vrijdag 29 juni 2007

Management-plakboeken

Een bezoekje aan de leukste boekhandel van Den Haag vind ik altijd erg inspirerend. Dit keer niet om de inhoud van de boeken, maar om de vormgeving. Wie dacht dat managementboeken saai en taai zijn, moet er toch ook eens gaan kijken.

Zoals het boek Eckart's Notes van Eckart Wintzen, dat oogt als een zwart Moleskine schets- en notitieboekje, die populair schijnen te zijn bij ontwerpers en architecten. Omdat ook Eckart Wintzen zijn aantekeningen in zijn boekje maakt, is zijn boek ook op die manier uitgegeven. Inclusief doorhalingen, gele markeringen, krabbels in de kantlijn, vlekken en de afdruk van nietjes. Bijgaande voorpublicatie geeft een idee hoe dit eruit ziet. Alleen al om de leuke vormgeving zou je het aanschaffen.

Of anders het boek Zin! van André Meiresonne, meer een kijk- en inspiratieboek dan een managementboek. Grappig, die plakboek-achtige vormgeving met impressies, knipsels, puzzeltjes, mooie foto's en opdrachten. Net als de uitgave zelf: meer een ouderwets cahier uit de jaren zestig dan een boek. Alsof we mogen meespieken in een persoonlijk schriftje.

maandag 25 juni 2007

Complimenten-inflatie

Vroeger stond de strenge badmeester klaar met zijn enge haak als je niet goed op je rug bleef drijven. Dat waren geen leuke uurtjes in het zwembad, maar ten langen leste haalden we toch allemaal onze zwemdiploma's.

Nu doen lieve juffen spetterspelletjes met de beginnende zwemmertjes en reiken bij iedere overgang naar een nieuw badje een felgekleurd certificaat uit. De kinderen worden allemaal al spartelend op de foto gezet, die ouders vervolgens op de beveiligde website kunnen downloaden. De zwemschool doet er alles aan om de wekelijkse zwemles zo vrolijk en gezellig mogelijk te maken met als ultieme doel de kinderen optimaal te stimuleren.

Want stimuleren is leren, denken ook de ouders. Die staan hun kinderen achter de ramen enthousiast toe te juichen bij iedere geslaagd baantje op de rug. Bij het testzwemmen - dat voorafgaat aan het diplomazwemmen - zijn de ouders nog zenuwachtiger dan de kinderen zelf. Een verraste moeder die hoorde dat haar zoon tóch uitverkoren was als diplomazwemmer, hoorde ik in haar enorme opluchting zelfs roepen dat zoonlief 'de speelgoedwinkel mocht gaan leeghalen'.

Deze knul, die dus al overladen wordt met cadeautjes vóór het echte diplomazwemmen, zal straks zijn zwemdiploma ook nog verzilveren bij opa en oma. Ook loopt hij op school trots alle klassen af met het bewijsstuk, waarbij hij van iedere juf een mooi stickertje krijgt. Wat een geweldig resultaat, jongen!

Daar zit ook een keerzijde aan, want onbedoeld voeren we op deze manier de prestatiedruk voor kinderen juist op. De dringende boodschap aan kinderen luidt immers: een zwemdiploma móet en snel! In plaats van dat we onze complimenten en beloningen doseren en reserveren voor wat écht bijzonder is, delen we ze te pas en te onpas en in overvloedige hoeveelheden uit. Zoals voor de zwemdiploma's, waarvoor kinderen geen uitzonderlijke talenten of vaardigheden hoeven te etaleren. Door er zo roekeloos mee rond te strooien, zorgen we juist voor waardedaling van complimenten.

Ondertussen sturen ouders hun kinderen steeds vaker al op 4-jarige leeftijd naar zwemles, terwijl de meeste kleuters op die leeftijd daar motorisch nog niet aan toe zijn (watervrij maken is overigens wel goed, maar daar is geen zwemles voor nodig). Treurig om te horen wat voor soort argumenten ouders daar soms voor aanvoeren. "Tja, ik dacht dat hij wel een kind zou zijn om faalangst te ontwikkelen. Dus door hem nu al op zwemles te doen, hopen we dat te voorkomen....''

