vrijdag 27 juni 2008

Expatbuurt

Engelstalige lectuur in één van de boekwinkels

Ons straatfeest werd bevolkt door Serven, Britten, Spanjaarden en een kleine Duitse gemeenschap. Op het concert van Niels waren deelnemers uit China, Japan, Nieuw-Zeeland en IJsland. De wijkkrant en het huis-aan-huisblad verschijnen sinds een jaar voor een deel in het Engels.

De signalen zijn duidelijk: de buitenlanders rukken op in onze wijk. Volgens de wijkvereniging bestaat de buurt op dit moment voor dertig procent uit expats. De gevolgen daarvan worden steeds zichtbaarder. Zo worden de huizenprijzen almaar hoger, al vinden hun regeringen cq. ngo's cq. oliemaatschappijen de Haagse prijzen nog altijd zeer betaalbaar in vergelijking tot Londen, Parijs of Frankfurt. Hun kinderen wijken uit naar internationale scholen, waar onze eigen basisschool de directe gevolgen van ondervindt.

Maar er is ook een andere kant. De viswinkel leidt een florissant bestaan dankzij de Fransen met hun uitgebreide warenkennis van zeevoedsel. Voor maple syrup hoef ik niet meer naar een vage winkel in het havencomplex te fietsen, maar kan ik gewoon terecht in de Britse levensmiddelenwinkel om de hoek. Verse pain au chocolats en écht stokbrood kunnen we halen bij een authentieke Franse patisserie. Ook het aantal Engelstalige koffiehuizen in onze wijk wordt almaar groter. De expatgemeenschap herbergt opvallend veel thuiszittende moeders met kleine kinderen, die het heerlijk vinden om elkaar hier te treffen.

Duits bier en schlagers op het straatfeest, zelfgemaakte sushi bij het buffet na het vioolconcert en winkels met een hoog culinair niveau in onze wijk: het wordt hier almaar exotischer. Ik hoorde laatst dat de gemeente Den Haag van plan is om palmbomen te plaatsen op een aantal markante plaatsen in de stad. Straks hoeven we ook voor de mediterrane stoffering van de stad niet meer weg.

Schoolcircus



donderdag 26 juni 2008

Gratis ideeën

Een aantal sites op internet, die ideeën en inspiratie leveren, gratis en voor niets:
  • Briljante mislukkingen hebben door de eeuwen heen vaak geleid tot onverwachte ontdekkingen. Hier staan ze bij elkaar.
  • Irritatie is eveneens een vruchtbare bron voor uitvindingen. Hier is gratis ergernis te verkrijgen om op ideeën te komen.
  • Een gratis uur met God. God is weliswaar 24 uur per dag en 7 dagen per week beschikbaar, betoogt de Gebedswinkel in Woerden, maar het is wel handig om een afspraak met hem te maken. Het probleem van 'geen tijd' ligt immers meer aan de kant van mensen. De gebedswinkel levert er ook gratis ideeën bij wat je in dat uur kunt doen: mediteren, een tekening maken, briefjes van anderen lezen, etcetera. En daarbij kun je zomaar tot nieuwe ideeën komen.
  • Voor alledaagse verwonderingen kun je terecht op Moois Magazine.
  • De geur van versgemaaid gras, een kussengevecht, blootvoets in het gras lopen: kleine genoegens die helemaal gratis zijn. Hier staan 75 van deze genoegens opgesomd.
  • Gratis kunstdoosjes voor inspiratie. De doosjes zijn gemaakt van gerecycled verpakkingsmateriaal en bevatten woorden en beelden voor de kijker. Bij de doosjes wordt een kaart geleverd, waarmee de ontvanger zijn gedachten kan terugsturen naar de makers. Jij een doosje, de kunstenaars een verhaal.
  • Wil je zelf gratis ideeën leveren? Creatieve personen kunnen die volop kwijt bij Nobele Match en helpen zo allerlei goede doelen.

Netwerk dat ondergronds boeken uitwisselt

....weg!

Het voelt alsof ik toegetreden ben tot een geheim genootschap. Voorzien van een kersverse codenaam zoek ik naar een geschikt moment om mijn vrachtje te droppen. Liefst ongezien, want anders moet ik van alles gaan uitleggen. "Hé, u laat uw boek liggen!" Terwijl dat juist de bedoeling is.

Ik maak sinds vandaag deel uit van de gemeenschap van 686.052 bookcrossers, die in meer dan 120 landen actief zijn. Bij bookcrossing registreer je een boek op een speciale website, dat daarbij een eigen ID-nummer toegekend krijgt. Dit nummer vul je in op een vriendelijk etiketje, dat je in een boek plakt. Dit boek laat je achter op een plek waar veel mensen komen, in de hoop dat iemand het meeneemt en gaat lezen. Door het nummer in te typen op de site, kan de vinder melden waar en wanneer de vondeling aangetroffen is en wat hij er van vindt. Hij mag het boek houden of verder laten zwerven.

