    Kijk naar de natuur: patronen, soorten vachten, ritmes, kleuren...
  • Leer creatief zoeken op internet. Typ bijvoorbeeld vaker een zoekwoord met een cijfer in. '100 ideeën' levert bijvoorbeeld een verbazingwekkende lijst op.
  • Gebruik de ideeëngenerator. Een druk op de knop levert drie willekeurige begrippen op, die je op nieuwe ideeën brengen.
  • Neem een abonnement op KriQ en vergroot dagelijks je woordenschat
  • Doe eens gek met taal, bijvoorbeeld met oxymorons of woordgrapjes.

En als dat nog niet helpt, bekijk dan al deze sites over creativiteit en innovatie bij elkaar...

vrijdag 31 augustus 2007

Ideeën spuien (2)

Ik ga nog even door met spuien. Zoals voorgaand bericht laat zien, is internet het ideale medium om ideeën te spuien. Sterker nog, dank zij internet worden er meer ideeën gemaakt dan ooit. Alleen al omdat er tegenwoordig allerhande artikelen te personaliseren zijn (zoals je koffer! - nooit meer zoeken op de lopende band!), worden we uitgedaagd en geprikkeld om mee te doen.

Bedrijven zien dat ook meer en meer, want steeds vaker schakelen zij doelbewust consumenten in om ideeën te leveren. Nintendo roept expliciet gebruikers op om nieuwe gameconcepten te bedenken, meldt trendwatcher van het jaar Reinier Evers in Intermediair. Zelf gaat hij daar binnenkort ook mee aan de slag. Via de website Quicksuggestion.com laat hij klanten suggesties leveren voor verbeteringen. De scheiding tussen producenten en consumenten vervaagt daardoor.

Wat ooit een simpele ideeënbus was in de gang van een bedrijf, is nu uitgegroeid tot een geweldig omvangrijk fenomeen. Innovatie is niet meer voorbehouden aan een select groepje denkers; iedereen mag en kan meedenken. Ook hier vervagen de grenzen tussen bedenkers en uitvoerders. De ideeëndemocratie.

donderdag 30 augustus 2007

Ideeën spuien (1)

Loop je rond met ideeën? Hier kun je ze kwijt:
  • Bij 'Dit is dit', een kunstcollectief uit Den Haag dat graag chaos creëert en verwarring zaait. Aan het Advertising Space Project dat de kunstenaars op dit moment uitvoeren, kan iedereen meedoen. Het collectief heeft namelijk enkele reclameplekken opgekocht in de stad, onder meer op de treinstations. Wie een idee heeft om die ruimte te vullen met iets niet-commercieels kan dat idee inzenden.
  • Of stuur je idee naar De IJskast, een podium voor 'mensen met oplossingen'. Zoals een idee voor Schiphol om de in beslag genomen nagelschaartjes en flesjes parfum weer aan de eigenaars te retourneren. Ideeënmakers kunnen ook antwoord krijgen! Zo schrijft mode-ontwerper Frans Molenaar dat hij het eigenlijk een prima idee vindt om warme truien in de winter tot een gewild mode-artikel te maken. Als truien weer hot zijn, kan de verwarming een graadje lager. En dat is uiteraard weer beter voor het klimaat.
  • Gouden ideeën en suggesties kun je ook droppen in de virtuele ideeënbus Should Do This. Hier kun je de meest uiteeenlopende suggesties kwijt over producten, bedrijven en personen over de hele wereld. Anderen geven aan of ze het een goed idee vinden en schatten in of het gerealiseerd kan worden.
  • Heb je een idee om de armoede te bestrijden? Die ideeën zijn welkom bij Een, de campagne van samenwerkende hulporganisaties om het bereiken van de millenniumdoelstellingen een stap dichterbij te brengen.
  • Een eigen boek is natuurlijk ook een uitkomst voor het spuien van je eigen ideeën. Desnoods in de oplage van één exemplaar, bij Maak mijn boek. Andere plekken om je eigen boek te laten drukken zijn Lulu en Blurb (de laatste ook voor het in boekvorm uitbrengen van blogs). De sites bevatten veel ideeën om je op weg te helpen.

woensdag 29 augustus 2007

Drink for thought

Zit je dit stukje te lezen en heb je een uur lang geen water gedronken? Doe het dan snel!