Keuzemomenten

Matchen de warmrode mokken wel met de rozerode tegeltjes? Gaan messing deurklinken wel samen met het roestvrijstaal in de keuken? De dilemma's die ik op dit moment tackel, zijn grotendeels van dit niveau. Volkomen krankjorem natuurlijk, als je er echt bij stil staat.

Het aantal keuzes dat we rondom de verbouwing al hebben gemaakt, is inmiddels niet meer te bevatten. Over kranen, handgreepjes, de kleur van het voegmiddel, de plaatsingsrichting van de tegels en de localisering van de contactdozen. Over kersenhouten of mahoniekleurige achterwanden. Over radiatormodellen en nog veel meer. Gek word je ervan.

De meeste keuzes maken we op gevoel. Meestal omdat dit de enige manier is om het hoofd koel te houden. Gelukkig hebben Willem en ik meestal wel dezelfde intuïtieve voorkeuren.

En kennelijk hebben we wel een gelukkige hand van kiezen. Tot nu toe valt de optelsom van al die keuzes bemoedigend uit.

Blog-bronnen

Wie blogt, die blijft. Maar wie alleen inspiratie haalt uit zijn huisdier of zijn buurvrouw, blogt niet lang. Wat zijn dan wel rijke inspiratiebronnen?

Een idee van mijn eigen voorraad blogbronnen:
  • (opgevangen) gesprekken en observaties
  • websurftochten langs interessante sites. Zoals de nieuwssite Ten by ten, dat je in één oogopslag via een heleboel kleine beeldjes je een overzicht geeft van de actualiteit.
  • gevonden voorwerpen: briefjes, affiches, verzamelingen, dichtregels of opschriften: Yesterday is history, tomorrow is mystery, today is a gift, that's why we call it the present.
  • tijdschriften en kranten
  • nieuwsbrieven, bijvoorbeeld van Sak van den Boom over relatiemedia of de Nieuwe Reporter
  • weblogs, zoals van Spoenk, Frisse blikken, Het kan wel, trendwatcher Hilde Roodhart, Marijke Krabbenbos

zondag 24 juni 2007

Writersblog

Een blog beginnen is één ding, het bloggen volhouden is een andere. Veel enthousiaste blogschrijvers schijnen er moeite mee te hebben, meldde dagblad De Pers. Eén op de drie bloggers houdt het binnen drie maanden voor gezien. Zelfs gerenommeerde bloggers als Merel Roze en Frank Janssen hebben last van blogstress.

Zelf heb ik daar zelden problemen mee. Een gedachtespinsel posten, dat geeft juist een buitengewoon prettig gevoel! Maar wel worstel ik soms met een 'writers blog' (blokkerende gedachten, in print ook bekend als writers block). Wat geef ik wel aan cyberspace prijs en wat niet? En wat vindt mijn omgeving ervan dat ik misschien wel over hen schrijf? Schend ik daarmee jullie privacy? Of lezen jullie mijn weblog juist om over jezelf terug te lezen?

In ieder geval zorgen dit soort overwegingen er vaak voor dat ik er maar niets over schrijf. Of dat ik een vorm probeer te vinden waarin ik mijn gedachten toch kwijt kan. Wat dan wel de nodige tijd kost. Schrijven is dus het probleem niet. Ideeën waarover evenmin. Maar het hoe en wat soms wel....

zaterdag 23 juni 2007

Stapelgedichten

Tip van Marije, die het weer gezien had op blog 2.o : stapelgedichten maken. Het is een variant van koelkastpoëzie met titels uit je boekenkast. Leg een aantal titels op elkaar totdat ze een mooi gedicht vormen. Vorm en rijm zijn niet belangrijk, het oproepen van associaties wel.

