maandag 31 oktober 2011

Zeven onmogelijke vragen aan Marcel van Driel

Marcel van Driel noemt zich werelddromer, kinderboekenschrijver, creatief brein, weggever, vader van twee kinderen en echtgenoot van Tanja. Zijn dagen bestaan uit schrijven, school- en bibliotheekbezoeken, workshops geven en ervoor zorgen dat zijn kinderen een fijne jeugd hebben.
Zeven onmogelijke vragen (9)
Vraag een creatieve persoon nooit waar zijn ideeën precies vandaan komen, want daar is 'onmogelijk antwoord op te geven'. Toch ga ik die uitdaging aan. In deze serie leg ik zeven vragen voor aan kunstenaars, ontwerpers, ideeënmakers en andere 'creatieven' over hun creativiteit en inspiratiebronnen. In deze negende aflevering is het woord aan Marcel van Driel.
1. Wat betekent creativiteit voor jou?
Creativiteit is voor mij vooral ruimte. Zodra ik ruimte in mijn hoofd heb, wordt deze automatisch opgevuld met verhalen en ideeën. Zodra ik ruimte in mijn agenda creëer, wordt deze gebruikt om de ideeën en verhalen uit te werken en op te schrijven.

2. Hoe doe je inspiratie op?
Inspiratie is als ademen. Dat gaat vanzelf en daar hoef ik niks voor te doen. Maar net zoals het soms handig is om even stil te staan bij het ademhalen, waardoor je meteen anders gaat ademen, is het soms handig om een wandeling te maken of een keer extra lang onder de douche te staan, om mijn pijlen te richten op één specifiek verhaal of idee, om het nog beter te maken.

3. Heb je routines of rituelen om je werk uit te voeren?
Als ik met een boek bezig ben, dan ben ik ’s morgens onder de douche heel specifiek bezig met het hoofdstuk waar ik die dag aan ga schrijven. Daardoor krijg ik vaak een paar extra ideeën (en soms ook zinnen) waardoor het stuk nog rijker wordt of nauwkeuriger aansluit bij de rest van het boek.

4. Wat is je meest favoriete werk dat je ooit gemaakt hebt?
Mijn laatste boek, Superhelden.nl, omdat dit het eerste boek is sinds ik tien jaar geleden begon met schrijven, wat het niveau van de boeken van mijn eigen helden benadert.

5. Wil je iets met je creatieve werk tot uitdrukking brengen?
In eerste instantie wil ik slechts mijn verhalen vertellen, zonder andere bedoelingen dan te vermaken. Dat is namelijk al lastig genoeg. Dat er in mijn boeken ook mijn inzichten over de wereld zitten, is echter geen bijzaak, ook al is het geen doel op zich.

6. Welke creatieve droom wil je nog eens tot uitvoering brengen?
Een tv-serie bedenken en co-creëren.

7. Wat is het beste advies dat je ooit gekregen hebt over creativiteit?
Geef niet op.


Meer informatie:
Website: www.marcelvandriel.nl en www.superhelden.nl
LinkedIn: Marcelvandriel 
Twitter: @Marcelvandriel


Eerdere afleveringen in deze serie:
  1. Jan Willem van Swigchem 
  2. Alieke van der Wijk 
  3. Marleen Smit 
  4. Frank de Wit
  5. Marian Filarski 
  6. Anja de Crom
  7. Yoeke Nagel 
  8. Joris van Ooijen




Share/Save/Bookmark

maandag 24 oktober 2011

Zeven onmogelijke vragen aan Joris van Ooijen

Joris van Ooijen runt samen met zijn broer het bureau Ruimdenken. "Creativiteit doe je er niet even bij, je moet het willen zijn."
Zeven onmogelijke vragen (8)
Vraag een creatieve persoon nooit waar zijn ideeën precies vandaan komen, want daar is 'onmogelijk antwoord op te geven'. Toch ga ik die uitdaging aan. In deze serie leg ik zeven vragen voor aan kunstenaars, ontwerpers, ideeënmakers en andere 'creatieven' over hun creativiteit en inspiratiebronnen. In deze achtste aflevering beantwoordt Joris van Ooijen er zes.

