dinsdag 31 januari 2006

Klantvriendelijkheid

Klantvriendelijkheid in Nederland:

De ober zegt: "Ik kom zo bij u" en loopt daarna weg!

Máximabos

Stelling 1: Met de juiste gadgets zijn alle mannen te verleiden tot een boswandeling
Stelling 2. Het valt niet mee iederéén in de camera te laten kijken.

Stelling 3: Mannen zijn ijsbrekers.

Stelling 4: Zwemvliezen zijn geen handige ijsschoenen.


Stelling 5: Elke zonzijde heeft zijn schaduwzijde.


Stelling 6: Ga nooit zonder je boswachtersuitrusting op pad.

zondag 29 januari 2006

(Stress 2) dress 2 impress

Oude jurken komen uit de kast, hoeden worden gekeurd, tasjes, glitterspul en boa's. Meisjes verheugen zich op hun prinsessen-outfit.

"Wat doe jij aan?", zoemt het rond. En dat alles voor ons feest dat dress 2 impress als motto heeft meegekregen. Al is het soms ook stress 2 dress 2 impress!

vrijdag 27 januari 2006

Wegwijzers voor dummies

Ik ben gek op gidsjes en tipboekjes. Boekjes met ideeën over digitale fotografie, uitstapjes, recepten, stadswandelingen, etc. etc. oefenen een enorme aantrekkingskracht op mij uit.

Maar het kan óók te ver gaan!

Als ik nu een boekwinkel binnenstap, sta zelfs ik te tureluren. Het aantal boeken met tips en adviezen dijt almaar verder uit. Boeken met eindeloze reekse tips over opvoeding, sporttraining, knutselen, je eigen biografie schrijven, gezondheid, goede restaurants...

Iedere poging om een opsomming te geven is eigenlijk onbegonnen werk. Alleen al de serie '...voor dummies' vult hele boekenkasten. Er zijn zelfs boeken met alleen maar lijstjes (kant-en-klare opsommingen wat je allemaal nodig hebt als je gaat kamperen of een lijstje met wat er aan basisvoedingsmiddelen in je keukenkastje zou moeten staan). Wie koopt in hemelsnaam al die boeken?

Het lijkt wel alsof we met zijn allen steeds dommer worden. Want waarom zou je uit een tipboek moeten leren hoe je een vloer goed schoonmaakt? Hoe je kinderen zonder al te veel stress 's ochtends met gymtas en broodtrommel op tijd op school aflevert? Of een hamburger bereidt? Of wat je met kliekjes kunt doen?

Ondertussen is het aantal tip-boeken zo groot dat het hoog tijd wordt voor een overzichtelijke catalogus met tips over de beste adviesboeken. Laat die 'Wegwijzer voor dummies' ook maar van de persen rollen!

donderdag 26 januari 2006

Iets minder zonnig

Okay, gisteren toch de zaak iets te veel van de zonnige kant bekeken, blijkt vandaag. Dat zonnecellen over een jaar of tien rendabel zijn, is alleen het meest optimistische scenario. Andere deskundigen verwachten dat we nog een stuk langer moeten wachten. En de micro-WKK zorgt voor extra gasverbruik en dus ook extra uitstoot van afvalstoffen. Het gas wordt naar verwachting rond 2030 bovendien erg schaars; niet erg handig om dan massaal in te zetten op micro-WKK's.

Daar staat tegenover dat de overheid er vanaf stapt om doemscenario's rond milieuproblemen te strooien waar wij als individuele burgers toch niets mee kunnen. Het is veel productiever (én leuker) om de aanpak van milieuproblemen in hapklare blokjes op te dienen, zodat consumenten er wél mee uit de voeten kunnen.

Over leuke initiatieven gesproken: dat kan ook iets heel geks zijn, zoals flesjes Neau. Waterflesjes waar alleen lucht in zit (!) én een brief (a message in a bottle). Daarop valt te lezen dat de eigenaar de fles zelf mag vullen met water uit de kraan. Nederlands kraanwater kan zich namelijk meten met de kwaliteit van het beste bronwater. Een grap? Een beetje wel. Maar ook slim: hiermee wijst Neau consumenten op de overbodigheid om plastic flessen met bronwater aan te schaffen. En het stelt ook wel enigszins gerust dat je met de aanschaf van een Neau-fles niet alleen de zakken spekt van de bedenker van dit concept. Met de opbrengst worden namelijk drinkwater-activiteiten in ontwikkelingslanden ondersteund, waar de waterkwaliteit juist wel ernstig te wensen overlaat.

Het krantenbericht dat biologisch geteelde groenten niet gezonder zijn dan ''gewone groenten" oogde vandaag als een tegenvaller. Maar het is maar hoe je het bekijkt. De teelt van gewone groenten blijkt namelijk eveneens heel verantwoord te geschieden, met een minimale hoeveelheid bestrijdingsmiddelen. Hier in Nederland tenminste.

Het gaat veel beter met de wereld dan de moppermaffia ons doen wil geloven, stelt ook Elsevier deze week. Kijk, toch weer iets om ons aan vast te klampen!

woensdag 25 januari 2006

Zonnig

We hoeven ons helemaal niet zo'n zorgen te maken over het energieprobleem: het dreigende tekort aan fossiele brandstoffen en het broeikaseffect. Tenminste, niet als het om het stroomverbruik gaat. De vooruitzichten voor grootschalige toepassing van zonne-energie zijn namelijk buitengewoon goed. Nu is de plaatsing van zonne-cellen nog onrendabel en daarom niet interessant, maar dankzij technologische ontwikkelingen is dat vanaf 21015 wél haalbaar. Dat heb ik mij vanmiddag laten vertellen door een toekomststrateeg van een energiebedrijf.