Uitverkoren
Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten
Verborgen gebreken
De duivel waarschijnlijk

Toen wij van Rotterdam vertrokken
Opwaaiende zomerjurken
De hemel bleek grauw
Droggen zijn bedroom

  • Al dichtend kun je niet alleen een stapel boektitels maken die van boven tot onder een mooie tekst vormen, maar je hele boekenkast zo sorteren dat je van de ene welsprekende titel naar de andere overspringt...
  • Of zulke grote boekenstapels maken, dat je een gekantelde boekenkast nodig hebt om het gedicht bij elkaar te houden...
  • Of iemand als verjaardagsgeschenk een stapel boeken geven die samen een gedicht vormen...
  • Of een stapel boeken maken die samen een recept vormen...
  • Of een verborgen boodschap hebben...
  • Of....

dinsdag 19 juni 2007

De ideale stad

Als mensen het niet zo heerlijk vonden om bij elkaar op een kluitje te wonen, te werken en te recreëren, zouden er niet zoveel steden zijn. Maar niet iedere stad is een ideale mensenstad. Mijn droomstad omvat bijvoorbeeld:
  • Veel kleur in de openbare ruimte. Voordeuren in alle kleuren van de regenboog, stoeptegels in terracotta, vrolijk beschilderde schuttingen en satellietschotels
  • Gekleurde huizen, zoals de gedurfde veelkleurige woningen van architectenbureau MVDRV in de Haagse wijk Ypenburg en de Regenboogwijk in Almere;
  • Veel pleinen met terrassen zónder humeurige obers;
  • Veel slenterruimte;
  • Tuinen op allerlei mogelijke en onmogelijke plekken: geveltuinen, daktuinen en binnentuinen;
  • Platte daken op grote gebouwen in dichtgebouwde gebieden, die omgebouwd worden als sportterrein of picknickplaats
  • Rommelstukjes, waar kleine diertjes kunnen leven, bloemen zich naar hartelust kunnen uitzaaien en kinderen kunnen huttenbouwen en experimenteren;
  • Stilteruimtes om je te onttrekken aan de hectiek van de stad
  • Een treinstation waar wonen, werken en recreatie helemaal met elkaar verknoopt zijn. Bijvoorbeeld met werkplekken, waar wachtende reizigers even in alle rust kunnen bellen of inloggen op hun computer. En met aantrekkelijke horeca. Het station is het visitekaartje van de stad;
  • Leenfietsen op strategische plekken in de stad. Wie er een euro in stopt, kan ermee wegkarren. Als je hem na gebruik weer netjes parkeert op één van de vele verzamelpunten, krijg je je euro weer terug;
  • "Landloze stedelijke landbouw": vijvers waar je kunt vissen, parken waar je fruit en paddestoelen kunt oogsten of mini-moestuintjes in en om stadwoningen. Op die manier wordt de stad iets meer zelfvoorzienend bij de enorme behoefte aan voedsel en zijn stedelingen een ietsiepietsie minder afhankelijk van de ingewikkelde logistieke systemen om voedsel in de stad te krijgen;
  • Stadsgidsen die je voor een tientje een rondleiding geven, geheime straatjes laten zien en historische verhalen opdissen;
  • Barbeque voor algemeen gebruik op het strand of in het park. Barbecuen in de krappe tuin is immers vragen om problemen met de buren, die in de rookwolken komen te zitten;
  • Woningen in autoluwe straten met bergruimte dichtbij de voordeur voor fietsjes, skates en ander speelgoed. En met een raam erbij, zodat ouders hun kinderen vanuit huis gemakkelijker in de gaten kunnen houden.

Kenniswerken

Aardig, die foldertjes en die lunchlezingen. Maar wie serieus aan 'kennismanagement' wil doen in een zogeheten 'kennisintensieve' organisatie, is er dan nog lang niet. Een beleidsplan over het 'managen van kennis' helpt trouwens evenmin. Het gaat er vooral om dat de organisatie bestaat uit nieuwsgierige mensen. Als je die binnen weet te halen, gaat het vanzelf.

Kennisintensieve organisaties, dat zijn alle instellingen en bedrijven waar het belangrijkste werk met het hoofd wordt gedaan. Deze organisaties krijgen te maken met een steeds complexere samenleving, die zich moeilijk laat duiden. Met 'ontembare' problemen, zoals fundamentalisme en het klimaatprobleem.

Veel van deze intensieve kennishouderijen beamen grif dat kennis verwerven en kennis delen erg belangrijk is. Of ze dat in hun hart ook zo vinden, is echter de vraag. Voor echte kennisverwerving is namelijk durf nodig. Kennis binnenhalen levert risico's op, vooral omdat je wel eens zou moeten erkennen dat je veel nog níet weet. Ware kennis bestaat erin te weten dat men niets weet, zei Socrates.

