maandag 28 november 2011

Zeven onmogelijke vragen aan Peter te Riele

Peter te Riele is onderwijsspecialist in uiteenlopende rollen: trainer, begeleider, coach, mediator, auteur, ontwikkelaar en vernieuwer. "Het is belangrijk om de juiste reuzen te kiezen."

Zeven onmogelijke vragen (13)
Vraag een creatieve persoon nooit waar zijn ideeën precies vandaan komen, want daar is 'onmogelijk antwoord op te geven'. Toch ga ik die uitdaging aan. In deze serie leg ik zeven vragen voor aan kunstenaars, ontwerpers, ideeënmakers en andere 'creatieven' over hun creativiteit en inspiratiebronnen. In deze dertiende aflevering is het woord aan Peter te Riele.

1. Wat betekent creativiteit voor jou?
Iedereen verstaat iets onder creativiteit, maar zelden bedoelen we hetzelfde. Het woord kan bovendien verschillende dimensies hebben, afhankelijk van de context. Voor mij is creativiteit een proces van handelen (op gevoel, gedachte, intuïtie en soms juist zonder) om doelgericht of juist toevallig een antwoord te vinden op een vooraf (on)gekende vraag of behoefte.

2. Hoe doe je inspiratie op?
Als onderwijsvernieuwer probeer ik veel ‘in the box’(school) te zijn en ‘out of the box’ te denken. Dat betekent dat ik graag technieken gebruik om afstand te nemen, in te zoomen, nieuwe perspectieven te kiezen, metaforen te herkennen en ongewone bronnen te raadplegen.

3. Heb je routines of rituelen om ideeën op te doen of om je werk uit te voeren?
Ik bouw een inhoudelijk verhaal graag op ‘de schouders van reuzen’. Het is dan belangrijk om de juiste reuzen te kiezen. Zo hoef je niet iets vanaf de grond op te bouwen, maar kun je voortborduren op de kwaliteiten van anderen. Qua gereedschap gebruik ik graag de mindmap (op papier of met iMindmap5) en powerpoint om mijn gedachten vast te leggen en te structureren.

4. Wat is je meest favoriete werk dat je ooit gemaakt hebt?
Ik ben als vrijwilliger sterk betrokken bij de Style Foundation, die een onderwijsproject in Kenia uitvoert. Ik mocht op basis van een brainstorm een schoolsysteem ontwerpen zoals een ambachtsschool in Nederland eruit zou kunnen zien. Op dit moment wordt deze school al gebouwd. Ik hoop in de zomervakantie van 2012 de eerste docenten te trainen.

5. Wil je iets met je creatieve werk tot uitdrukking brengen?
Ik zou heel graag ons onderwijs een belangrijke koerswijziging laten maken. Eerst via de weg van evolutie, maar ik ben er meer en meer van overtuigd dat er een onderwijsrevolutie nodig is. Daarbij is creativiteit een vereiste.

6. Welke creatieve droom wil je nog eens tot uitvoering brengen?
Aan mijn creatieve droom ben ik begonnen door het project in Kenia te realiseren. Maar het zou fantastisch zijn als via een Keniaanse bocht het onderwijs in Nederland of in andere landen ermee verbeterd zouden kunnen worden.

7. Wat is het beste advies dat je ooit gekregen hebt over creativiteit?
Het zijn niet zozeer adviezen maar de mensen die een voorbeeld zijn voor mij. Dat je op een eigen-wijze manier van denken een beweging kunt starten die tegen de stroom in toch kansrijk blijkt. Creativiteit zit ‘m net als goed onderwijs niet alleen in hoofd maar ook in hart en handen. Je moet het niet alleen denken, maar vooral doen: doordacht en op gevoel.
Een van mijn grootste voorbeelden op onderwijsgebied is Toshiro Kanamori, een Japanse docent. In de RVU-documentaire De Japanse Levensles wordt hij een jaar lang gevolgd. Elke docent zou deze documentaire eens gezien moeten hebben om daar conclusies uit te trekken.
Mijn advies voor creativiteit in het onderwijs: kijk naar deze documentaire of de Engelstalige versie ‘Children Full of Live’. En gebruik de aanmoediging daarbij van Margaret Mead: “Never doubt that a small group of thoughtful, committed, citizens can change the world. Indeed, it is the only thing that ever has.”