Bij bestudering van de Nederlandse steunsite blijkt dat mijn woonplaats veel actieve bookcrossers bergt. Ook bij café's en boekhandels in mijn eigen buurt blijkt een heel netwerk van boekenliefhebbers actief te zijn, dat ondergronds allerlei drukwerk met elkaar uitwisselt. Wat eigenaardig dat ik nog nooit zo'n boek in het wild heb aangetroffen!

Voordat ik vanmiddag de trein in stap, blijkt het weinig moeite te kosten om mijn twee boeken ongemerkt neer te leggen in de nog gevulde krantenbakken van Metro en De Pers op het station. Wanneer ik er vier uur later weer langs wandel, zijn niet alleen de kranten verdwenen maar ook de boeken! Spannend om te weten wie ze mee gegrist heeft. En nu maar hopen dat de mysterieuze vinder zich aan mij bekend maakt.

woensdag 25 juni 2008

Nieuwe caféluchtjes en relaxlollies

Het rookverbod in de horeca geeft een enorme impuls aan de industrie voor afzuiginstallaties, glazen wanden, afdakjes en terrasverwarmers. Maar ook ondernemers uit heel andere hoeken zien mogelijkheden voor innovatie.

Zo heeft de geurindustrie een nieuw gat in de markt ontdekt. Als café's en bars niet meer dampen van de nicotinelucht, komt er namelijk een nog veel penetrantere stank bovendrijven. In het Franse Alpengebied hebben ze daar al wat ervaring mee, omdat de Franse horeca al sinds begin dit jaar een rookverbod kent. Zonder rooklucht blijken sneeuw, vocht, skizweet en een drukke dansvloer samen een onverkwikkelijk mengsel op te leveren. Het bedrijf Aromatics heeft een ‘tegenlucht’ ontwikkeld, die deze stank moet neutraliseren (fascinerend idee, dat eerst dus de sigarettenrook als anti-stankmiddel dienst deed!).

De lollyfabrikanten zien ook nieuwe kansen. Chupa Chup, tot voor kort bekend van de zogenaamd gezonde kinderlollies, heeft een speciale relaxlolly ontwikkeld, die stoppende rokers een ontspannen gevoel moeten bezorgen.

Slim bedacht, dit soort innovaties. Straks staan we met een relaxlolly in een stankloos café: het leven wordt nóg verrukkulukker.

dinsdag 24 juni 2008

Baseer je vooroordeel nooit op een naam

Bij een horecazaak met de naam Goudfazant denk ik aan een ouderwetse zaak met een donkerbruin interieur en tafelkleedjes of op zijn best aan een rommelige uitspanning in het bos met zand op de vloer. Maar het restaurant op de uitnodigingskaart stond in Amsterdam-Noord, dus het moest het eerste wel zijn.

Mijn advies: baseer je vooroordeel nóóit op een naam. Want de Goudfazant is bij afstand de meest hippe horecagelegenheid waar ik het afgelopen jaar geweest ben. Want wie komt er nou op het idee om een loods in te richten met eettafeltjes, oude auto’s en bestelwagens? Ook de grauwe muren met zwarte strepen en de enorme schuifdeuren zouden in een garage niet misstaan.

Het restaurant zat ook nog eens op een bijna onvindbare locatie. Nadat je met de pont het IJ overgestoken bent, fiets je eerst over een stuk industrieterrein. Vervolgens passeer je een hoog hekwerk en moet je - op eigen risico volgens de waarschuwingsborden - tussen de vrachtwagens door slalommen. Even voorbij de pauzerende personeelsleden van de zoveelste werkplaats blijkt daar inderdaad de Goudfazant te huizen. Het is dat ik witte tafelkleedjes ontdekte – inderdaad wel tafelkleedjes – want anders had ik beslist rechtsomkeer gemaakt naar de bewoonde wereld.

Spontaan komt geen sterveling op het idee om op dit rommelige bedrijventerrein naar een interessant restaurant te zoeken. En daarom was deze plek wél de uitgelezen locatie voor de inspiratie- en discussiebijeenkomst, die hier vanmiddag plaatsvond. Want de bijeenkomst ging er juist over dat bedrijventerreinen zo saai en doods zijn, dat geen mens er buiten de standaard kantooruren levend wil worden aangetroffen. Bedrijven moeten spannend en aantrekkelijk zijn, ook buiten de normale werktijden. Hekken open, showelementen erbij. Experience, heet dat tegenwoordig.

Moet dat nou echt? Ja, dat moet echt. Want het is niet meer van deze tijd dat je ruimte voor maar één ding gebruikt, in dit geval voor productie en reparatieactiviteiten. Leren, recreëren, natuurbeleving en evenementen horen er ook bij. Bedrijven moeten bovendien steeds meer op zoek naar werknemers, die ze willen boeien en binden. Mondige mensen die welbewust hun woning uitkiezen, gerichte carrièrestappen maken, een persoonlijke kledingstijl ontwikkelen en veel energie steken in de juiste schoolkeuze voor hun kind, laten zich niet wegstoppen in een standaarddoos op een bedrijventerrein, waar verder niets te beleven valt.