Hersenen bestaan voor 80 tot 90 (!) procent uit water (diverse bronnen noemen verschillende cijfers). De hersenen reageren heel direct op vochtverlies in de vorm van een gebrekkig concentratievermogen, vergeetachtigheid en hoofdpijn. Bij slechts 2 procent vochtverlies zou je zelfs al een warrig kortetermijngeheugen kunnen krijgen!

Waarom is dit zo? Water speelt een cruciale rol bij het voorzien van de hersenen van zuurstof. Het vermogen van hemoglobine om zuurstof te ‘dragen’ wordt met 100 tot 1000 keer vergroot. Verder heeft water een positieve invloed op de spijsvertering, waardoor essentiële voedingsstoffen sneller door het lichaam worden vervoerd en op de plek komen waar ze nodig zijn tijdens het leren. Ook lichaamsbeweging bevordert trouwens de zuurstoftoevoer naar de hersenen

Kortom, water zorgt voor een betere concentratie en daarmee voor een beter leervermogen én creativiteit. In dit licht is het uitermate vreemd dat watergebruik op scholen – als de leerplekken bij uitstek - zo weinig aandacht krijgt. Want met minstens anderhalve liter water per dag gaat het concentratievermogen met sprongen vooruit.

Mijn idee is daarom om alle kinderen standaard een flesje water op hun tafeltje te laten zetten. Simpel en makkelijk uitvoerbaar. Helemaal mooi zou een eigen fonteintje in de klas zijn, waarbij kinderen het flesje regelmatig kunnen aanvullen. Een klein fonteintje in de slecht bekend staande schoolwc’s lijkt me minder geschikt. Maar ik vind het ook weer overdreven om de watercooler-industrie binnen te halen voor dit doel: energieonvriendelijk en tamelijk overbodig.

Jammer voor de visolie en de chocolade. Het beste ‘voedsel’ voor de hersenen zou wel eens water kunnen zijn.

dinsdag 28 augustus 2007

Buurtzuper

Ketenbeleid. Als ik dat woord hoor, dan denk ik aan een aantal organisaties die samenwerken in een keten (en daarvoor kennelijk iets beleidsmatigs bedacht hebben).

Maar het ketenbeleid van de gemeente Barneveld is heel wat anders: het gaat over de gemeentelijke eisen aan samenkomsten van jongeren in keten, caravans en schuren!

Wat creatief taalgebruik betreft valt er nog wel wat te leren van de jongeren die deze keten wekelijks bezoeken om zich ''in te drinken". De plattelandsjeugd noemt deze honken kiependarp, stamphok, zuipkeet, buurtzuper of tankstation. Die woorden laten in ieder geval aan duidelijkheid niets te wensen over.

Barneveld, gemeente van kippen- en drankhokken.

donderdag 23 augustus 2007

Eten is leven (2)

Kookboeken zijn voor mij meeslepende boekwerken, waar je ook nog uit kunt koken. In de krant lees ik dolgraag de culinaire columns van Sylvia Witteman en mijn nieuwe heldin Janneke Vreugdenhil. Op televisie bekijk ik graag kookprogramma's of het geweldige programma Keuringsdienst van Waarde. En in de Bijenkorf vind ik mezelf opvallend vaak terug tussen de delicatessen en prachtig vormgegeven keukengerei op de kookafdeling.

Waarom? Voedsel geeft inspiratie, denk ik. En een goed gevoel, die veel met vroegere ervaringen te maken hebben. Het draadjesvlees en de koetjesrepen van oma. Het restant elleboogjesmacaroni, dat mijn moeder 's zaterdags opbakte in de koekenpan en dat wij bij de lunch met smaak opaten. Het mini-marsje dat wij tijdens het huiswerk maken toegeworpen kregen. Eetherinneringen vullen niet alleen je maag maar ook je hart, schrijft Janneke Vreugdenhil terecht op haar website.

Zonder eten geen leven. Maar ook geen leven zonder eten. De grootse momenten in het menselijke bestaan worden altijd opgeluisterd met het nuttigen van voedsel. Van de bruiloftsmaaltijd tot het Staatsbanket en het Laatste Avondmaal. Met eten worden vriendschappen bezegeld, de lente verwelkomd en familiebanden aangehaald. En vooral: eten doe je samen.