Kennis verwerven gaat ook over fouten maken en daaruit lering trekken. ICT-bedrijfjes zijn er vaak goed in. Zij koesteren een aanpak die gericht is op medewerkers en hun omgeving, werken met zelfsturende teams en staan open voor nieuwe initatieven. Informeel overleg omdat het zo leuk is, leidt tot betrokkenheid, creativiteit en tot innovatie.

En op zijn tijd tot inzichten die dwars tegen alle overtuigingen en waarheden ingaan. Zonder dwarsliggers geen rails.

Ghostwriters

NRC Handelsblad berichtte een tijdje geleden over ouders die voor het overgrote deel de werkstukken voor hun kinderen in elkaar draaiden.

Googelen konden zij immers nóg beter dan hun nakomelingen en met de nodige schrijf- en presentatiecursussen achter de rug, lukte de rest ook wel. Er stonden immers grote belangen op het spel, in het bijzonder de toelating tot de juiste vervolgopleiding. Een goeie school is een belangrijke investering in de verdere toekomst van het kind. Daar mag je als ouder best wat avondlijk zwoegwerk voor over hebben.

Niet te geloven, dacht ik toen. Natuurlijk was het me al wel bekend dat sommige vaders en moeders hun ouderlijke betrokkenheid wat overdrijven. Maar dat hun ijver zo ver ging dat ze de werkstukken voor een groot deel zelf schreven, dat kon ik me haast niet voorstellen. Op die manier ontneem je het kind toch de kans om het zelf te leren? En als je je kind zoiets uit handen neemt, dan valt hij op die vervolgopleiding toch al snel door de mand? Daar is het namelijk een goede school voor.

Het artikel handelde over ouders van leerlingen in het middelbaar onderwijs. Daar heb ik persoonlijk nog weinig ervaring mee, maar ik bespeur voortekenen dat de beschreven trend inderdaad op waarheid berust. Ook op de basisschool blijken diverse ouders zich op te werpen als ghostwriter van het werkstuk. Of ze zetten een flitsende spreekbeurt van hun koters in elkaar, waar de sprekers van de Speakers Academy nog wat van kunnen leren.

Want hoe komen leerlingen anders in hemelsnaam op het idee om hun allereerste klassikale presentaties op te luisteren met quizvragen en brochures? En wie verzint die spectaculaire inleidingen, waarbij ze hun toehoorders vakkundig op het verkeerde been zetten? Of de bijpassende recepten, die uitgereikt worden bij spreekbeurten over kaas of chocolade?

Jasper heeft inmiddels ook een eerste werkstuk geschreven. Sindsdien weet het hele gezin alles over de Amerikaanse zeearend, want we hebben hem allemaal geholpen met het vinden van plaatjes en boeken over roofvogels. Ook heb ik hem geassisteerd bij het typewerk. Het viel voor mij niet mee om de gedicteerde zinnen niet om te bouwen tot lopende volzinnen. Gelukkig zit hij nu op typeles en kan hij zijn volgende werkstuk zelf maken.

woensdag 13 juni 2007

Straatspeeldag




Wat maakt de Straatspeeldag nou altijd tot zo'n succes? Allereerst de ongedwongen sfeer, waarin buren elkaar treffen en bijpraten. Maar zeker ook de manier waarop de kinderen met elkaar omgaan: groot en klein speelt met elkaar, want zonder auto's is er ineens een zee van ruimte.

En ruimte voor ideeën. Want het leukste is nog wel dat de kinderen zelf hun eigen spellen maken. Dit jaar troffen ze wat latjes aan. Al snel ontstond het plan om daarmee een glijbaantje te fabriceren op de verkeersdrempel. Toen dit niet echt werkte, kwamen ze op het idee om vuilniszakken tussen de latjes te leggen. Deze vuilniszakken bewerkten ze met een laag afwasmiddel. En glijden maar! Een groot succesnummer. Later sloegen de kinderen aan het volleyen. Zonder volleynet, maar met behulp van de vlaggetjeslijn, die dwars over de straat gespannen was.