Spannende bedrijventerreinen, ik had zelf nog niet bedacht dat ik daar persoonlijk behoefte aan had. Dat je op een zondagmiddag een fietstochtje door het bedrijventerrein wilt maken, zeg maar. Maar hier in Amsterdam-Noord heb ik het licht gezien. Als je dwars door de blokkendozen op een horecazaak aan het water stuit waar je ook nog zilte zeelucht kunt opsnuiven, is dat absoluut een spannende beleving. Zelfs als de naam goudfazant luidt.


Naschrift: Ook sommige 'kantoorslaven' willen graag dat bedrijventerreinen spannender worden. Een werknemer van het behoorlijk troosteloze bedrijventerrein Plaspoelpolder richtte er een website voor in. Belangstellenden kunnen daar zijn lunchwandelroutes met klinkende namen downloaden. Ook voor een virtuele tour, het versturen van een e-card en deelname aan de Plaspoelpolderhyves!

zondag 22 juni 2008

Inspiratiesoep

In de Joodse traditie is kippensoep hét sabbatsvoedsel bij uitstek, dat voor zorg, verbondenheid en warmte staat. De soep is ook een huismiddeltje tegen allerhande kwaaltjes. Op zoek naar een nieuwe titel voor hun boek bedachten de Amerikaanse 'motivatiesprekers' Jack Canfield en Mark Victor Hansen dat 'Chicken soup for the soul' wel een treffende naam was. Zoals kippensoep nieuwe kracht geeft, zo wilden zij met hun boek opbeurend voedsel voor de geest bieden.

Hun boek Chicken soup for the soul bevat inspirerende verhalen, die je motiveren of energie geven. Het is een verzameling van waargebeurde verhalen van gewone mensen die iets buitengewoons meegemaakt hadden. Het bleek een enorme publiekshit, die inmiddels uitgegroeid is tot een wijdvertakt fenomeen. 'Chicken soup for the soul' is niet alleen een merknaam voor een serie van meer dan honderd boeken, maar ook voor lezingen, columns, kaarten en nog veel meer.

Chip Heath (één van de schrijvers van het boek De Plakfactor) vond aan de hand van deze verzameling uit dat er grofweg drie typen verhalen zijn, die mensen op één of andere manier inspireren. Iemand die een geweldige uitdaging trotseert en overwint: het kern van het verhaal van David en Goliath. Een persoon die een relatie aangaat met iemand van een ander volk, een andere klasse, een andere religie of een ander kenmerk: de plot van de verhalen van Romeo en Julia, de Titanic en de Barmhartige Samaritaan. Of het verhaal van de appel die op Newtons hoofd valt: het verhaal van een persoon die tot een bijzonder nieuw inzicht komt.

Met het verhaal over de uitdaging voelen mensen zich aangespoord om hogere doelen te stellen en nieuwe uitdagingen aan te gaan. Door verbindingsplots (mensen die een relatie aangaan met iemand aan de andere kant van een kloof) willen mensen samenwerken met anderen, hun hand uitsteken en toleranter zijn. Door creativiteitsplots willen mensen iets anders gaan doen, creatief zijn of gaan experimenteren met nieuwe benaderingen.

Op een of andere manier zijn het universele verhaallijnen, die wereldwijd door iedereen herkend en doorgegeven worden. De term Chicken soup for the Soul is eveneens uitgegroeid tot een zelfstandig begrip, dat staat voor een spiritueel verhaal met een wijze en soms zoetsappige les. Zeg maar de tegenhanger van het bekende Broodje Aap-verhaal, dat juist een onheilspellende moraal heeft.

Broodje Aap en Kippensoep. Grappig dat dit soort verhalen blijkbaar eetbaar zijn.

vrijdag 20 juni 2008

Kuch lekker mee tijdens het concert

Kuchen tijdens een klassiek concert geldt als ongepast. Tenzij je het kuchen juist onderdeel laat zijn van de muziek.

Weten mensen niet meer wat er van hen verwacht wordt
tijdens een klassiek concert? Tijdens het afscheidsconcert van de sopraan Kiri te Kanawa leek het daar sterk op. 'Kiri zingt, het publiek kucht', kopte NRC Handelsblad in de recensie.

Tussen haar liederen door barstte er een heel hoest- en proestconcert los.
Op andere momenten begon een deel van het publiek begon te klappen, terwijl er aan het begin toch duidelijk gevraagd was om pas te applaudisseren als Te Kanawa de reeks van bij elkaar horende liederen helemaal had afgerond.

Uiterst ongemakkelijk allemaal. Gelukkig maakte de zangeres er zelf een grapje over. "Klapt u maar even, want ik moet zelf even kuchen."

Een beroemdheid als Te Kanawa is haar hele carrière lang bezig geweest om te streven naar loepzuivere perfectie. Ten opzichte van die enorme inspanningen en opofferingen geldt het ongepast om als toehoorder als stoorzender op te treden.

Misschien zit in dat streven naar ongelooflijke perfectie ook wel het knelpunt. Wat als publiek én musici nou eens gewoon lol hebben in muziek maken en gewoon laten komen wat er komt?