Meer informatie:
Website: Advies, Hulp & Actie
Twitter: Peter te Riele
E-mail: peterteriele@hotmail.com
Telefoon: 06 - 28 88 68 59


Eerdere afleveringen in deze serie:
  1. Jan Willem van Swigchem 
  2. Alieke van der Wijk 
  3. Marleen Smit 
  4. Frank de Wit
  5. Marian Filarski 
  6. Anja de Crom
  7. Yoeke Nagel 
  8. Joris van Ooijen 
  9. Marcel van Driel
  10. Marieke van Dam 
  11. Ward van Os 
  12. Lidion Zierikzee




Share/Save/Bookmark

woensdag 23 november 2011

Creatieve impact begint bij jezelf

Loslaten en zelf het creatieve voorbeeld geven. Dat waren twee belangrijke thema’s op het congres Creativiteit voor de Overheid, dat deze week bij de gemeente Oss gehouden werd.

Goedmaken wat haar voorgangers verprutst hadden. Zo kenschetste een gemeenteambtenaar op een van de workshops haar activiteiten om de woonwagenterreinen in haar gemeente op orde te krijgen. Dat betekende allereerst een grootscheepse schoonmaakdag om schoon schip te maken op dat terrein.

Na een afspraak met een bewoner zat ze tevergeefs anderhalf uur te wachten. Daarbij zag ze hoe de ‘zooi’ op het terrein voor de bewoners iets heel anders betekende: handel. Vervolgens begreep ze waarom de bewoners haar schoonmaakplan niet juichend ontvangen hadden. “Anderhalf uur wachten was uiterst leerzaam”, vertelde de ambtenaar aan ons. Ze wist nu dat er een heel andere insteek nodig was om met de bewoners in gesprek te raken.

Doe liever even niets
Haar verhaal  illustreerde prachtig een van de centrale thema’s tijdens het congres Creativiteit voor de Overheid. Je kunt heel krampachtig naar nieuwe oplossingen zoeken en fanatiek dingen aanpakken. Maar vaak komen de oplossingen zo in onze armen gedreven als je afstand neemt.

“De oplossing is misschien heel dichtbij”, zei spreker Igor Byttebier van New Shoes Today en bekend van het handboek Creativiteit Hoe? Zo! "Stel je open. Vanuit die houding werken is veel relaxter. We zijn verslaafd aan handelen, maar nietsdoen is wellicht raadzamer.”

Dik honderd ambtenaren van gemeenten, waterschappen en andere overheidsorganisaties waren in Oss bijeen voor creatieve inspiratie. Deze boodschap over loslaten sprak hen aan, hoorde ik om mij heen. Het sluit helemaal aan bij de nieuwe ideologie in gemeenteland dat iedere inwoner zoveel mogelijk zelfredzaam moet zijn.

De overheid is er vooral voor de hulp aan de meest kwetsbaren en mag dus meer afwachten en loslaten. Dat past in de tijdgeest van minder betutteling, maar komt de overheid ook goed uit in een tijd van ingrijpende bezuinigingen. "Vijftig procent wat we doen, is eigenlijk niet meer nodig", schatte Igor Byttebier in. De bezem er doorheen dus.

Gerard Puccio, hoogleraar bij het International Center for Studies in Creativity in Buffalo, sloot daarbij aan. "Never waste a crisis", was zijn motto. Een crisis levert namelijk per definitie beperkingen op. En juist beperkingen zijn de voedingsbodem voor nieuwe kansrijke ideeën.

Hoe laat je de bal verder rollen?
Tegelijkertijd zijn ambtenaren op zoek naar impact en resultaat. Je kunt wel een trap tegen de bal geven in een gemeentelijke organisatie, maar hoe laat je de bal verder rollen?

Bedenkers van innovatieve plannen hebben het vaak moeilijk in overheidsorganisaties. Ze moeten veel compromissen sluiten, waardoor alle krullen en slingers al snel verdwijnen. Ze krijgen te maken met protocollen en strakke regelgeving. Ze zien toe hoe hun vernieuwende ideeën versneden raken tot vierkante blokjes, die in de al bekende kaders passen. Het oorspronkelijke idee is een bruingrijze verfklodder geworden, die voor de bedenker niet meer herkenbaar is.