Geef kinderen een springkussen en ze staan de hele middag op het kussen te stuiteren. Geef de kinderen gewoon een lege straat met wat slingers, fietsjes en latjes en ze bedenken hun eigen spellen.

dinsdag 12 juni 2007

Inspiratietechnieken

Het lastige van ideeën maken is 'op gang komen'. Maar ook daarover zijn uiteraard ideeën ontwikkeld. Een overzichtje van enkele (soms onorthodoxe) methoden.
  • Breng jezelf in een ijlstemming of pas een andere vorm van bewustzijnsverruiming toe. In het boek 'High worden zonder', beroemd geworden in de jaren zeventig, staan 250 manieren beschreven om zonder drugs in hogere sferen te raken. Deze inhoudsopgave geeft een idee van de mogelijkheden;
  • Probeer unconcious writing uit: een schrijfmethode waarbij je allerlei in je opkomende gedachten zonder verder oordeel op papier zet;
  • Kom in de juiste stemming via een aandachtstraining: open je daardoor voor je ervaring en je beleving op het moment zelf;
  • Doe een simulatiespel om tot nieuwe inzichten te komen. Draai bijvoorbeeld de rollen eens om. Een ouder wordt het kind en omgekeerd. Of baas wordt werknemer en vise versa;
  • De sanseveriamethode: het gebruik maken van irrationele en tot de verbeelding sprekende elementen in een organisatie;
  • Doe een inspiratie-warming up aan de hand van een onalledaags voorwerp of muziekstuk;
  • Zorg voor chaos: zonder chaos geen creativiteit. Eric Abrahamson en David Freedman hebben deze stelling nader uitgewerkt in hun boek De wet van de stimulerende wanorde. Zonder chaos was er geen penicilline ontdekt en kon Al Qaida niet zo ongrijpbaar zijn;
  • Begin met iets ongerijmds. Verbind twee elementen die gewoonlijk helemaal niet bij elkaar horen. Schrijver Frank Westerman gebruikt dit als uitgangspunt voor zijn boeken.

Meer ideeënmakers

Geen idee? Geen nood, ook daar kun je daar iemand voor inhuren. Alleen al de namen die deze personen daarvoor bedenken zijn leuk.
  • De manisch creatieveling
  • De personal brainstormer van de Idea Company. Zij organiseert onder meer ideeënproeverijen en geeft ideeënstrippenkaarten uit
  • De braintornado's van het bedrijf Sunidee
  • Het Blijbedrijf, dat een ideeën-eetfestijn en de 'Opluchterij' bedacht heeft.

Verbeeldingskracht

Het VPRO-programma Het Uur van de Wolf zond deze week nogmaals het prachtige portret uit 2003 uit van de schrijfster Hella Haasse.

Bijna 90 is ze, de Grand Old Lady van de Nederlandse literatuur. In het televisieportret 'Het vierde leven' is ze nog immer stijlvol, al gaat ze inmiddels met een liftstoeltje naar boven. En als ze begint te vertellen, stralen haar ogen als die van een jonge vrouw.

Met oude filmopnamen van de familie Haasse uit Indië en de opnames in het Amsterdamse appartement van de schrijfster kregen we een beeld dat we nog niet kenden van haar leven. Ook vertelde ze in sobere bewoordingen over haar persoonlijke leed dat we in haar romans nooit terug hebben kunnen lezen: haar jeugd in kindertehuizen, de eenzame oorlogsjaren in Nederland en de dood van haar eerste kind, veroorzaakt door het naoorlogse gebrek aan vaccins.

Het is wel wonderlijk dat Hella Haasse die eenzaamheid en dat verlies nooit als romanonderwerp verkozen heeft. Al deed ze het wel indirect. Niet voor niets identificeerde ze zich met Charles d' Orleans, de hoofdpersoon uit haar roman Woud der Verwachting. Charles zat twintig jaar opgesloten en ontpopte zich vervolgens van krijgsheer tot dichter. De verbeelding als reddingsmiddel.

Hella Haasse is altijd bezeten geweest van schrijven. Ze leefde minstens zoveel in haar verbeelding als in de werkelijkheid. Toch spijt het haar niet dat een groot deel van de werkelijkheid langs haar heen gegaan is. De wereld in haar eigen hoofd was minstens zo fascinerend. Het is in ieder geval een manier geweest om optimistisch te blijven en vol verwondering over alles.

