zaterdag 31 mei 2008

Pissebedsafari


Onze twee stadskinderen zijn echte natuurkinderen. Of misschien moet ik zeggen 'natuurravotkinderen'. Er bestaat voor hen niets leukers dan beestjes zoeken, hutten bouwen, sjouwen met stokken, graven en klussen in de tuin. De dierenliefde - óók voor kleine beestjes - gaat heel ver. Van Jasper mag ik zelfs niet de grassprietjes en ander 'onkruid' tussen de stenen van het terras peuteren, omdat ik daarmee aan dierenbroodroof doe.

Je zou zeggen dat ze hier in deze dichtbebouwde omgeving niet aan hun trekken komen, maar dat valt mee. Ze passen zich gewoon aan deze stenen biotoop aan, zeg maar. Zo gaat Niels op pissenbedsafari in onze tuin en leeft hij zich uit op het snoeien van de rozenstruik.

Jasper vindt het geweldig om natuurwandelingen te maken, gewapend met verrekijkertje, loep en opzoekboekjes voor insecten, waterdiertjes en ander klein spul. Vorige week liepen we twee uur lang langs parken en stukken duin in Den Haag en zagen daar met eigen ogen dat er in de naaste omgeving toch ook nog heel wat groen te beleven is.

De ultieme wens van Jasper is een stuk groen, waar hij een geheime hut kan bouwen. De wandeling heeft hij dan ook volledig besteed aan het speuren naar een geschikte plek voor dit project. Aan de hoeveelheid mooie plekken lag het niet, maar aan de drukke verkeerswegen die hij zou moeten kruisen om die plek te bereiken des te meer. Ecologische verbindingswegen zijn niet alleen nodig voor padden en dassen.

Uiteindelijk heeft hij toch een prachtplek gevonden. Niet midden in een bos, maar vlak om de hoek in een weinig bezochte groenstrook. Onder de voet van een flat kan hij al zijn dromen uitleven.

donderdag 29 mei 2008

Verrassing, verwondering en trots

"Wat ging er door je heen?" is de standaardvraag in de sportjournalistiek, die zo'n groot cliché is geworden dat geen enkele serieuze journalist 'm nog durft te gebruiken - tenzij in satirische vorm. Maar cliché's ontstaan niet voor niets; soms moet de vraag toch gewoon gesteld worden.

Ik voelde verrassing, verwondering en trots door elkaar. Vanmiddag was de prijsuitreiking van de Grand Prix Bedrijfsmedia 2008, waarbij Politiepost uitgeroepen werd tot het beste externe tijdschrift van het jaar. Een verrassing, want de huis-aan-huiskrant van de Rotterdamse politie is heel wat minder strak vorm gegeven en gelikt dan de twee serieuze concurrenten Panda en Intune, zoals Sak van den Boom ook schrijft. Dus daarom eveneens verwondering.

Maar natuurlijk ook trots! Ik heb zelf meegeschreven aan het bladconcept van deze krant. De journalistieke, lezersgerichte en gedurfde aanpak heeft de krant tot prijswinnaar gemaakt, meldde de jury. Dat maakt deze prijs extra mooi. Vooral voel ik veel voldoening over het feit dat hier uitgesproken inhoudelijke keuzes beloond zijn. Daar moet een organisatie wel zijn nek voor durven uitsteken!

zaterdag 24 mei 2008

Bollywoodstraat

Verkoop tegen een hogere prijs is een kwestie van de juiste presentatie. Kringloopwinkel Het Goed heeft zijn interieur een trendy uitstraling gegeven, las ik vandaag in een verhaal in NRC Handelsblad. En zie, de kast die een doorsnee kringloopwinkel verkoopt voor 20 euro, brengt hier tegen een paars achterwandje 50 euro op!

De Bijenkorf had een poosje geleden de warenhuizen helemaal omgetoverd tot India-paradijzen. Gigantische beelden van Shiva en Vishnu met al hun elegante armen, geweldige kleden, meubelstukken en uiteraard kookspullen. Het was een en al glitter en glamour, rechtstreeks geïnspireerd op de kitscherige pracht en praal uit de Bollywoodfilms. De prijzen die de Bijenkorf voor deze spullen rekende, waren eveneens om van achterover te vallen.

In Den Haag ligt in de wijk Transvaal - niet eens zover van het Haagse filiaal van de Bijenkorf - ook een heuse Bollywoodstraat. Op de Paul Krugerlaan zijn heel wat winkels te vinden die de prachtigste sari's en andere Indiase kledingstukken verkopen vol borduursels, glittersteentjes en strass. Ook zijn er enkele cadeaushops vol beelden van Hanuman, Ganesh en natuurlijk ook Shiva en Vishnu, vol drukke en felle beschilderingen. Het meeste spul wordt verkocht tegen 'meeneemprijzen'.