Toch moet je daardoor niet laten ontmoedigen, was de boodschap op het congres. Creativiteit begint vooral klein, bij jezelf of in een klein team. “We kunnen anderen niet helpen als we onszelf niet toestaan om creatief te zijn”, zei Gerard Puccio.

Iedereen kan het verschil maken
Boven alles hield Puccio een pleidooi voor creatief leiderschap: iedereen kan besluiten om het verschil te maken. Leiderschap heeft in dit verband dan ook niets te maken met (managements-)posities, maar met het lef om besluiten te nemen en invloed uit te oefenen.

“Als je anderen creativiteit wil leren, moet je het goede voorbeeld geven, net zoals bij de opvoeding van kinderen”, zei hij. “They wil do what you do.

Zorgen voor impact begint dus bij jezelf. Wacht niet op toestemming, maar begin. Koester je inspiratiebronnen. Draag kleine succesjes verder uit. En zoek de verbinding met anderen: uiteindelijk zijn we sociale dieren, die graag samen pret maken. Als je samen lol hebt, betekent dat in creatief opzicht dat je iets goeds te pakken hebt.

Leer lenig denken
Ideeën nodig om je creatieve denkvermogen op te rekken? In het boek Lenig denken, technieken voor creatieve denkkracht lees je een groot aantal ideeën en oefeningen, die je op je werk en in je privéleven van pas komen. Bestel het boek nu bij Managementboek. 
Mis mijn volgende artikel niet!
Sigrid van Iersel is als schrijver en journalist gespecialiseerd in creatief denken en storytelling. Zij helpt bij het verzinnen van meer en betere ideeën en laat voelen waarom ze belangrijk zijn. Gemakkelijk op de hoogte blijven van deze artikelen? Vul dan hier je e-mailadres in en ontvang automatisch een mail bij de publicatie van ieder nieuw artikel.

Share/Save/Bookmark

maandag 21 november 2011

Zeven onmogelijke vragen aan Lidion Zierikzee



Lidion Zierikzee is theatermaker, freelance theaterdocent en clown. "Als je je hart volgt en goed contact maakt, dan heb je alle vrijheid en ontstaat de beste creativiteit."


Zeven onmogelijke vragen (12)
Vraag een creatieve persoon nooit waar zijn ideeën precies vandaan komen, want daar is 'onmogelijk antwoord op te geven'. Toch ga ik die uitdaging aan. In deze serie leg ik zeven vragen voor aan kunstenaars, ontwerpers, ideeënmakers en andere 'creatieven' over hun creativiteit en inspiratiebronnen. In deze twaalfde aflevering is het woord aan Lidion Zierikzee.
Lidion geeft workshops en speelt eigen voorstellingen, zoals Bino de Musical in samenwerking met kinderboekenschrijver Marcel van Driel. Ook realiseert en ondersteunt ze samen met haar vader projecten in Bosnië-Herzegovina. Lidion schreef het handboek: De Clown Onderwijst - Hoe kunnen theaterdocenten aan de slag met de rode neus in het onderwijs?


1. Wat betekent creativiteit voor jou?
Creativiteit betekent voor mij vrijheid. Vrijheid in ons denken. Ik las ooit op een kalender:
'creativiteit kan maar één kant op, de onverwachtse'. Daar geloof ik in. Als je in je eigen vijver blijft vissen, vang je altijd vissen die je kent, totdat er geen één meer over is. Creativiteit ontstaat voor mij daar waar je buiten die vijver je hengel durft uit te gooien. Wie weet wat je straks aan je haak zult hebben?

2. Hoe doe je inspiratie op?
Het dagelijks leven, maar vooral kleine kinderen. Zij hebben nog alle vrijheid in zich. Van houten blokken maken zij auto’s, stoelen worden kruiwagens of vliegtuigen. Wij volwassen stoppen er stukje bij beetje normen, waarden, betekenissen en gedragscodes in. ‘Dit is een stoel, die bedoeld is om op te zitten!’ Langzaam verliezen de kinderen zo hun onschuld en vrijheid. Door naar kinderen te kijken, zie ik dat een stoel ook een kruiwagen kan zijn. Er ontstaat een wereld aan mogelijkheden. Die mogelijkheden geven mij vrijheid als maker en speler. Maar ook de beklemmingen en betekenissen van spullen en situaties dagen mij uit om met creatieve, niet alledaagse oplossingen te komen.