Ook geen spijt heeft ze dat ze nooit andere liefdes heeft gekend dan Jan van Lelyveld, de man met wie ze in 2003 bijna zestig jaar getrouwd was. Als ze weduwe zou worden, verliest ze hem niet, zei ze in de uitzending. Wederom zet ze de verbeeldingskracht in. "Dat kan niet, want hij zit in mij. En ik zit in hem."

Tot slot las Hella Haasse het volgende fragment voor, afkomstig uit de roman Berichten van het Blauwe Huis. Alsof ze over haarzelf vertelde:

"Zij geloofde aan een samenhang van alle verschijnselen, zonder echter een hogere macht aansprakelijk te stellen voor wat haar overkwam, zonder van een goed persoonlijke bemoeienis met haar lot, troost of loon naar werken te verwachten. Zij was ervan overtuigd dat in de mens zelf de krachten ontstaan die men Goed en Kwaad noemt, en dat alleen door de ontwikkeling van het individuele bewustzijn de wil tot integriteit een menselijk gegeven wordt. Zij beschouwde zichzelf niet als een schepsel van een uitverkoren soort.

Wanneer zij zich de oneindige uitgestrektheid en complexiteit van het heelal trachtte voor te stellen, moest zij lachen om dergelijke pretenties. Ze behoren tot een genus dat zich bewust kan zijn van zijn eigen staat en beschikt over zintuigen, hersens, gevoel, vond zij al wonderlijk genoeg. Zij had de kracht en de glorie van een gedeelde liefde ervaren. Aan mede-aardebewoners vreesde zij alleen domheid en onverdraagzaamheid, en de blinde angst die, massaal tot uitdrukking gebracht, in vernietigend geweld natuurrampen overtreft. Zij hoopte dat haar een milde dood wachtte.”

maandag 11 juni 2007

Onzichtbare onderdelen

Processorbouwer Intel voerde jarenlang het beschermde vignet Intel inside. Dankzij deze campagne waren consumenten zich bewust van een processor in hun computer, die zij helemaal niet konden zien. Intel werd bovendien een van de waardevolste merknamen ter wereld.

Iets soortgelijks gebeurt er nu met een groep meervoudig onverzadigde vetzuren in ons voedsel. Het is niet de bedoeling dat we die gedachteloos in onze slokdarm laten verdwijnen, want ze voorkomen hart- en vaatziekten, artritis en depressies. We kunnen ze natuurlijk gewoon eten via het consumeren van makreel en haring, maar aan verrijkte voedingsmiddelen als eieren en zuivelproducten valt extra geld te verdienen. Maar dan moet de consument wel op de hoogte zijn van de magische werking van deze verborgen stofjes. Vandaar dat we op de verpakking steeds vaker de aanduiding ‘Bevat Omega-3-vetzuren’ aantreffen.

Bekendheid geven aan een onzichtbaar stofje of onderdeeltje met een (geclaimde) bijzondere werking: het is een gouden greep, die vast voor meer producten of diensten toepasbaar is. En als zoiets nog niet in het product zit, dan stop je het er dus in.

Koffie met troost-stofjes? Bloemen met ingebouwde blijmakers?

zondag 10 juni 2007

Nieuwe verbindingen (2)

Het leggen van onverwachte verbanden begint met het waarnemen van zaken die niemand anders ziet. Enkele voorbeelden van nieuwe verbindingen:
  • Sommige kunstenaars zijn daar goed in. Die waarnemingen, genoteerd of gefotografeerd, groeien uit tot excentrieke verzamelingen. Jan-Willem Doornenbal heeft een verzameling briefjes voor kwijtgeraakte poezen aangelegd. Iets soortgelijks deed Bill Keaggy. Hij verzamelde meer dan 1600 gevonden boodschappenlijstjes en zette ze online;
  • Diverse fotografen zijn gebiologeerd door zwerfhandschoenen of zetten de verloren handschoenen op een 'vindhek' ;
  • Koken op kleur, een website met suggesties om een volledig rood, groen of geel buffet te maken. Kleurenverbindingen leggen dus;
  • Sommige mensen maken hun eigen 'project', waarbij ze verbindingen leggen die er nog niet zijn. Met als enig nut dat het lol oplevert. Michel, Dennis en Michiel voelen zich bijvoorbeeld uitgedaagd om op de gekste plaatsen een handstand te maken. De filmpjes staan op hun website. Mieke Driessen maakte foomps: knuffels met twee ogen. Deze foomps duiken overal ter wereld op en laten zich graag fotograferen.
  • Vanuit de lucht gezien hebben sommige gebouwen de vorm van een letter. Op de site Geogreetings kun je 'schrijven' met de luchtfoto's van deze gebouwen en zo nieuwe verbindingen leggen tussen deze bouwwerken.