Na een opleiding aan de Sociale academie Amsterdam deed Joris buurthuiswerk, runde een trainingscentrum in Drenthe en kwam in de reclamewereld terecht. Daarna volgde de TV-wereld. Daar bedacht hij veel programma's,  zoals Wie ben ik?, All You Need is Love, Now or Never en Get the Picture.
In 2009 liep hij tegen een herseninfarct op: een stevige les. Daarna zette hij met zijn broer Eef Ruimdenken op met trainingen Verbeterdenken, Creatieve Respons en Denkstof-bijeenkomsten. Nu is hij heel tevreden met deze switch.

1.  Wat betekent creativiteit voor jou?
Ongeveer hetzelfde als ademhalen. Creativiteit is voor mij een soort eerste levensbehoefte. Niet alleen omdat ik altijd van mijn creativiteit heb moeten leven met copywriting, scenarioschrijven en tv programma's ontwikkelen. Maar het zit ook in mijn natuur om dingen te willen veranderen en verbeteren. Ik noem dat dan ook 'verbeterdenken'. En geef daar zelfs trainingen in. Van alle creatieve innovaties is 75% een verbetering aan een bestaande dienst of product. Ik wil maar zeggen: creativiteit doe je er niet even bij, je moet het willen zijn.

2. Hoe doe je inspiratie op?    
Dat vind ik moeilijk te zeggen. Maar het waarnemen is een belangrijk ding. Simpelweg willen zien. 'To notice', ofwel bewust worden van. Kijk eens goed om je heen, met aandacht. Dan dienen zich allerlei zaken aan waarmee je verder kunt denken. Kijk in een winkelstraat eens omhoog, naar de gevels boven de winkelpuien: je ziet een andere wereld. Zo is er nog veel meer.
          
3. Heb je routines of rituelen?
Geduld oefenen tot het idee komt, want het komt zeker. Daar vertrouw ik op.

4. Wat is je meest favoriete werk dat je ooit gemaakt hebt?
De training Verbeterdenken die ik met broer Eef heb ontwikkeld. Hier komt alles samen uit mijn complete loopbaan. Technieken uit formatontwikkeling blijken opeens fantastisch te werken bij het maken van jaarplannen in de zorg en het betrekken van medewerkers daarbij. Dat is toch wel bijzonder.

5. Welke creatieve droom wil je nog eens tot uitvoering brengen?
Ik ben kookliefhebber. Ik houd van goed en gezond eten. Maar ik ben natuurlijk een amateur. Daar ligt nog wel een uitdaging om tot grotere hoogte te komen.

6. Wat is het beste advies dat je ooit gekregen hebt over creativiteit? 
Dit is echt een onmogelijke vraag. Ik heb van zoveel mensen zoveel goede adviezen gehad. Van Roland Willaert, van Wibo van de Linde, van John de Mol, van mijn wijnleverancier, van de slager, van de buurman, van mijn dochters. En natuurlijk van mijn vrouw.

Meer informatie:
Website:  www.ruim-denken.nl
LinkedIn: jorisvanooijen  
Twitter: @ruimdenken en @jorisvanooijen
Telefoon: 0653 222 707


Eerdere afleveringen in deze serie:
  1. Jan Willem van Swigchem 
  2. Alieke van der Wijk 
  3. Marleen Smit 
  4. Frank de Wit
  5. Marian Filarski 
  6. Anja de Crom
  7. Yoeke Nagel

Share/Save/Bookmark

donderdag 20 oktober 2011

Toverballen loslaten

Er is één ding nog moeilijker dan beginnen: afsluiten. Wanneer is een creatief project klaar? En wie bepaalt dat?

Ik merk het bij het schrijven van mijn e-book Toverballen voor het brein. Zoals ik in mijn vorige artikel al schreef ontstaan er steeds nieuwe ideeën voor mooie voorbeelden of nog duidelijker omschrijvingen. Ook blijf ik zinnen polijsten, zodat ze nog strakker en glanzender worden.

Herschrijven, schaven en schuren totdat het in mijn ogen helemaal perfect is. Ziet iemand straks het verschil? Vermoedelijk niet. Waarom doe ik het dan? Omdat het loslaten zo moeilijk is. Loslaten betekent dat je je werk de wereld instuurt. Daarna heb je er niet langer de controle over, want dan is het de beurt aan de lezer om er iets van te vinden.