Eerlijk is eerlijk, de presentatie in de Paul Krugerlaan is allerminst gelikt. Hier zijn geen stylistes aan te pas gekomen, dus de tarieven kunnen alleen daarom al stukken lager uitvallen dan die van de Bijenkorf. Wie het welwillend wil uitdrukken, zegt dat de Hindustaanse winkeltjes in Transvaal een hoog 'papa-en mamagehalte' hebben. Iets minder diplomatiek: marketing en presentatie staan hier nog helemaal in de kinderschoenen.

De uitstallingen en etalages mogen dan rommelig en verwaarloosd zijn, kleurrijk is het er wel. In tegenstelling tot de winkeltjes in India kun je hier op je gemak rondkijken zonder een verkoper in je nek die meteen wil onderhandelen. Veel klanten waren er trouwens niet, zodat de verkopers alle tijd hadden voor een gemoedelijk praatje over Indiase modetrends die moeiteloos gemixt worden met westerse invloeden.

De gemeente wil de Paul Krugerlaan omvormen tot een Indiaas wijkje, zoals eerder de Wagenstraat en omgeving al het label Chinatown hebben gekregen. Goed om extra toeristen aan te trekken en koopkracht in deze Vogelaarwijk te pompen. Voor het zover is, moet er nog heel wat gesleuteld worden aan het straatbeeld. Riksja's, Indiase muziek, heel veel geuren op straat, tandoorirestaurantjes, tempeltjes met bloemenkransen, heilige koeien, ik noem maar wat zaken die dan zeker niet mogen ontbreken. Hier en daar een sadhoe, eventueel ook een bedelaar en een open riool...

Ook de traditionele winkeltjes ontkomen er dan waarschijnlijk niet aan om opgepimpt te worden. De interieurspecialisten en de stylisten krijgen er waarschijnlijk jeukende handen van om de straat een echte Indialook te geven. De spullen, ongetwijfeld zeer voordelig ingekocht in India - gaan dan ook in deze straat qua prijs een paar keer over de kop. Ongetwijfeld goed voor de omzet van de Hindustaanse ondernemers hier. Maar volgens mij is de huidige rommeligheid in de Paul Krugerlaan nu een stuk authentieker.


Een beeldje van de aapgod Hanuman

dinsdag 20 mei 2008

Eckarts verhaal

Eckart Wintzen was een gesjeesde wiskundestudent die in zijn latere leven hoge ogen gooide met zijn succesvolle softwarebedrijf BSO/Origin. Hij raakte niet alleen bekend door zijn ondernemerschap maar vooral ook door zijn vernieuwende managementaanpak.

Toen hij in 1996 zijn bedrijf met 6000 medewerkers voor vele miljoenen van de hand deed en de Quote Top 500 binnenstormde, zou menig ander in zijn situatie zich uitleven in extravagante uitgaven. Zo niet Eckart, die voortaan zijn energie richtte op het klimaatprobleem en het welzijn van de aarde. Via zijn nieuwe bedrijf Ex’tent (Eckart z’n tent) investeerde hij zijn kapitaal in innovatieve, sociale en milieuvriendelijke projecten, zoals autoverhuurder Green Wheels.

Dit is de strekking van diverse In Memoriams, die gepubliceerd zijn na de dood van Eckart Wintzen op 21 maart van dit jaar. Het bijzondere levensverhaal van Eckart heeft alles om deze man uit te laten groeien tot een eigentijdse held, voor zover hij dat al niet is. Zijn levenswijze laat zien dat je kennelijk altijd iets nodig hebt om je zorgen over te maken, ook al ben je gearriveerd en rijk. Zoiets inspireert vele mensen.

Dat daarbij enkele tot de verbeelding sprekende verhaalelementen zichzelf aandienden, is extra mooi. Zo spreekt de hippie-achtige uitstraling van Eckart tot de verbeelding (grijze lange haren, stoppelbaard, spijkerbroek, Eckart altijd zonder achternaam). En dan overleed hij ook nog volkomen onverwacht op 21 maart, de dag van overgangen, zo memoreert Johan Schaberg in het blad Ode. De zon stak de evenaar over, het was volle maan en ook nog eens Goede Vrijdag, in de Christelijke traditie een dag van ondergang en van aanzet tot nieuw leven.