Eten en denken aan de bereiding daarvan, dat mogen we gelukkig ons hele leven blijven doen.


NB. Voedsel bereiden geeft trouwens ook inspiratie voor een column!

woensdag 22 augustus 2007

Mijn woordenboek (Breindrein)

Een breindrein (zelfst. nw, m) is een woord, zinnetje of lied dat langdurig en hardnekkig in je hoofd blijft hangen. Soms is het iets dat opgelost moet worden, zoals een puzzelwoord. Vooral makers van cryptogrammen hebben vaak langdurig last van breindrein. Schrijvers en dichters hebben te maken met woorden die door hun gedachten spelen, zonder dat ze weten hoe ze deze op papier moet zetten. Voor dichters is het woord breindrein daarnaast ook een zelfstandig naamwoord dat hen tot nieuwe poëzie inspireert.

Wanneer de slangen van het brein
Zich volgevreten hebben aan de dingen-
Elke klank zich tot een drein
Verlangzaamd heeft
(Paul Rodenko, Dichterschap)

Maar de rest hersens breint en dreint
(Lucebert, Zwaarte II)

In het Zuid-Afrikaans is het woord breindrein bekend als variant van het Engelse woord braindrain (kennisvlucht).

Ontdreinen (werkwoord) is het inzetten van manieren om hardnekkige gedachtestromen te kanaliseren. Met behulp van diverse meditatietechnieken, muziek of visualisatie wordt de drein weggenomen.

De teloorgang van een bijna-monument

Het ministerie van Financiën wordt binnenstebuiten gekeerd. Nu de renovatie in volle gang is, kijken voorbijgangers dwars door het geraamte van betonnen palen naar de kale binnenkant van het gebouw. Maar ook als de bouwwerkzaamheden volgend jaar voltooid zijn, zal het gebouw zich meer bloot geven dan ooit. De hoekpunt en de bovenkant worden namelijk voorzien van glazen voorzetstukken (illustratie linksboven). De ene binnentuin krijgt een glazen overkapping, de andere wordt een openbare groene ruimte (rechter illustratie). Op de Korte Voorhout komt bovendien een doorgang, zodat de binnentuin in de traditie van de Haagse hofjes komt te staan. Het gesloten karakter van het gebouw wordt er letterlijk mee opengebroken.

Maar vooral past het gebouw naadloos in een nieuwe traditie: open, krachtige en effectieve bouwwerken, die het gewenste imago van overheidsinstellingen dienen uit te stralen. Niet voor niets zijn het gebouw van de Tweede Kamer en de nieuwe ministeries van VROM en OCW toonbeelden van transparantie.

Historische blunder
Maar waarom is er in dat licht niet radicaal gekozen voor vernieuwing in plaats van het opnieuw aankleden van een betonnen skelet? Met het neerhalen van het oerlelijke gebouw van Financiën had de rijksoverheid namelijk niet alleen een geweldige kans gehad om een toegankelijk en aansprekend nieuw gebouw te presenteren bij de entree tot de Haagse binnenstad, maar ook om een historische blunder recht te zetten. Nog even wachten, en dan kan ook de Amerikaanse ambassade hopelijk neergehaald kan worden. En dan krijgt het Voorhout eindelijk weer helemaal zijn stijlvolle allure terug.

De schijn van geldsmijterij was zeker een argument voor het departement om het beton toch te laten staan. De overheid dient zuinig om te gaan met geld uit de schatkist, zeker als je als ministerie van financiën daarvan zelf de bewaarder bent. Daarnaast was de oorspronkelijke aanleiding voor de renovatie alleen een probleem met de klimaatinstallatie. Dat probleem bleek zo ingrijpend, dat een beperkte opknapbeurt niet afdoende was. Maar een heel gebouw neerhalen om tot een betere klimaatbeheersing te komen, was ook teveel van het goede.