Interessant is wat de componist Merlijn Twaalfhoven doet. In een interview met NRC Next vertelt hij dat hij juist de chaos opzoekt en toelaat. Oók het mobieltje dat tijdens een klassiek concert ineens afgaat, want dat harmonieert misschien wel heel mooi met de rest van de muziek. En dus wellicht ook een serie kuchers.

donderdag 19 juni 2008

Soep koken van ideeënflarden

Oersoep - door Jasper (10)

Losse ideeën, wat moet je ermee? Hierbij een recept om soep te koken van ideeënflarden.

1. Oersoep
In den beginne is er alleen maar oersoep. Een flard in je hoofd, een begin van een idee. Meer is het niet. Het is dan allereerst de kunst om die flard te vangen en vast te leggen om te voorkomen dat ie vervaagt. Veel van die flarden komen 's avonds laat binnen waaien. Een notitieblokje op het nachtkastje is een must.

2. Steviger brij
De losse flarden veranderen soms in een steviger brij, waarin je het begin van een goed idee kunt herkennen. Je intuïtie vertelt of je iets goeds te pakken hebt of niet. Dan is het de kunst om die eerste gedachten verder uit te werken en aan te scherpen. Het helpt om er met anderen in je naaste omgeving over te praten. Als je een idee onder woorden brengt, krijgt het namelijk duidelijker contouren. Al pratend hoor je meteen waar de zwakke plekken zitten. En met de feedback van vertrouwelingen kun je de volgende stap zetten.

3. Samen roeren
Daarna is het tijd om mensen erbij te halen die hun hoofd en handen aan het werk kunnen zetten om het idee verder te helpen. Hiervoor moet je je netwerk aanspreken. Het idee mag nog niet klaar zijn, want hoe meer mensen mee kunnen roeren in de soep, hoe groter de betrokkenheid. En betrokkenheid is nodig voor een breed draagvlak, want je kunt een idee zelden helemaal alleen uitvoeren.

4. Kruiden met smaakjes, geuren, muziek en beeldmerken
Het helpt om het idee in dit stadium in een concrete vorm te gieten. Een eigen look and feel geven, zou een productontwikkelaar zeggen. Filmpjes en foto's, een slogan, een songtekst, een logo: allemaal goed. Hoe meer zintuigen er aan het werk gezet worden, hoe meer het idee bij anderen binnenkomt en tot de verbeelding spreekt. Het gebruik van menselijke verhalen en humor zijn eveneens krachtige middelen om anderen mee te krijgen.

5. Een recept met een mooie naam
Er valt nog meer te putten uit de trukendoos van reclamejongens. Zo krijgt een goed idee een aansprekende naam. Ook laat het idee zich simpel samenvatten in twee of drie woorden, die eindeloos herhaald kunnen worden, net zoals Barack Obama's Yes we can.

6. Koken, doorkoken en dan opdienen
Uiteindelijk draait de verwezenlijking van een goed idee om de energie die de ideeënmaker erin wil steken. Ideeën leveren, uitwerken en uitvoeren is gewoon stevig zwoegen. "Het moet een concept zijn dat je niet meer los kunt laten, dat je ademt, eet en droomt", zegt Merien ten Houten, geestelijk vader van nu.nl en Ilse. "Als je groot wilt worden, ben je daar 24 uur per dag mee bezig."
Hoe meer enthousiasme en geloof in de kracht van het idee, hoe beter. Als de bedenker met passie over zijn idee vertelt, is de kans namelijk groot dat anderen willen aanhaken. Niets prettiger dan meedrijven op de flow, die daarbij ontstaat. Want ideeën bedenken en verder helpen is ook erg léuk!

Meer lezen over koken en gebruik van intuïtie:

woensdag 18 juni 2008

Verse lucht als muze

Het Muzenplein in Den Haag was vanmiddag wel een treffende locatie om van gedachten te wisselen over inspiratiebronnen. Jammer alleen dat wij de enigen waren die de buitenlucht opzochten, want de terrassen op het Muzenplein waren verder leeg.

Onderwerp van gesprek: hoe kom je op goede ideeën en hoe kom je ook tot uitvoering van plannen? Nou, door naar buiten te gaan dus. Niet alleen voor de zuurstof (altijd goed voor het betere hersenwerk), maar vooral ook voor een frisse kijk op zaken. Het moet vooral allemaal niet te serieus. Hou het luchtig, was één van de tips. Des te meer durven mensen nieuwe ideeën toe te laten.

Tegelijkertijd is creativiteit wél hard werken. Zomaar in het zonnetje zitten, leidt bij de meeste mensen helaas niet tot een stroom van nieuwe ideeën. Dus na het opdoen van de verse lucht keer je weer terug naar het bureau om de nieuwe inzichten verder uit te werken. Want die zouden tijdens dat terugwandelingetje zomaar binnen kunnen vallen.

Bruisen en kruisbestuiven


'Leren, wonen en ondernemen in de smartspot van Dordt' luidt de slogan van Leerpark Dordrecht. Door scholen en bedrijven dicht bij elkaar te zetten in een aantrekkelijke wijk moeten er volop 'kruisbestuivingen' ontstaan. Mbo-leerlingen kunnen er praktijkgericht onderwijs krijgen, terwijl bedrijven profiteren van verse, goedgeschoolde werknemers. Uniek, vooruitstrevend, een concept dat de bruisende sfeer van jeugdige vernieuwing uitstraalt: op de website van Leerpark Dordrecht halen de schrijvers alles uit de kast om het plan groots te presenteren.