3. Heb je routines of rituelen om ideeën op te doen of om je werk uit te voeren?
De inspiratie komt bij mij op het moment dat ik mijn denken uit kan zetten. Ik probeer dus zoveel mogelijk ‘ 'in het moment’ te zijn met mijn spelers tijdens de repetitie of als clown met een gehandicapt kind in een instelling. Dat doe ik door niet (teveel) van te voren te bedenken wat ik ga doen, maar ter plekke - in contact met de ander - een beweging in gang te zetten. Vaak weet ik niet waar het gaat eindigen, heel spannend. Maar ik geloof erin: als jij je hart volgt en goed contact maakt, dan heb je alle vrijheid en ontstaat de beste creativiteit.


Ik vind dat vaak hartstikke lastig in onze huidige samenleving. Er is altijd wel iets wat er voor zorgt dat je weer in je hoofd gaat zitten. Gaat niet je telefoon dan heb je alweer een nieuw mailtje of moet je vanavond wel echt een scène afhebben. Vaak zet ik dan alle apparatuur uit en ga de natuur in. Ik lees een goed kinderboek of wijd me aan mijn favoriete bezigheid: mensen kijken. Jonge spelende kinderen, twee oudjes op een bankje of al het langslopende publiek op het station. Daar ontstaan mijn personages, de verhaallijnen en de problemen waar de personages (net als de clown) altijd mee te maken krijgen. Heerlijk.

4. Wat is je meest favoriete werk dat je ooit gemaakt hebt?
Mijn favoriete werk is mijn maskertheatervoorstelling ‘ Koude Koffie’ waar ik onder begeleiding van één van Nederlands grootste maskermakers Frans Krom, mijn eigen maskers mocht maken. Niet nadenken maar doen, met mijn handen in de klei. Wat een rust.

De voorstelling heb ik gemaakt met vier jonge talentvolle spelers. Door hen ook te trainen om in het moment te zijn (d.m.v. energie, clown en maskerlessen) ontstond een magische flow die niet meer te stoppen was. We visten in alle vijvers die we konden vinden, vol creativiteit en dat kon maar één kant op, de onverwachtse. Ik had nooit verwacht dat die voorstelling zo een succes zou zijn, maar ik studeerde af met een 9!

Mijn meest favoriete project is mijn project Clowns on Tour dat ik samen met reisgenoot en vader Hans Zierikzee op dit moment doe in Bosnië-Herzegovina. We spelen als clown in instellingen voor gehandicapten en bejaardentehuizen en geven workshops op scholen uit het dorp. Afgelopen reis en de komende reizen richten wij ons op project NADA, een onderwijsproject voor gehandicapte kinderen in Sanski Most, een dorp in het noorden van Bosnië-Herzegovina. We steunen en doceren de kinderen. Ook kregen we het voor elkaar om een betaald baantje te creëren voor twee jonge dames binnen het project.

In juni 2012 willen we voor de kinderen van NADA en de plaatselijke basisscholen een projectweek organiseren. De clown is vrij, net als een kind. Als ik mijn rode neus opzet, leef ik echt vanuit mijn hart en beleef ik magische momenten met de kinderen. Toen we laatst bij NADA waren, had Sanel, een jongetje van 9 jaar, elke week naar mij gevraagd. Samen hebben we de vorige keer heel veel gezongen. Toen hij me weer zag, herkende hij me eerst niet zonder neus. Hij ging twijfelend aan tafel zitten, maar na een minuut hief hij zijn hoofd op, keek mij recht aan, glimlachte en begon te zingen. Wauw!

5. Wil je iets met je creatieve werk tot uitdrukking brengen?
Theater is voor mij een middel om contact te maken. Contact met jezelf, de ander en je omgeving. Vanuit contact ontstaat beweging. Dan ontstaan er unieke momenten die hopelijk niet vergeten worden en iets bijdragen. Een acteur die meer leert over zichzelf, een publiek dat geraakt wordt, een leerling die nieuwsgierig wordt of een kind dat ontdekt dat hij van zingen houdt. Die beweging wil ik veroorzaken.