Achteloze omgang
Wat bijna niemand weet, is dat er achter de schermen ook een heftige discussie is gevoerd over schoonheid, smaak en cultureel erfgoed. Het oude ministerie van Financiën mocht dan ogen als een foeilelijke grijze vesting, Jo Coenen keek er in zijn functie als rijksbouwmeester (2000-2004) met andere ogen tegenaan. Het robuuste gebouw is in Nederland namelijk één van de weinige bouwwerken in de stijl van het Brutalisme (afgeleid van de Franse term voor ruw beton: beton brut). Het ontwerp van de toenmalige rijksbouwmeester Jo Vegter en RGd-architect Mart Bolten - dat in 1975 opgeleverd werd - geldt zelfs als een van de beste voorbeelden van deze bouwstijl in Nederland.
Omdat Coenen zich zorgen maakte over de achteloze omgang met naoorlogse architectuur, selecteerde hij het bouwwerk als een van de overheidsgebouwen met een hoge architectonische en consistent doorgevoerde waarde die een beschermde status verdienen. Ook de door Mien Ruys ontworpen binnentuin, met de voor haar zo karakteristieke bielsen en vijverpartijen, is volgens Coenen het behouden waard.

In 2001 besloot het ministerie van Financiën tot renovatie. Onder politieke druk werd de renovatie uitgevoerd in de vorm van een PPS-project. Het ontwerp, de bouw, financiering, onderhoud en uitvoering werden volledig aan marktpartijen uitbesteed. Met DBFMO (Design Build Finance Maintain Operate) gooide het departement in de aanbestedingswereld hoge ogen.

Ontzag
Maar ja, die architectuur. Jo Coenen had het gebouw ondertussen wel het predikaat van ‘bijna-monument’ bezorgd. Dit was weliswaar geen wettelijke status, maar hiermee sprak Coenen wèl de verwachting uit dat het gebouw bij het bereiken van de 50-jarige leeftijd de monumentenstatus zal krijgen. Het was dus zaak het gebouw niet voortijdig te verknallen. “De ruwe stijl, onder meer gewapend beton dat in het zicht blijft, heeft eerlijke uitstraling dat ontzag inboezemt”, zei minister Sybilla Dekker in juli 2006 in een toespraak. “Dat karakter moet tijdens de renovatie van het gebouw behouden blijven.”

Niet dus. Want de enorme metamorfose die het gebouw nu ondergaat, lijkt die uitspraak volledig te ondergraven. Waar het brutalisme zich kenmerkte door het onbedekt laten zien van ruwe materialen, worden er nu glazen constructies aan het pand toegevoegd die er een hele andere uitstraling aan geven. Een zilverkleurige verf bedekt de grauwe, maar zo typerende betonkleur. Zelfs de typerende vijvers van Mien Ruys met hun uitgekiende reflecties en bijpassende kunstwerken (de foto hieronder) zijn volledig verdwenen.

Van een gesloten vesting wordt het gebouw nu helder, transparant, licht en luchtig. Het naar binnengekeerde karakter verdwijnt. Dat past inderdaad in de tijdgeest van 2007, maar met brutalisme heeft het niets meer te maken.

En de rijksbouwmeester? Die trok zich in oktober 2004 terug uit het proces, omdat de architectonische kwaliteit in deze vorm van aanbesteding niet kon worden gewaarborgd. Mels Crouwel nam zijn plaats in als nieuwe rijksbouwmeester.

Onenigheid
Inmiddels heeft het aannemersconcern Safire (dat staat voor Samen Financiën Renoveren!) een Europese nominatie gekregen voor de innovatieve en duurzame wijze, waarop de renovatie gestalte heeft gekregen. Maar het is ook een contractvorm die met name bedoeld is om projecten voor minder geld uit te voeren. In het huidige model heeft rijksbouwmeester onvoldoende mogelijkheden om zijn opvattingen in te brengen, concludeerde Heleen Geerligs in haar afstudeeronderzoek ‘De rijksbouwmeester in DBFMO-projecten’. Bij deze wijze van aanbesteden kiezen de marktpartijen de architect. De rijksoverheid heeft geen enkele stok achter de deur om de kwaliteit van de architect af te dwingen.
Het nieuwe ontwerp oogt open en transparant, maar ondertussen is de onenigheid over de architectonische betekenis van het gebouw dus onder de tafel geveegd. Zo weerspiegelt het nieuwe gladgepolijste pand toch nog zijn werkelijke innerlijk. Want de 'brute eerlijkheid' van het beton zal in het gerenoveerde gebouw grotendeels weggewerkt zijn achter zakelijk glas en zilververf.