Wat is het dan een tegenvaller dat je als bezoeker van Leerpark Dordrecht allereerst tegen gepopulariseerde maar toch dwingende gebodsbordjes aanloopt. Wie hier rondloopt mag een ander niet storen met herrie, want dat wordt andermans nachtmerrie. Iedereen moet zijn kauwgom en andere rotzooi in de afvalbak doen en ook drugs en wiet horen hier niet. Tegenover de gloednieuwe school is een vestiging van Bureau Leerplicht en Voortijdig schoolverlaten. De leerlingen gedragen zich kennelijk nog niet helemaal als modelstudenten, die mee willen bruisen en kruisbestuiven op het Leerpark.

Het Bureau Leerplicht en Voortijdig schoolverlaten heeft trouwens ook een slogan: Werk maken van leren. Eveneens een mooie integratie van de twee hoofdelementen van het Leerpark.

zondag 15 juni 2008

Fans van Fens

Kees Fens was een leergierig, belezen jongetje uit Amsterdam dat het tot hoogleraar schopte. Een leven lang bleef hij jagen op kennis en inzicht, die hij het liefst meteen met anderen wilde delen.
"Dat er een einde komt aan de vervulling van mijn nieuwsgierigheid, vind ik wel een reden tot ontevredenheid."
- Kees Fens over zijn naderende dood.

Zijn grootste faam verwierf hij met zijn doorwrochte maandagochtendstukken in de Volkskrant, die hij tot vlak voor zijn overlijden zaterdagavond gewoon is blijven schrijven. Want als hij niet kon schrijven werd hij somber. Het waren eigengereide stukken, die getuigden van een enorme belezenheid, aldus de fans van Fens.

Persoonlijk bewaar ik veel betere herinneringen aan zijn colleges Moderne Letterkunde op de universiteit. Fens kon zeker schrijven, maar in vertellen was hij nog veel beter. Onder zijn leiding legden we gedichten van Bloem, Achterberg en Marsman onder het mes. Dat er toch zoveel te zeggen viel over op het oog zo ondoorgrondelijke gedichten, was een geweldige eyeopener.

Fens kon zo bevlogen en enthousiast over bepaalde boeken en schrijvers vertellen, dat je ogenblikkelijk zelf ook deelgenoot wilde worden van die ervaringen. Die leeservaringen wist hij te vatten in prachtig gebeeldhouwde oneliners. Om die verdienste is hij wat mij betreft een held.

Gelukkig was zijn smaak heel breed. Hij kon even lyrisch vertellen over Kees de Jongen als over het werk van Leopold en Lucebert. Terug tot Ina Damman van Vestdijk was volgens hem met afstand het hoogtepunt van de Nederlandse naoorlogse literatuur. Volgens hem was de hoofdfiguur Anton Wachter niet verliefd op een meisje van vlees en bloed maar op een idee, een droommeisje in zijn eigen hoofd. Ina Dammans initialen (ID dus) waren volgens hem veelzeggend.

Al was Fens één van de beste hoogleraren aan de universiteit, hij werd voor mij steeds moeilijker te volgen. Bij zijn veel bejubelde krantenstukken ben ik lang geleden al afgehaakt, omdat zijn overpeinzingen over kerkvaders, Dante en Petrarca mij veel te ver gingen. Doorwrocht en erudiet, dat zeker. Maar bepaald niet laagdrempelig.

Omgekeerd kon hij mij trouwens ook niet volgen. Hij was de voorzitter van het comité dat mijn doctoraalbul uitreikte. Mijn scriptie over literatuurrecensies in de krant had ik Tussen loper en lezer gedoopt, verwijzend naar de strategie van de kunstredactie om bij recensies zoveel mogelijk ‘de loper’ uit te leggen naar de lezer. Literatuur zoveel mogelijk toegankelijk maken dus, wat ook een van de missies van Fens zelf was.

Maar de eigenwijze Fens ging natuurlijk dwarsligge. Hij vatte de loper op als krantenbezorger. Zijn felicitatietoespraakje sloot hij af met woorden, die nog altijd in mijn geheugen naklinken: ‘Ik wist niet dat er zóveel gebeurde tussen loper en lezer, dat je daar een duimdikke scriptie over kunt schrijven.’

Fens en ik, wij snapten elkaar niet.

vrijdag 13 juni 2008

Samen plannen maken: het dramaverhaal van de tolheffing

Samen dromen (Den Haag Sculptuur 2008)


"Je moet samen kunnen dromen", vertelde een mevrouw mij ooit, die veel verstand had van het samenbrengen van veel verschillende partijen. Anders kom je niet tot een gezamenlijk verhaal.

De mevrouw van deze uitspraak begeleidde onder meer instellingen die moeten samenwerken in een brede school, die allemaal te maken hebben met uiteenlopende regeltjes en bepalingen van allemaal weer andere ministeries. Hun achterbannen spreken allemaal verschillende talen. Als je samen een toekomstbeeld ontwikkelt waar iedereen zich achter kan scharen, kun je er toch uitkomen.