6. Welke creatieve droom wil je nog eens tot uitvoering brengen?
Mijn grootste droom is om meer tijd en mogelijkheden te hebben om datgene te doen wat ik werkelijk wil doen. Condities creëren om inspiratie te krijgen. Nu wordt de tijd vaak opgeslokt door werkzaamheden die moeten, omdat er nou eenmaal brood op de plank moet komen of omdat er geen budget voor is. Ik wil niets liever dan met mijn handen de klei in gaan, een nieuwe voorstelling maken of in de auto af te reizen naar Bosnië-Herzegovina.
De meest creatieve droom? Dat is mijn spannende manier van werken. Ik heb geen idee hoe die droom eruit gaat zien....behalve die rode neus...daar ben ik heel zeker van!


7. Wat is het beste advies dat je ooit gekregen hebt over creativiteit?
Dit advies kwam van clownsdocent Eric de Bont, waarmee ik drie maanden mocht werken op zijn Internationale Clownsschool op Ibiza. ‘Ga uit dat koppie en volg je gevoel, dan komt het allemaal goed’. En tot nu toe, als ik dat werkelijk doe, komt alles goed en zelfs nog beter dan verwacht!


Meer informatie:
Website: Lidionzierikzee en declownonderwijst (voor haar clownsprojecten)
Twitter: @vrolijkliedje
Youtube: Clowns on Tour – Bosnia ‘ A moment of contact’
E-mail: Lidionzierikzee@gmail.com


Eerdere afleveringen in deze serie:
  1. Jan Willem van Swigchem 
  2. Alieke van der Wijk 
  3. Marleen Smit 
  4. Frank de Wit
  5. Marian Filarski 
  6. Anja de Crom
  7. Yoeke Nagel 
  8. Joris van Ooijen 
  9. Marcel van Driel
  10. Marieke van Dam 
  11. Ward van Os




Share/Save/Bookmark

maandag 14 november 2011

Zeven onmogelijke vragen aan Ward van Os


Ward van Os is creativiteitscoach. Inspiratie is de grootste driver in alles wat hij doet. "Ik kan genieten van de dingen die mensen verzinnen in hun zoektocht naar creatieve oplossingen."

Zeven onmogelijke vragen (11)
Vraag een creatieve persoon nooit waar zijn ideeën precies vandaan komen, want daar is 'onmogelijk antwoord op te geven'. Toch ga ik die uitdaging aan. In deze serie leg ik zeven vragen voor aan kunstenaars, ontwerpers, ideeënmakers en andere 'creatieven' over hun creativiteit en inspiratiebronnen. In deze elfde aflevering is het woord aan Ward van Os.

Ward startte zijn loopbaan in het jongerenwerk en koos in 1998 voor een carrière bij Amnesty International in Vlaanderen. Eerst als jongerenwerker, later als campagne- en bewegingsverantwoordelijke. Nu staat hij er aan het hoofd van de afdeling fondsenwerving. Als bijbaan startte hij zijn bureau Mindblow. Hij geeft hij trainingen en workshops met als sleutelwoorden: creativiteit, mindmappen, brainstormen, out of the box denken, vertellen, inspireren, faciliteren, presenteren, prezi, pecha-kucha, sociale netwerkcommunicatie, netiquette en nog veel meer.


1. Wat betekent creativiteit voor jou?
Ik heb lang gedacht helemaal niet creatief te zijn. Ik kan niet tekenen, boetseren is niks voor mij en handwerken... daar heb ik het geduld niet voor. Maar ik hou van creativiteit. Ik heb namelijk een zwak voor ideeëncreativiteit en kan genieten van de dingen die mensen verzinnen in hun zoektocht naar creatieve oplossingen. Creativiteit zit voor mij dus in een briljante versie voor een alledaags gebruiksvoorwerp, een sublieme commercial en heel vaak ook in ‘design’. Creativiteit zit niet enkel in het ontwerp, maar ook de materiaalkeuze, de visuele uitwerking... dingen die bedacht zijn door te denken met een bochtje :-)

2. Hoe doe je inspiratie op?
Ik ben wat men noemt een ‘rechterhelftdenker’ en dus haal ik inspiratie uit de dingen om me heen, hoe meer prikkels hoe beter. Een kamer met vele dingen aan de muur, een stapel ‘Boomerang’ kaartjes, vakantiekiekjes, tijdschriften, muziek op de radio... Voelen, proeven, ruiken en dromen... vooral dromen.