Het punt is dat er altijd ruimte is voor verbetering, dus het moment van lancering schuif ik voor me uit. Maar op een zeker moment is ‘goed’ goed genoeg. Vandaag loopt mijn zelfgekozen deadline af: het punt waarop ik het werk los ga laten, ondanks dat knagende gevoel dat er toch nog onvolkomenheden zijn. Het zij zo. Zoals Leonardo da Vinci ooit zei: ‘Kunst is nooit klaar, alleen verlaten’.

Hoogste tijd om de toverballen de wereld in te laten rollen. Daar komen ze!


Toverballen voor het brein
Verhalen maken je nieuwsgierig en sporen aan om door te lezen. Het e-book Toverballen voor het brein doet uit de doeken hoe je deze verhaalkracht en andere technieken op het gebied van storytelling kunt toepassen in informatieve teksten, zoals journalistieke artikelen, websites, brochures en andere teksten. Laagje voor laagje ontsluiert het boek de geheimen van verhalen en vertelt wat je er in teksten mee kunt doen.
Lees hier meer informatie over Toverballen voor het brein.

Mis mijn volgende artikel niet
Sigrid van Iersel is als schrijver en journalist gespecialiseerd in creatief denken en storytelling. Zij helpt bij het verzinnen van meer en betere ideeën en laat in verhalen voelen waarom ze belangrijk zijn.
Gemakkelijk op de hoogte blijven van deze artikelen? Vul dan hier je e-mailadres in en ontvang automatisch een mail bij de publicatie van ieder nieuw artikel.

maandag 10 oktober 2011

Schrijfervaringen bij mijn eerste e-book


Een van de toverballen van illustrator Marieke van Gils voor het e-book Toverballen voor het brein
Voor het schrijven van een boek heb je 1001 ideeën nodig. Het waren allemaal toverballen voor mijn brein.

Het eerste idee voor mijn e-book is simpel. Ooit had ik in een blog een lijstje gemaakt met de belangrijkste eigenschappen van verhalen: verhalen zijn concreet, blijven gemakkelijk in je geheugen hangen, roepen betrokkenheid op, etcetera. Deze eigenschappen wil ik koppelen aan de uitvoering. Als ‘concreetheid’ een belangrijk verhaalkenmerk is, hoe ga je daar dan als (tekst)schrijver, blogger of als journalist in de praktijk mee aan de slag?

Bij het ordenen van de verschillende eigenschappen van verhalen kom ik uit op elf kenmerken. Elf is een magisch getal. Mooi, want dat sluit precies aan bij het belangrijkste idee dat ik wilde overbrengen: verhalen hebben bijzondere krachten.

Handige kapstok
Met deze eigenschappen als frame ga ik aan de slag. Handig, zo'n kapstok! Veel informatie heb ik al eerder in blogs beschreven, dus ik hark bestaande informatie bij elkaar. Daarnaast grasduin ik opnieuw in een groot aantal boeken. Niet alleen over schrijven, storytelling en journalistiek, maar ook over marketing, psychologie en beïnvloeding. Elke keer krijg ik nieuwe ingevingen om in het boek te verwerken.

Een werktitel heb ik al: ‘de krachten van verhalen’. Doeltreffend maar ook saai. Bovendien bestaat deze titel al voor andere boeken. Ik zoek daarom naar iets nieuws en spannends. Ik bedenk een reeks alternatieven, maar ik kom er niet uit. Op de fiets krijg ik ineens een ingeving:  toverballen voor het brein. Ik voel dat deze titel helemaal klopt.

Deze metafoor geeft opnieuw een belangrijke impuls aan het boek. Toverballen zijn kleurig en laten al sabbelend telkens een nieuw laagje zien. Die beelden kan ik op allerlei plekken in de teksten koppelen aan nieuwe ideeën. Zo leg ik nieuwe verbanden en schrijf ik allerlei nieuwe aanvullingen. Holadijee, de ideeën bubbelen mijn hoofd uit.

'Nu is het boek wel klaar', denk ik. Niet dus. In augustus laat ik het concept lezen aan mijn meeleesgroep, die me vervolgens alweer op een reeks nieuwe ideeën brengt. Soms op microformaat, zoals het woord ‘ontvankelijk’ dat precies het woord blijkt te zijn dat ik ergens in de tekst nodig heb. Soms groter, zoals het idee om het boek uit te breiden met een extra checklist. Al met al breid ik het boek nog met eenderde uit.