Zo'n gezamenlijke droom bindt alle betrokkenen en zorgt ervoor dat iedereen dezelfde kant uit gaat. Maar zo'n tot de verbeelding sprekende toekomstvisie moet vooraf vooral niet helemaal dichtgetimmerd zijn. Want het gezamenlijke optrekken is nóg belangrijker dan de visie zelf. Sterker nog, hoe concreter de plannen in het begin zijn, hoe groter de kans dat deelnemers voortijdig afhaken.

Hoe je zoiets tot een succes maakt, blijkt uit een reconstructie van de gebeurtenissen rond de tolheffing. De Universiteit van Amsterdam heeft enkele jaren geleden de 'dramaturgie van het filebeleid' bestudeerd, waaruit interessante lessen te trekken zijn over het vormen van draagvlak. De manieren waarop diverse kabinetten geprobeerd hebben om de files te bestrijden door een vorm van beprijzing, vormen een zeer moeizaam verhaal. Maar na geweldige weerstand is er nu toch behoorlijk veel draagvlak voor.

Hoe hebben ze dat in hemelsnaam voor elkaar gekregen? Voor mij interessante kost, want ik stond er destijds met mijn ogen als verslaggever bovenop toen oud-minister Netelenbos finaal de mist inging met haar plannen om automobilisten voor spitsgebruik te laten betalen. Haar ambtenaren vonden tolheffing een uitstekend idee, want uit buitenlandse ervaringen bleek dat het buitengewoon gunstige effecten had op de spreiding van het verkeersaanbod. Netelenbos had de grote steden zover gekregen dat die haar plannen steunden voor tolheffing door ze een flinke zak met geld aan te bieden. Ik zie nog de triomfantelijkheid voor mijn geestesoog, waarmee Netelenbos die overwinning in hotel Des Indes bekendmaakte. Maar door een grootscheepse tegencampagne van de ANWB en de Telegraaf kwam er nooit iets van terecht. Tineke is de geschiedenis in gegaan als Tineke Tolpoort.

De gebruikte namen zijn cruciaal geweest bij de mislukking van het plan, blijkt uit de studie. Bij tolpoort dacht het publiek aan een daadwerkelijke poort, net zoals de onpopulaire péages op de Franse tolwegen. Terwijl het in werkelijkheid om elektronische poorten ging, die je als bestuurder helemaal niet opmerkt.

De ANWB had bij zijn tegencampagne een veel slimmere keuze gemaakt in de beeldspraak. Deze volksorganisatie - die zich ineens opwierp als de belangenclub van de automobilist - gebruikte de melkkoe als metafoor. "De automobilist wordt uitgemolken", heette het. Wat maar een deel van het verhaal was, want de motorrijtuigbelasting zou worden afgeschaft.

Later werd de commissie Nouwen aan het werk gezet, die een nieuwe oplossing moest bedenken voor de vastlopende snelwegen. Uitgerekend Paul Nouwen, eerder als ANWB-voorzitter juist dé grote tegenstander van tolpoorten, kwam met de oplossing om tot spitsheffing over te gaan. Hij noemde het echter geen tol- of spitsheffing meer, maar sprak van 'knelpunten' en 'tarieven'. Andere beeldspraak leidde ertoe dat het probleem voor iedereen ineens helder en behapbaar werd. En nu was er ineens wél volop steun voor dat idee.

Ander taalgebruik dus, maar ook een andere aanpak. Want er was nu ook een gezamenlijke droom. Alle leden van de commissie Nouwen schaarden zich achter de wens dat er een nieuw systeem moest komen dat de motorrijtuigbelasting zou vervangen. Verbetering van mobiliteit én voldoende maatschappelijk draagvlak, daar kon werkelijk iedereen zich in vinden. Meer details had de droom in het begin niet.

De club van Nouwen kwam diverse keren bij elkaar om die visie verder uit te werken. Dat proces van gezamenlijk nadenken, discussiëren en onderhandelen rondom een gezamenlijk eindbeeld was van cruciale betekenis. Het samen optrekken leidde tot krachtige samenwerking. Het hielp ook dat Nouwen de leden van het platform strikte afspraken liet maken: alles ten dienste van het samen plannen maken! Niemand spreekt met de pers voordat het advies officieel is uitgebracht. Iedereen spant zich maximaal in om de eigen achterban na het uitbrengen van het advies te overtuigen. En geen enkel lid mag zich laten vervangen door een ander.

Sindsdien wordt er over kilometerbeprijzing gesproken in plaats van over tol- of spitsheffing. Zoals het logisch is dat je voor een vakantiehuisje in het hoogseizoen een hoger tarief betaalt, zo is het ook vanzelfsprekend geworden dat een automobilist extra betaalt voor het gebruik van de weg tijdens de spitsuren.

Woordkeuze en groepsvorming als cruciale elementen. Maar ook verhaalvorming. De enorme clash van Netelenbos met de automobilistenlobby spreekt na al die jaren nog steeds tot de verbeelding. Die ruzie maakte daarna wel de weg vrij voor inkeer en bereidheid tot samenwerking. Nouwen bedacht daarvoor een heuse nieuwe storyline.