3. Heb je routines of rituelen om ideeën op te doen of om je werk uit te voeren?
Om te brainstormen gebruik ik vaak post-its-notes of mindmaps. En ook inspiratie uit de omgeving. Voor de rest probeer ik om juist niet in routine te vervallen. Het menselijk brein is namelijk een hele goeie patroonmaker, maar bij creatief denken willen we die patronen juist doorbreken. En dat doe je het beste door letterlijk nieuwe paden te bewandelen. Het is een beetje als mijn kookkunsten. Ik kan namelijk geen twee keer hetzelfde gerecht maken en mijn kookboeken staan er voornamelijk ter inspiratie.

4. Wat is je meest favoriete werk dat je ooit gemaakt hebt?
Als trainer haal ik steeds veel energie uit mijn werk als de vonk overslaat en men aan de slag gaat met creativiteit. Zo begeleidde ik op vraag van een klant een aantal medewerkers die een workshop in elkaar moesten steken, gebaseerd op de principes van Pecha Kucha (www.pecha-kucha.org). Ze hadden hier geen ervaring in maar het resultaat was excellent.

5. Wil je iets met je creatieve werk tot uitdrukking brengen?
Oei, da’s een moeilijke vraag. Ik wil mensen inspireren. Inspireren om ‘out-of-the-box’ te denken. Te denken met een bochtje, te genieten van de creatieve dingen die er al zijn, en die te zien. En ik, ik wil genieten.

6. Welke creatieve droom wil je nog eens tot uitvoering brengen?
Ik zou het heel erg fijn vinden als het resultaat van een brainstormsessie een product zou zijn dat bijvoorbeeld in ieders huiskamer te vinden is. Iets groots of iets kleins, waarvan ik weet wanneer en hoe het idee ontstaan is.

7. Wat is het beste advies dat je ooit gekregen hebt over creativiteit?
De ‘broebelfase’. Ik ben een grote fan van het boek Creativiteit. Hoe? Zo! van Igor Byttebier. Hij beschrijft het creatief proces in drie fasen: één: de startfase, die gaat over ‘het vraagstuk’, twee: divergeren, zoveel mogelijk creatieve antwoorden verzamelen, en drie: convergeren, een oplossing selecteren. Maar soms moet je er een nachtje over kunnen slapen, de ideeën even laten rusten, het even in je hooft laten ‘broebelen’. Ik weet niet meer wie me die tip gaf, maar sindsdien gebruik ik hem en geef ik hem door. ‘De broebelfase’, alsjeblieft.

Meer informatie:
Website: www.mindblow.be
LinkedIn: Ward van Os
Twitter: @_mindblow en @wardvanos
Telefoon: + 32 486 15 44 89

Eerdere afleveringen in deze serie:
  1. Jan Willem van Swigchem 
  2. Alieke van der Wijk 
  3. Marleen Smit 
  4. Frank de Wit
  5. Marian Filarski 
  6. Anja de Crom
  7. Yoeke Nagel 
  8. Joris van Ooijen 
  9. Marcel van Driel 
  10. Marieke van Dam



dinsdag 8 november 2011

Zeven onmogelijke vragen aan Marieke van Dam

Marieke van Dam is eigenaar van Bureau Play. Ze geeft playshops, bedenkt Speelregels – ontregelende speelse opdrachtjes – en geeft deze als kaartenset uit. Verder schrijft ze een speelboek voor volwassenen. Haar motto: We don't stop playing because we grow old. We grow old because we stop playing.

Zeven onmogelijke vragen (10)
Vraag een creatieve persoon nooit waar zijn ideeën precies vandaan komen, want daar is 'onmogelijk antwoord op te geven'. Toch ga ik die uitdaging aan. In deze serie leg ik zeven vragen voor aan kunstenaars, ontwerpers, ideeënmakers en andere 'creatieven' over hun creativiteit en inspiratiebronnen. In deze tiende aflevering is het woord aan Marieke van Dam.