Ideeën komen, ideeën sneuvelen
Tijd voor de volgende stap: de vormgeving en het technische deel om er een e-book van te maken. Bij het uittesten van de opmaak op de iPad zie ik opnieuw allerlei details die me eerder niet opgevallen zijn. Ook deze testfase leidt tot een reeks nieuwe ideeën, omdat je ineens scherper ziet wat er ontbreekt en wat er teveel is. Diverse passages sneuvelen - misschien duiken ze op in een volgend boek.

Zo heb ik in circa vier maanden tijd mijn e-book geschreven, vorm gegeven en verder laten groeien. De volgende stap is het uitgeven: op 20 oktober is het boek echt klaar. Loslaten is het allermoeilijkst. Maar daarover in een volgend artikel meer!

Veel schrijvers schrijven in hun dankwoord dat ze hun gezin in de schrijfperiode verwaarloosd hebben. Zo bont heb ik het gelukkig niet gemaakt. Wel heb ik vaak met mijn hoofd in de wolken gezeten, omdat ik telkens ideeën kreeg hoe ik het nóg mooier, leesbaarder of informatiever kon maken.

Achteraf gezien is dit de mooiste ontdekking: ik heb een boek geschreven over verhalen als toverballen voor het brein, maar ondertussen heb ik mijn eigen brein voortdurend gedompeld in gelukshormonen van eigen makelij. 


De belangrijkste leerervaringen op een rij:

1. Een boek geeft focus
Op het moment dat je je in een onderwerp verdiept, zie je nieuwe invalshoeken of niet eerder opgemerkte verbanden. Zo krijg je steeds meer ideeën.

2. Een frame geeft houvast
Een duidelijke structuur van het boek – in mijn geval de elf eigenschappen van verhalen – is een kerstboom: je weet precies waar je de ballen op moet hangen.

3. Beeldspraak zorgt voor nieuwe verbanden
Een metafoor die het belangrijkste thema van je tekst verbeeldt, geeft een grote nieuwe impuls, omdat je dankzij deze beeldspraak nieuwe verbanden legt.

4. Laat bubbelen
Verwacht niet dat je meteen de goede ideeën krijgt die je nodig hebt. Geef jezelf de tijd. Op een zeker moment ploppen de goede invallen vanzelf op.

5. Doe het niet alleen
Iedere (mee-)lezer heeft zijn eigen invalshoek, die de teksten verdiepen en rijker maken. Illustrator Marieke van Gils, eindredacteur Maaike Zweers en mijn meeleesgroep gaven me allerlei nieuwe ideeën voor verbeteringen.

6. De testfase is ook een creatieve fase
Op het beeldscherm zie je op een zeker moment niet meer waar je nog aan moet sleutelen. Het lezen van de tekst op een tablet levert ineens een andere leeservaring op, die nieuwe impulsen geeft. Het uitprinten van een tekst geeft hetzelfde effect, net als het gebruik van oblong-formaat (in de breedte) in plaats van staand.

7. Kondig het boek aan
Op het moment dat je het boek aankondigt, bestaat het. Je ontvangt de eerste reacties van nieuwsgierigen die meeleven. Door te formuleren waar je boek over gaat, ontdek je bovendien welke vragen het boek oproept bij je toekomstige lezers en waar de zwakke plekken zitten.

8. De bijvangst
Ik leerde veel over het schrijfproces, de techniek rondom een e-book, de vormgeving, de marketing, etc. Daarnaast schreef ik diverse nieuwe blogs over de krachten van verhalen, die nieuwe inzichten naar boven brachten. Maar vooral leidde het schrijven van het e-book tot een ontdekkingstocht langs allerlei nieuwe vakkennis en verhalen. Ik begon aan het boek met het idee om bestaande stukken te bundelen, maar ondertussen regelde ik mijn eigen leerproces.


Toverballen voor het brein

Het e-book Toverballen voor het brein. Elf magische verhaalkrachten voor tekstschrijvers koppelt inzicht over de werking van verhalen aan praktische uitvoering. Laagje voor laagje ontsluiert het boek de geheimen van verhalen en vertelt wat je er in teksten mee kunt doen. Het boek verschijnt op 20 oktober 2011 bij Verhaallijnen.
Ben je geïnteresseerd in een eigen exemplaar? Lees hier hoe je in het bezit kunt komen van dit e-book.