En zoals in veel verhalen loopt het na een dramatisch hoogtepunt aan het eind dan toch goed af. Als zich geen nieuwe beren op de weg begeven, tenminste. Dat is dan weer een nieuw verhaal.

Visievorming in transitieprocessen, evaluatieonderzoek in opdracht van Milieu- en Natuurplanbureau/RIVM rond de casus 'de dramaturgie van het filebeleid: rekeningrijden, kilometerheffing, kilometerbeprijzing'. Universiteit van Amsterdam, 2005


dinsdag 10 juni 2008

Waar patiënten beter van worden (en eigenlijk iedereen van opknapt)

Zo ging het in de jaren zestig... Ziekenzaal in huis Voorburg in Vught

Ziek zijn is topsport. Wie in het ziekenhuis ligt, heeft niet alleen veel aandacht en zorg nodig, maar ook optimale omstandigheden.

Dit in aanmerking genomen is het verbijsterend dat mensen in ziekenhuizen en verpleegtehuizen nog steeds lange dagen doorbrengen in grijze kolossen met uitzicht op blinde muren en treurig meubilair. Ze moeten het doen met televisieprogramma’s, die overdag vaak bestaan uit herhalingen en verkoopprogramma’s. Ze krijgen maaltijden voorgeschoteld op vaste tijdstippen, die voor een groot deel bestaan uit voorverpakte kleffe boterhammen en te lang gekookte prak. En voor enige privacy kun je een schamel gordijntje dichttrekken.

Sommige ziekenhuizen en verpleeghuizen hebben stappen gezet om de omgeving voor patiënten aantrekkelijker en persoonlijker te maken. Maar het kan nog veel beter.

Zet mensen in het licht
Zonlicht maakt mensen gelukkiger, ziek of niet. Extra licht werkt als een natuurlijk antidepressivum en helpt mensen om hun winterdip te boven te komen. Uit een studie van het Nederlands Instituut voor Neurologie blijkt bovendien dat veel licht dementerenden helpt om hun dagelijkse werkzaamheden voor hun groot deel weer uit te voeren. De biologische klok moet blijkbaar een handje geholpen worden.

Biedt volop uitzicht
Monniken bouwden hun kloosters op de mooiste landschappelijke plekken van Europa. Zij wisten al dat een wijd uitzicht veel inspiratie en een beter gevoel opleveren. Een wijde open ruimte helpt mensen om weer wat perspectief te krijgen.

En dan bij voorkeur een uitzicht op bomen en weilanden
Mensen ervaren plekken met planten als prettiger, wat leidt tot een aantoonbare afname van stress. Binnenskamers zijn planten in ziekenhuizen niet altijd realiseerbaar, maar buiten wel!

Zorg voor multimediale afleiding
De dagen in het ziekenhuis zijn vaak lang en saai. Het huidige televisieaanbod overdag werkt niet echt bevorderend. De stichting Lodewijk zorgt ervoor dat patiënten toegang krijgen tot een zogenaamd Multimedia Center. Hierin kunnen zij vanuit hun bed tv en verschillende films kijken, muziek en radio beluisteren en enkele websites bezoeken met behulp van een simpele afstandsbediening. Zo voor de hand liggend dat het verbazingwekkend is dat dit initiatief niet eerder is genomen.

Geef mensen geweldig eten: maaltijden als vervolgverhaal
Net als bij zware inspanning verbruikt het lichaam bij ziekte meer voedingsstoffen en energie. Wie ziek is, moet extra letten op zijn voeding. Maar niet alleen op de juiste hoeveelheid eiwitten en vitaminen, maar vooral ook op gerechten die plezier geven. Maaltijden vormen voor patiënten immers vaak de hoogtepunten van de dag. Eetontwerpster Marije Vogelzang bedacht een reeks maaltijden voor ziekenhuizen, die patiënten werden voorgeschoteld als vervolgverhaal.

En geef ze eigen keuzevrijheid
Patiënten die zelf een maaltijd mogen kiezen eten beter. Eetgenot gaat ondervoeding tegen en leidt er bovendien toe dat patiënten sneller herstellen. In het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen is er een persoonlijk assistent die de eetwensen van de patiënt noteert en klaar maakt. Patiënten kunnen zelf bepalen of ze willen uitslapen en dus laat ontbijten. Of ze tussen de middag warm willen eten of juist in de avond. Of ze een snack bij de televisie willen verorberen.

zondag 8 juni 2008

Feestflow


Mensen met rare hoeden, felgestreepte beschilderingen, toeters en pruiken begeven zich al joelend naar de plek waar zij zich gezamenlijk achter het televisietoestel opstellen. De massaliteit waarmee Nederlanders zich in het oranje feestgedruis storten, laat zien dat feesten een oerbehoefte is.

Misschien hebben we dit soort nationale verbroederingsfestijnen wel meer nodig dan ooit, nu traditionele feestmomenten rond huwelijken en verjaardagen niet meer verplicht gevierd hoeven te worden. Om mij heen zie ik namelijk dat mensen dit soort persoonlijke mijlpalen steeds minder aanleiding vinden voor een feestje. Stellen die wél trouwen, maar dat niet vieren met vrienden en bekenden. Mensen die hun verjaardag stilletjes voorbij laten gaan. Jubilea die wel aangekondigd worden, maar nooit met een feest kracht bijgezet worden.