Nieuwe verbindingen (1)

Chemie is creativiteit, creativiteit is chemie. Zoals in het menselijk brein allerlei associaties nieuwe verbindingen met elkaar aangaan, zo worden in de chemie elementen samengebracht om met elkaar te reageren tot een nieuwe stof.

In mijn hoofd klonteren beelden en betekenissen samen, botsen tegen elkaar, veranderen van kleur, vallen uiteen of planten zich voort. Gedachtenflarden en invallen laten zich tot nieuwe beelden en ideeën omvormen. Soms komen ze vanzelf en onmiddellijk. Een andere keer zijn er uiterst nauwkeurig gecreëerde omstandigheden voor nodig. Pas na vele vruchteloze pogingen, waarbij ik puzzel met piepkleine variabelen, ontstaat er resultaat. Net als in het laboratorium.

Welbeschouwd kan niemand – hoe creatief ook – nieuwe dingen maken, net zoals de chemicus geen stoffen kan ontwikkelen uit het niets. Je kunt alleen maar nieuwe verbanden leggen. Dingen aan elkaar knopen die er eerst niet waren.

Maar het is wel geweldig leuk om nieuwe verbanden te ontsluieren. Het ontdekken van ongeziene verbanden die er wél zijn, geeft een mens vleugels.

donderdag 7 juni 2007

Tiptop



Tja, hoe houden we dit vol, deze zware periode en dan ook nog een grootscheepse verbouwing? Iedere avond is het in ieder geval een leuk moment om thuis te komen. De kinderen spurten onmiddellijk naar binnen om de nieuwste veranderingen te ontdekken. Tot nu toe heeft dat alleen nog maar positieve verrassingen opgeleverd. Zelfs de keuken is tiptop afgeleverd en keurig gemonteerd. De pünktliche Duitsers zijn echt geweldig!

woensdag 6 juni 2007

Marrière maken

Werkgevers zitten niet te wachten op moeders die tijdig vertrekken om het kind van de opvang te halen. Het salaris van de moeder gaat vrijwel volledig op aan de kosten van kinderopvang. En wie werkt, mist het eerste tandje en de eerste stapjes.

Wie al deze verhalen hoort en leest in de media, moet haast wel denken dat het vrijwel ondoenlijk is om moederschap en carrière te combineren. Geen wonder dat vrouwen erg lang aarzelen over hun zwangerschap. Of als toch de knoop doorgehakt is, een part-time baan nemen of zelfs helemaal hun baan opgeven.

Toegegeven, het wordt moeders met carrières lang niet altijd gemakkelijk gemaakt. Als je dagelijks met snerpende zenuwen in de file staat uit angst je kind niet voor sluitingstijd op te kunnen halen, lijkt me dat niet lang vol te houden. Of als je de zorg niet of nauwelijks kunt delen met je partner. Een kind dat veel ziek is of om andere redenen veel persoonlijke aandacht nodig heeft, brengt je natuurlijk ook in een andere situatie. En ik heb zeer grote bewondering voor de alleenstaande werkende moeders die alle lusten en lasten in hun eentje dragen.

Maar laten we nu eerlijk wezen: moeders met carrières profiteren ook van twee werelden. Ze doen aan zelfontplooiing, werken samen met andere mensen, leveren hun professionele bijdrage, en worden er nog voor betaald ook. Ze zijn een betrokken moeder zonder het verlengstuk van hun kinderen te worden en hebben ’s avonds wat boeiends te vertellen aan de eettafel. Ze zijn financieel voor een groot deel zelfstandig en weten zich ook na hun werkende leven verzekerd van voldoende inkomen. Huishoudelijke apparaten, internetwinkels en bezorgdiensten maken hun leven gemakkelijker. En voor de huishoudelijke werkzaamheden huur je een hulp in, in plaats van zelf te beknibbelen op je (vaak interessantere) werkuren.