Share/Save/Bookmark

maandag 3 oktober 2011

Zeven onmogelijke vragen aan Yoeke Nagel


Yoeke Nagel
Yoeke Nagel is journalist, auteurscoach en damestasjeslezer. Voor haarzelf zijn dat min of meer drie dezelfde dingen: het aanleggen van de weg van binnenwereld naar wereld. "Ik zie mijn werk als het verspreiden van zaadjes, niet als het bewonderen van de bloem." 

Zeven onmogelijke vragen (7)
Vraag een creatieve persoon nooit waar zijn ideeën precies vandaan komen, want daar is 'onmogelijk antwoord op te geven'. Toch ga ik die uitdaging aan. In deze serie beantwoorden kunstenaars, ontwerpers, ideeënmakers en andere 'creatieven' zeven vragen over hun creativiteit en inspiratiebronnen. In deze zevende aflevering is het woord aan Yoeke Nagel.
Yoeke schrijft eigen teksten, voor tijdschriften en af en toe in een boek (ze publiceerde er inmiddels dertien bij verschillende uitgevers) om informatie door te geven aan een breder publiek. Ze geeft auteurscoaching, lezingen en workshops om anderen te ondersteunen hun gedachten en visie te delen met anderen.

En ze biedt damestasjeslezen en andere magische werkvormen aan om de binnenwereld, ons onbewuste, onze niet-gebruikte kwaliteiten intensief te exploreren en beschikbaar te maken. Daarnaast rolt er af en toe een wonderlijke uitdaging haar hoofd binnen. Zo bereidt ze op dit moment het eerste NK Blufscrabble voor.

1. Wat betekent creativiteit voor jou?
Creativiteit is het punt waarop de mens het helderste contact kan voelen met het goddelijke. God schiep van alles en nog wat uit Niks. Dat is bereknap. Wij kunnen Haar daarin niet overtreffen. Maar we kunnen wel in respect voor de schepping handig gebruik maken van de materialen die ons gegeven zijn. Daar creëren we weer wat nieuws van. We hebben de beschikking over alle elementen als materiaal, de natuurwetten als begrenzing en onze sprankelende geest om dat allemaal steeds opnieuw te combineren, te veranderen en zo onze eigen scheppinkjes te maken.

2. Hoe doe je inspiratie op?
Meestal bedenk ik iets nieuws omdat het oude op een of andere manier niet voldoet. Zo wilde ik tijdens een workshop Tarotkaarten gebruiken. Maar omdat er een blinde vrouw in de groep zat, werkte dat niet: ze kon de plaatjes natuurlijk niet zien. Zo ontwikkelde ik het Orakel van Pan: een grote soeppan waarin alle aanwezigen interessant aanvoelende kleine voorwerpjes doneerden, waar je ‘blind’ iets uit kon pakken om het te duiden, zoals je een Tarotkaart zou duiden.

Soms bedenk ik een Functionele Toepassing: een vorm, voor iets wat ik gewoon graag doe. Scrabble vind ik leuk. Maar Blufscrabble vind ik nog leuker omdat het ook een beroep op de fantasie doet en een hoop nieuwe creaties veroorzaakt. En soms vind ik een oplossing om mezelf over een blokkade heen te helpen. Ik heb een hekel aan het huishouden. Als ik dus een suf klusje doe in huis, koppel ik daar een magische intentie aan zodat het meer zin krijgt dan alleen een huis poetsen. De geest kan meteen worden mee gepoetst.

3. Heb je routines of rituelen om ideeën op te doen of om je werk uit te voeren?
Ik begin de dag met 20 minuten zitten en stil zijn. Daarmee komen er gevoelsmatig zo’n twee uur effectieve werktijd op een dag bij. Die gebruik ik gulzig. Ik ga zitten achter mijn computer en schrijf, lees, redigeer, tot ik merk dat het niet meer gaat, omdat ik het echt niet meer leuk vind. Dan stop ik. Tegen die tijd is het meestal al donker en laat.

Nieuwe ideeën overvallen me vaak in vrolijke gesprekken met vrienden. Het uitwisselen van gedachten, een beetje spelen met uitdagingen, het toepassen van prachtige vondsten van anderen, dat is het makkelijke gedeelte. Daarna komt nog het lange grindpad waarop het moet worden uitgevoerd…

4. Wat is je meest favoriete werk dat je ooit gemaakt hebt?
Er zit in al mijn werk wel iets prachtigs én iets waar ik me een beetje voor geneer. Dat stimuleert ook wel: mijn favoriete werk moet lekker nog komen. Toch zit ik er niet zo mee. Ik zie mijn werk eigenlijk als het verspreiden van zaadjes, niet als het bewonderen van de bloem.