In donkere tijden vertelden we elkaar verhalen bij het kampvuur. De meest memorabele verhalen werden het meest doorverteld, gaandeweg uitgebreid met spannende wendingen en uitvergrote heldendaden. Het verhaal van Eckart zou gemakkelijk uitgroeien tot een legende met mythische proporties. Toen, maar ook nu, want Eckarts verhaal heeft plakkracht.

Verhalen geven houvast om waardevolle of inspirerende ideeën over te brengen en helpen ons om onze plaats te geven in de wereld. Ik ontdekte een site van iemand die zich richt op ‘levensloopbegeleiding’. Deze counselor zet samen met zijn cliënt de gebeurtenissen in diens leven op een rijtje aan de hand van de verschillende levensfases. Als cliënt ga je daarbij dus op zoek naar je eigen rode draad in je persoonlijke levensverhaal. Dat hoeft niet zo wervelend te zijn als het levensverhaal van Eckart, maar het kan wel inspirerend zijn om bij leven en welzijn je eigen verhaal te kennen!

Met de wetenschap dat verhalen wonderlijke dingen doen in de hoofden van mensen, zouden we veel meer moeten doen. Een bedrijf als de Hema lijkt dat goed te begrijpen. Het warenhuis heeft mensen met hun persoonlijke Hema-favoriet in de folder afgebeeld.
Daarbij lezen we het verhaal van Engely, die twee jaar geleden in Nepal een opvanghuis voor kinderen heeft opgezet. Voor het eerst hebben de kinderen nu een lekker bedje. Engely brengt een beetje kleur in hun leven met beddengoed in de kenmerkende frisse Hematinten roze, groen en blauw. Een verhaal over oerhollandse huiselijkheid in een exotisch kindertehuis, wie wordt daar nou niet warm van?

dinsdag 13 mei 2008

Toeristenbewaking


"Heeft u een bom in uw tas zitten?", vraagt de politieagent van Toerisme en Antiquiteiten bij de ingang van de tempel in Karnak. Onze ontkenning komt hem goed uit, want dan hoeft hij het scannerapparaat niet aan te zetten.

De hoeveelheid bewakingscamera's en gewapende politie-agenten en militairen is enorm in Egypte. Maar dat zegt dus nog niets over de kwaliteit van de beveiliging. Nog niet eerder zag ik zoveel ongeïnteresseerde bewakers bij elkaar. Voor de ingang van ieder hotel hangen er minstens drie landerig op een rijtje stoelen. Iedere keer als we de metaaldetector passeren, gaat het alarm af. Maar niemand neemt daar verder aanstoot aan.

Egypte heeft de beveiliging van toeristen en toeristische trekpleisters sterk verhoogd naar aanleiding van de moord op 58 toeristen bij de tempel van Hatsjepsoet in Luxor in 1997. Ritten naar Abu Simbel of Luxor gaan per konvooi. Maar het rijtje toeristenbusjes valt tijdens de woestijnrit naar Abu Simbel al snel uit elkaar, zodat we het uitzicht op de Fata Morgana's geheel voor onszelf hebben. Aan de militair op de bijrijderstoel in ons eigen busje hebben we ook weinig, want die valt in slaap.

Als moslimfundamentalisten een aanslag willen plegen op losgeslagen westerlingen, moet dat ondanks al die bewakers toch niet moeilijk zijn. Van agressie tegen ons niet-moslims is op straat gelukkig evenmin iets te merken. De Nederlandse overheid is de afgelopen maanden doodsbenauwd geweest voor de haatgevoelens tegen Nederlanders als gevolg van de film Fitna van Geert Wilders. Achter de schermen stonden crisisteams paraat en lagen de evacuatieplannen klaar. Op onze hele reis in Egypte ontmoeten we echter niemand die op enige wijze naar de film verwees of zijn afkeer van Hollanders uitte. Integendeel, Hollanders zijn nog steeds de wandelende portemonnees die ze in Egypte altijd al waren.

Wat wel schrijnt, is de grote armoede. De voedselprijzen zijn ook in Egypte enorm gestegen. De mensen op straat proberen uit alle macht hun hoofd boven water te houden. Wat dat betreft hebben zij precies dezelfde belangen als de regering, die met de ontstellende hoeveelheid beveiligers de toeristen uit alle macht probeert te beschermen. Toeristen zijn als inkomstenbron van levensbelang.