1. Wat betekent creativiteit voor jou?

Creativiteit betekent voor mij mogelijkheden zien waar ik ze (in eerste instantie) niet verwacht. Creativiteit ontstaat voor mij vaak in de rafelrandjes. Daar waar dingen mis gaan of niet lijken te lukken, komen vaak de beste ideeën en mooiste oplossingen naar voren. Dit geldt zowel bij het maken van dingen maar ook om iets voor elkaar te krijgen. Zo heb ik de Speelregels verzonnen om kopjes koffie te verdienen zodat ik mijn boek in koffietentjes kon schrijven.

2. Hoe doe je inspiratie op?

Dat is heel divers. Ik word vaak ineens overvallen door inspiratie. Dat kan zijn door een film die ik zie, een boek dat ik lees, iets dat ik op straat zie. Ik kan dan ineens echt stuiteren van de inspiratie.

Mijn ideeën delen met anderen is misschien nog wel de allerbelangrijkste inspiratiebron. Niks heerlijker dan samen ideeën te stapelen en zo tot nieuwe inspiratie te komen. Tja, en regelmatig uit mijn routine stappen, dingen voor de eerste keer doen, dat werkt ook echt. En als ik vast zit, helpt het vaak om even iets anders te doen: wandelen, opruimen, de afwas doen, dat soort dingen, heel simpel eigenlijk.

3. Heb je routines of rituelen om je werk uit te voeren? 

Het schrijven van mijn boek doe ik in koffietentjes. De geluiden van rustige muziek, het malen van de bonen, het schuimen van de melk, het geroezemoes van pratende mensen, af en toe wat flarden uit gesprekken opvangen. En mijn oog wil ook wat dus ik zoek het liefst tentjes op met een creatieve inrichting waar de spulletjes om me heen nieuwe ideeën prikkelen.

Verder schrijf ik al mijn ideeën (van dwarrelgedachten tot concrete plannen) op in mijn notitieboekje. Ik heb die altijd bij me, net als stiften in alle kleuren, en stickers om de boel nog meer op te vrolijken.

4. Wat is je meest favoriete werk dat je ooit gemaakt hebt?
Mijn speelregels. Dat zijn kleine speelse ontregelende opdrachtjes waarmee ik mensen uitdaag om uit hun dagelijkse routine te stappen. Ik begon ze te schrijven in ruil voor een kopje koffie (via mijn website kreeg ik ruim 110 kopjes koffie in ruil voor een speelregel). Al mijn creativiteit is daar in samen gekomen.

In eerste instantie was het een creatieve oplossing om, terwijl ik tijdelijk niet veel geld had, wel in koffietentjes te kunnen werken. Maar nu ik er al bijna honderd heb geschreven, zie ik dat het echt een product is van mij. De positiviteit, de verrassingen, het uit je routine stappen. En ik ben ontzettend trots dat ik ze nu ook ga uitgeven.

5. Wil je iets met je creatieve werk tot uitdrukking brengen?

Zie kadootjes in het alledaagse. Het leven zit vol verrassingen, het is alleen maar kwestie van een andere bril op zetten. Kleur ook eens buiten de lijntjes. Speel!

6. Welke creatieve droom wil je nog eens tot uitvoering brengen?

Ik zou graag mezelf meer willen ontwikkelen in het grafisch vormgeven. De speelregels worden nu vormgegeven door een te gekke vormgeefster en voor mijn boek ben ik ook op zoek naar een uitgever die waarde hecht aan mooi beeld. Maar het liefste zou ik dat zelf nog eens gaan doen.

7. Wat is het beste advies dat je ooit gekregen hebt over creativiteit?

Niet teveel nadenken. Gewoon ergens beginnen. Dan komt de rest vanzelf.


Meer informatie:
Website: Bureau Play en Speelregels
LinkedIn: Marieke van Dam
Twitter: @mariekevdam en @speelregels

Eerdere afleveringen in deze serie:
  1. Jan Willem van Swigchem 
  2. Alieke van der Wijk 
  3. Marleen Smit 
  4. Frank de Wit
  5. Marian Filarski 
  6. Anja de Crom
  7. Yoeke Nagel 
  8. Joris van Ooijen 
  9. Marcel van Driel 



Share/Save/Bookmark

woensdag 2 november 2011

Zo geef je je lezer verleidelijk lokaas



Wat hebben verhalenvertellers en vissers met elkaar gemeen? Ze kunnen allebei profiteren van aantrekkelijk lokaas.