Kinderen vinden het heerlijk om samen met andere kinderen te spelen, dus waarom niet op de kinderopvang? Onze eigen kinderen voelen zich er in ieder geval helemaal thuis. Er heerst altijd een gezellige en ontspannen sfeer, hoeveel kinderen er soms ook rondlopen. Als we ze komen ophalen, treffen we ze verdiept aan in een boek of tussen een massa legostukjes.

Eerste tandjes, woordjes of voetstapjes hebben we niet gemist. Wel hebben we enkele keren een kleine uitvoering op school misgelopen en moesten we afhaken bij het vervoer naar de kinderboerderij. Maar daar tegenover staat het bijhouden van de klassenwebsite in de avonduren, de organisatie van diverse kinderfestijnen in de straat en andere evenementen.

Het tijdwerk waarin de werkende moeder kind en carrière combineert, is trouwens circa 12 tot 15 jaar. Dan resteert er nog 15 tot 28 jaar werkend leven zonder grote belemmeringen.

Kind en carrière, het is soms wel goochelen met veel ballen in de lucht. Maar ondragelijk en onmogelijk is het allerminst. Aanstaande moeders, laat je niet ontmoedigen.

Society-watchen

Oogcontact vermijden en doen alsof ik verdiept ben in de aantekeningen op mijn notitieblok helpen niet. Mijn zwartwitte jurk valt erg op tussen alle grijze pakken, dus de gewiekste presentator van het debat over de klimaatproblematiek stevent recht op mij af. Ongetwijfeld wilde hij mijn mening weten over de bijdrage die de industrie hieraan moet leveren of zo, maar zijn vraag is mij eerlijk gezegd ontgaan. Gelukkig accepteert hij mijn excuus dat ik alleen toehoorder ben van het debat en switcht hij soepel naar mijn achterbuurman.

Mijn weigering is vermoedelijk het enige ruisje in de gladde show, die hier vanmiddag opgevoerd wordt. De old boys zijn bijeen voor hun jaarvergadering. In deze prachtige gerestaureerde voormalige kerk worden zij op alle mogelijke manieren in de watten gelegd. Met exquise hapjes en goede wijnen natuurlijk, maar ook met allerhande cadeautjes en boekwerkjes in een bijbehorende tas.

De afzonderlijke thema’s van het klimaatdebat worden ingeleid met mooi gemonteerde filmpjes. Een toetsenist luistert de bijeenkomst live op met zweefmuziek. De scheidende voorzitter krijgt niet alleen een speciaal vervaardigd ‘kunstwerkje’ overhandigd (ook al new-agerig), maar wordt telefonisch ook gelukgewenst door een imitatie-Balkenende. En dan is er ook nog een zangeres die het afscheidslied met obligate teksten met haar meeslepende stem toch tot grote hoogten weet te verheffen.

Helaas blijft de inhoud van het debat over het klimaat niet erg hangen. De mooie woorden over ‘verantwoordelijkheid nemen’, ‘kansen benutten’ en ‘aanpakken’ stijgen op naar het hoge kerkplafond. Als ik om mij heenkijk, zie ik dat ik niet de enige ben die zijn hoofd er niet bij kan houden.

Op het podium zijn bedrijfsleven en vertegenwoordigers van natuur- en milieuorganisaties het ondertussen gloeiend met elkaar eens. De schouders kunnen er samen onder, dus waar wachten we nog op? Maar industrie en de buitenwacht vormen twee verschillende werelden, merkt een van de aanwezigen op. Op de bedrijventerreinen krijgen bezoekers nauwelijks toegang achter de fabriekshekken. En ook hier staat een hele serie beveiligingsmensen voor de deur, die moeten voorkomen dat een wilde actievoerder zich mengt met het gezelschap van keurige CEO’s. Alleen wie een uitnodiging kan laten zien, mag het heiligdom betreden.

Na afloop maken de groene deelnemers aan het debat zich snel uit de voeten. De grijze pakken zijn weer onder elkaar.