En dat geldt dus ook voor de agenten, die geacht worden het wereldberoemde erfgoed van de oude Egyptenaren te beschermen tegen graffitikrassers, vandalen en misschien ook wel terroristen. Bij de Grote Piramides van Gizeh wenkt een agent ons om onder de afzetting door te kruipen, zodat we op het kolossale grafmonument van Cheops kunnen picknicken. We weigeren. De agent, die de baksjeesh door zijn neus geboord ziet, is niet blij met ons.

maandag 12 mei 2008

Egypte door kinderogen

Uitzicht over Cairo


"Ik dacht dat het verkeer in Nederland druk was, maar hier is het nog veel erger", zegt Jasper, kijkend naar het wegennet op palen, dat boven het bestaande wegennet van Cairo is gebouwd. Niet dat deze wegenuitbreiding soelaas biedt in deze mierenhoop van zeventien miljoen mensen, want het verkeer loopt voortdurend vast. Desondanks nemen ze na drie dagen Cairo met grootse gebaren afscheid van de miljoenenstad als we op het dakterras van het restaurant voor de laatste maal uitkijken over de betonnen gebouwen, de satellietschotels en de troep op de daken.

Het drukke en chaotische verkeer is voor Jasper en Niels één van de meest verbazingwekkende dingen van ons bezoek aan Egypte. De voetgangers die gewoon tussen de rijdende auto's door oversteken, de auto's die zich slingerend een weg zoeken tussen de andere verkeersdeelnemers, de stoplichten die er voor Jan Joker bij staan. "Het verkeer is hier echt héftig", vindt Niels. "Veel te gevaarlijk." Maar het is wel logisch dat autobestuurders er zo'n potje van maken, stelt Jasper. "Hier kun je je rijbewijs gewoon kopen." (Onze uitleg wat corruptie in een land als Egypte betekent, heeft eveneens diepe indruk gemaakt.)

Niels stelt tijdens de tochten door Cairo, Aswan en Luxor duizend-en-één-vragen. Vooral over de vele gesluierde vrouwen en andere zichtbare uitingen van de Islam. "In het woord moslim zit het woord slim", merkt hij op. "Betekent dit dat de moslims slim zijn?" Ook de armoede van mensen op straat zet hem aan het denken. "De farao's waren ontzettend rijk", verzucht hij na bezichtiging van de overvloedige gouden kostbaarheden van Toetanchamon in het Egyptisch Museum. "Wat oneerlijk dat de mensen op straat zo arm zijn!"

Grote indruk maken ook de vele verkopers van snuisterijen op straat die ons aanspreken met eentonige frases als 'Come to my shop' en 'Excuse me, where you from'. Ze vinden het steeds irritanter worden, maar worden ook steeds geroutineerder in het ontwijken van al deze lieden. De koetsiers van de paardenkoetsjes houden ze scherp in de gaten, vooral als ze ontdekken dat de paarden niet bepaald zachtzinnig behandeld worden. "Mijn liefste wens is dat ik alle paarden vrij kan laten lopen", zegt Niels. Jasper wil zelfs de Nederlandse politie laten invliegen om de mishandelende koetsiers te bekeuren.

Hoezo 'Grote Piramide'?

De tempels, piramiden en grafkelders vinden ze fascinerend. Ze herkennen diverse goden op de tempelwanden en wisselen met elkaar wetenswaardigheden over Ramses II en Hatsjepsoet uit. Het afdalen van grafkeldertrapjes vinden ze geweldig, al ontdekken ze ook snel dat het beklimmen van de 3500-jarige restanten van monumenten in Sakkara niet op prijs gesteld wordt.

Uit de reeds gelezen schoolboeken over Egypte weet Jasper al gedetailleerd hoe het mummificatieproces in zijn werk gaat. Oersaai voor hem dat een goedbedoelende gids in Cairo het allemaal opnieuw uitgebreid uit de doeken doet. De diverse tempels lijken ze op hem evenmin weinig indruk te maken, omdat hij ze al kent van de plaatjes uit de boeken. Maar 's avonds noemt hij de tempels van Abu Simbel en Karnak wel als hoogtepunten van de dag.


De mooiste belevenis voor Niels is het ritje op een kamelenrug. Hij kondigt aan op latere leeftijd nog eens terug te komen naar de woestijn om daar nog eens uitgebreid per kameel doorheen te reizen. Of hij een goed beeld gekregen heeft van de uitgestrektheid van de woestijn is trouwens niet zeker, want tijdens de rit door de woestijn op weg naar Abu Simbel zat hij grotendeels te slapen. Op het moment dat hij ontwaakte, reden we net door Toshka, een megalomaan irrigatieproject van president Moebarak om een stuk woestijn als landbouwgrond in te richten. "Kijk, er zijn een heleboel bomen in de woestijn!", constateert hij opgewekt.

En zo is er wel meer dat in de ogen van de kinderen een eigen interpretatie krijgt. Zoals de vele verkoopstalletjes in de Souk, waarover Niels zegt: "Dit lijkt net de vrijmarkt op Koninginnedag!"


Hiërogliefencodes kraken