Een sportvisser die een karper van twintig kilo aan de haak wil slaan, moet daar veel moeite voor doen. Hij bivakkeert weekeinden lang in een tentje langs de waterkant, waar de opstelling van een speciale hengel verraadt wat hij wil vangen.

Ook steekt hij veel tijd in het maken van aas. Voor het rollen van zijn ‘boillies’ (een soort deegbolletjes) gebruikt hij het liefst zijn eigen receptuur. De bolletjes mogen niet te snel uiteenvallen in het water en moeten bovenal lekker smaken. Voor zover je als visser de smaak van een karper kan inschatten natuurlijk!

Zelf heb ik niets met sportvissen, maar ik zie in deze aanpak een belangrijke overeenkomst met het delen van informatie, of dat nu voor een blog is of een andere soort tekst.  Het gebruik van een verhaal is een aanlokkelijke manier om je boodschap voor het voetlicht te brengen of om je lezers bij je onderwerp te betrekken. Maar als je je lezer niet verleidt met het juiste aas, gaat jouw boodschap aan hem voorbij.

Toch is ook voor het gebruik van verhalen een recept te geven. Dat bestaat uit drie eenvoudige stappen:

1. Grijp je lezer bij de kladden

Zorg voor een spannende opening van je verhaal, die onmiddellijk de aandacht van je lezer vangt. Plant bijvoorbeeld een serie onbeantwoorde vragen in het hoofd van je lezer. Je lezer verwacht dat je iedere vraag in het verhaal gaat beantwoorden. Zo verleid je je lezer je verhaal binnen te treden.

2. Voer je lezer nog meer aas

Onderwerpen of ideeën beklijven beter naarmate er meer haakjes aan hangen. Hoe ongewoner iets is, hoe beter we het onthouden. Dat geldt ook voor een verhaal. Leg daarom in je verhaal ongewone verbanden of beschrijf een onverwachte wending. Op deze manier houd je de aandacht vast.

3. Haal de vangst binnen

Je vertelt nooit zomaar een verhaal, want je hebt er een doel mee. Je wilt een inzicht delen, je lezer aanmoedigen of informatie overbrengen.
Aan het slot van je tekst moet het voor je lezer duidelijk zijn waarom je het verhaal hebt verteld. Hij heeft antwoorden gekregen op vragen als:

  • Wat is de betekenis?
  • Waarom is het relevant voor mij?
  • Wat is er veranderd?
  • Hoe kan ik profiteren van het resultaat?

Grijp bijvoorbeeld terug naar de opening: zorg ervoor dat het probleem uit de start van je verhaal uit de wereld geholpen is. Je lezer zal een gevoel van ‘compleetheid’ ervaren: de belofte aan het begin is ingelost.

Bij toepassing van deze drie stappen zal de impact van je verhaal met sprongen verbeteren. Als je alleen maar een mooi verhaal vertelt zonder aan te geven wat de betekenis is, zaai je verwarring en frustratie bij de lezer. Het heeft evenmin zin om alleen je boodschap aan een hengel te hangen. Neem eerst de tijd om je publiek te verleiden met het juiste lokaas.

Toverballen voor het brein
Verhalen maken je nieuwsgierig en sporen aan om door te lezen. Het e-book Toverballen voor het brein doet uit de doeken hoe je deze verhaalkracht en andere technieken op het gebied van storytelling kunt toepassen in informatieve teksten, zoals journalistieke artikelen, websites, brochures en andere teksten. Laagje voor laagje ontsluiert het boek de geheimen van verhalen en vertelt wat je er in teksten mee kunt doen.
Lees hier meer informatie over Toverballen voor het brein.
Mis mijn volgende artikel niet
Sigrid van Iersel is als schrijver en journalist gespecialiseerd in creatief denken en storytelling. Zij helpt bij het verzinnen van meer en betere ideeën en laat in verhalen voelen waarom ze belangrijk zijn.
Gemakkelijk op de hoogte blijven van deze artikelen? Vul dan hier je e-mailadres in en ontvang automatisch een mail bij de publicatie van ieder nieuw artikel.