Ik snap deze mensen wel, want ik weet uit eigen ervaring dat je jezelf met het organiseren van een feest kwetsbaar opstelt. Niet alleen omdat je jezelf in het middelpunt van de belangstelling plaatst, maar ook omdat je als organisator je ziel en zaligheid legt in het welslagen van het feest. Als gasten voortijdig afhaken of – nog erger – vlak voor het festijn met een onduidelijke smoes afzeggen, voelt dat als een persoonlijk falen.

Toch denk ik dat feesten - en dan zeker de persoonlijke - te belangrijk zijn om te laten schieten. Vorig jaar besprak ik met enkele vriendinnen wat de hoogtepunten waren geweest in onze levens tot nu toe. Sommigen noemden een bijzondere reis, maar enkele anderen noemden één of meerdere gedenkwaardige feesten. Dat is volgens mij niet toevallig. Niet alleen het feest zelf maar ook de gezamenlijke organisatie en voorpret voorafgaand aan het feest, maakten het tot topervaringen.

Voor ons persoonlijk was het besluit om een trouwfeest te geven één van onze beste beslissingen tot nu toe. Het zelf vormgeven aan zo’n feest was op zichzelf al een geweldige ervaring, maar ook bracht het feest onze vriendenkring samen op een voor ons belangrijk moment. Dat heeft onze vriendschappen met al deze afzonderlijke personen niet alleen een belangrijke impuls gegeven, maar ook nieuwe banden geschapen tussen onze vrienden onderling. Achteraf gezien is het trouwfeest een geweldige investering in onderlinge verbondenheid geweest.

Feesten brengen mensen op een krachtige manier samen. Dat gaat wel beter als meerdere mensen betrokken zijn bij het welslagen van het feest. Dat hoeft niet in de rol van organisator, wél als actieve deelnemer. Iedere feestganger kan zijn inbreng leveren in de vorm van een speciale outfit, het meebrengen van een eigen gerecht of het voorbereiden van een gezamenlijk geschenk. Hoe meer mensen op die manier betrokkenheid leveren bij het welslagen van het feest, hoe groter de kick voor iedereen. Flow zelfs. Dat is waarom ik warme herinneringen heb aan de straatfeesten, sinterklaasfeesten, oudejaarsfeesten en al die andere feesten waarbij ik betrokken was. En dat is waarom ik doorga met vieren.

Inspirerend boek over feesten:
Vier je Leven, geschreven door Anne Teunis, 2008

zaterdag 7 juni 2008

Vlokken in juni


Het sneeuwde gisteren in de tuin. De witte rozenstruik bloeit dit jaar zo overvloedig, dat je een dons van rozenblaadjes over je heen krijgt als je er langs loopt.

Juni is overvloed: rozen in de tuin, aardbeien, asperges en tomaten in de keuken. Samen met Niels struinde ik gisteren de slager, kaaswinkel, bloemenwinkel en supermarkt af. Wat zullen we kiezen: watermeloen of galiameloen? Weet je wat, we doen allebei. Er stonden allerlei Italiaanse gerechten op ons programma, omdat die gerechten de ultieme zomerkeuken symboliseren. Met bruchetta, olijven, gemarineerde asperges en andere antipasti. Kalfsschnitzels afgeblust met marsala, gepofte aardappels en gevulde tomaten uit de oven.

Er meldden zich in de loop van de middag nóg vier gasten voor het zomerdiner van gisteravond. Samen met de kinderen wandelde ik weer terug naar de slager voor extra kalfsschnitzeltjes. De verkoopster snapte er niets van vroeg wat wij er allemaal mee van plan waren.

Het ultieme sluitstuk van het zomerdiner was een trifle met aardbeien, meringues en limoncello. Ik had namelijk een site gevonden die helemaal gewijd is aan trifles (zelfs trifles voor het ontbijt!!) , waar ik dit recept vandaan plukte. Sneeuwwitte room met vlokken van aardbeien en frambozen. Hij smaakte geweldig. Van mij mag het altijd juni blijven.


Trifle met room, aardbeien en limoncello (8 personen)

Dit heb je ervoor nodig:

een halve liter slagroom
500 gram volle kwark (of Griekse yoghurt)
suiker naar smaak
750 gram aardbeien
150 gram frambozen
250 gram meringues (eiwitschuimpjes)
een scheut limoncello (Italiaanse citroenlikeur)
5 kleine cakes


Zo maak je het:

Klop de slagroom met suiker naar smaak. Meng hier de kwark doorheen. Maak de aardbeien schoon en snijd ze in stukjes. Doe hetzelfde met de frambozen. Leg op de bodem van een grote glazen schaal de cakes. Schenk hier een scheut limoncello overheen. Schep hierop de helft van het roomkwarkmengsel. Daarop komen de aardbeien. Kruimel hierover een laag meringues heen. Sluit af met de rest van het roomkwarkmengsel en de frambozen.