Ik ben blij als ik zie dat iemand een boek van mij leest in de sauna, als een dyslectische schrijfcursist me mailt dat haar eerste boek uitgegeven gaat worden, als ik een team collega’s een vrolijke middag damestasjeslezen heb bezorgd en ze zeggen dan ook nog dat ze elkaar veel beter begrijpen, als een nabestaande me vertelt dat mijn boek over de dood van Anneke een stervende heeft geholpen om afscheid te nemen van het leven, of als iemand besloten heeft toch maar eens wat aandacht te geven aan haar jeugdtrauma’s na een Tarot Systeem Opstelling.

Ik verbaas me stiekem dat de dingen die ik verzin niet al bestaan. Misschien is dat wel omdat het voor mij allemaal min of meer natuurlijk ontstaat, zo’n concept groeit net zo lang tot ik het snap en het kan vormgeven. Jonathan Safran Foer zei dat prachtig in een interview: 'Als je voor je werk veel moet reizen zeggen de mensen toch ook niet dat je een geweldige reiziger bent?' Datzelfde geldt voor schrijven. Je doet het omdat het bij je past als weg, het is geen doel op zich.  

5. Wil je iets met je creatieve werk tot uitdrukking brengen?
Als ik lang genoeg deze vraag herhaal voor mezelf en opnieuw loslaat op elk antwoord dat ik kan geven, dan kom ik natuurlijk uit op wereldvrede. Ik denk dat mijn aandeel daaraan minuscuul en indirect is: ik voel me een soort vroedvrouw voor de persoonlijke, unieke kwaliteiten die in elk mens zitten. Reflectie op jezelf, reflectie op het geschreven woord, inzichten die begrijpelijk en toepasbaar te maken zijn, dat soort dingen wil ik veroorzaken met teksten, trainingen en magie.

Als iedereen nou gewoon het allerbeste doet waartoe hij of zij in staat is, dan hoeven we daarna alleen nog op een woensdagmiddag de toestand in het Midden-Oosten op te lossen. Klaar.  

6. Welke creatieve droom wil je nog eens tot uitvoering brengen?
Alles wat ik doe, doe ik uiteindelijk omdat ik het nog niet goed kan en er dus wat mee moet oefenen. Er m’n werk van maken is dan een heel slimme stok achter de deur. Ik wacht rustig af waarvan ik hierna ontdek dat ik me er ook in wil gaan ontwikkelen. Er is geen specifieke hunkering naar een bepaald project. Ik hoop vooral dat ik het zal herkennen als het voor m’n deur staat te roepen om aandacht.

7. Wat is het beste advies dat je ooit gekregen hebt over creativiteit?
Accepteer het als een cadeautje. Creativiteit is een gereedschap, geen einddoel. Creëren op zich is een genot. De creatie op zich voelt vaak zelfs niet meer als ‘eigen’. Dat gaat de wereld in en iedereen is min of meer vrij om daar weer iets nieuws mee te creëren. Je voegt het toe aan het potentieel van anderen. Dat is wel een eervol, maar ook dienstbaar gebaar.

Yoeke Nagel blufscrabbelt
Meer informatie: 
Yoeke Nagel schreef onder andere.
  • 99 witte kopjes op een tafel. Stijloefeningen om de werkelijkheid te bekijken en te beschrijven
  • Damestasjeslezen, het orakel dat je met je meedraagt 
  • De magie van het huishouden – plezierig poetsen en boenen in huis, geest en wereld 
  • Co-ouderschap, het beste van twee ouders 
Op 26 november vindt het NK Blufscrabble plaats in Amersfoort, dat door Yoeke georganiseerd wordt. Als auteurscoach werkt Yoeke voor journalisten, beginnende en gevorderde auteurs.
Websites:
www.yoeke.com
www.yoekenagel.nl
www.wittekopjes.nl
www.blufscrabble.nl
www.schatschrijven.nl
Twitter: @tekstenmagie

Eerdere afleveringen in deze serie:
  1. Jan Willem van Swigchem 
  2. Alieke van der Wijk 
  3. Marleen Smit 
  4. Frank de Wit
  5. Marian Filarski 
  6. Anja de Crom




Share/Save/Bookmark