Het zou echt geweldig zijn als we straks onze daken massaal kunnen bedekken met zonnepanelen. Het vervuilt geen horizons, zorg niet voor lawaai, levert geen hinderlijke slagschaduw, geeft geen viezigheid, maakt ons niet afhankelijk van de grillen van stroomleveranciers en brengt geen transportkosten met zich mee.
Het enige nadeel is dat de zon niet altijd schijnt (al schijnt er niet perse stralende zon nodig te zijn voor de opwekking van energie). Maar voor die gevallen is er ook nog de Thuiscentrale: de micro-WKK. Ook aan de ontwikkeling van dat ding wordt hard gewerkt. Het is een soort CV-ketel, die behalve gas ook stroom produceert. De combinatie van zonne-energie met de micro-WKK maakt een huishouden vrijwel zelfvoorzienend. Prachtig toch! (En wie helemaal CO2-neutraal wil draaien kan in de toekomst ook nog certificaten kopen op het gebied van natuurontwikkeling om de CO2-uitstoot van het verbruikte gas te compenseren).

Zonne-energie staat dus een grote toekomst te wachten. En daarnaast zijn er nog allerlei andere veelbelovende technologische ontwikkelingen, die ook de uitstoot van electriciteitscentrales zullen minimaliseren. De CO2-uitstoot zal over enkele tientallen jaren ineens een heel beheersbaar probleem zijn. Het is dan ook helemaal niet nodig om kernenergie weer uit de kast te halen. Er zijn simpelweg veel betere alternatieven beschikbaar.

Het enige probleem is dat we nog een jaar of tien moeten wachten voordat de zonne-energie voldoende rendabel is en de andere technologieën van de grond komen. Maar toch is dit een veel optimistischer toekomstbeeld dan ik tot nu toe kende.

Worden we soms bang gemaakt met allerlei doemscenario's? Net als de zure regen en de massale sterfte van bossen, waarvoor we ooit bang gemaakt zijn?

Laten we ons nu richten op scenario's met zonnige kanten!

zondag 22 januari 2006

Januari-oppeppers


Het weer is grijs en druilerig.
De schoonmaakster is weer ziek.
De kamerplanten staan ineens te verpieteren.
De overwinterende oleander zit helemaal onder de luizen.
Een schilderijtje valt spontaan van de muur af.
De fietssleuteltjes zijn kwijt.
Mijn winterschoenen zijn lek.




Help, ik voel een opkomende januaridip! Waar haal ik snel een recept vandaan om dat gevoel de kop in te drukken?
- Zwierige kleren met vrolijke kleuren?
- Bossen tulpen?
- Zomerse muziek?
- Een open haard, een goed boek en een pot thee?
- Een successendagboek?

We trekken de voordeur achter ons dicht en gaan op stap. In de auto luisteren we naar opwekkende muziek zoals Feel! van Robbie Williams. In Nijmegen spelen de kinderen eindeloos met treintjes. Bij Plasmolen wandelen we door het natuurgebied Sint Jansberg met prachtige stuwwallen en een kabbelend beekje. Er borrelen allerlei vakantieplannen op. Wow, januari!


vrijdag 20 januari 2006

Persbeleid


1991: Het gemeentehuis in Warmenhuizen, een dorp met een paar duizend inwoners in de kop van Noord-Holland. Vanuit de statige entree leidt een smalle trap met vale vloerbedekking naar een kleine duistere werkkamer. Hier word ik wekelijks bijgepraat door de gemeentesecretaris over de besluiten van B en W en andere gemeentelijke ontwikkelingen. Hij probeert er trouwhartig voor te zorgen dat hij iets spannends te melden heeft, al valt dat vaak niet mee. Meestal stapt ook de burgemeester even binnen om me over zijn activiteiten en beslommeringen bij te praten.
Anderhalf uur en enkele koppen koffie later stap ik weer naar buiten. De gemeente heeft sinds kort een part-time voorlichtster in dienst, maar die komt aan deze persontmoeting hoogstens te pas als er nog wat schriftelijke informatie op de fax moet worden gezet.

2006: Voor een achtergrondverhaal over toekomstig milieubeleid zoek ik contact met een landelijk bekend kopstuk. Een oud-politicus, die tegenwoordig voorzitter is van een grote organisatie. Op internet vind ik zijn directe mailadres, dus ik vraag hem via deze weg om een telefonisch interview van 20 minuten. Het kopstuk stuurt het mailtje door aan zijn secretaresse, die het op haar beurt doorstuurt aan de afdeling Communicatie. Anderhalve week hoor ik helemaal niets. De communicatie-adviseur is onbereikbaar voor telefoontjes. Uiteindelijk krijg ik een mailtje retour met een formulier, waarbij ik nogmaals mijn verzoek en allerlei gegevens moet invullen. Er is nog een vrije ruimte op het formulier, waarop de communicatie-adviseur haar advies 0ver dit verzoek zal invullen.
Ik ben bang dat het niks wordt, dat interview.

dinsdag 17 januari 2006

Balansdag

"Nee voor mij geen taartje, want ik heb vandaag mijn Balansdag.'' Deze slogan moet net zo ingeburgerd raken als de kreet waarmee je op een feestje alcohol weigert: "Ik ben vanavond de BOB." Dat lijkt te lukken, want in mijn omgeving merk ik dat dit nieuwste idee van het Voedingscentrum in de strijd tegen sluipend overgewicht razendsnel aanslaat.

Voortaan hoef je niet meer ongezellig op dieet, maar je hebt 'toevallig' net een Balansdag. Op zo'n dag verkies je een boterham met rosbief of appelstroop in plaats van een broodje worst of een exemplaar met volvette Hollandse kaas. Evengoed kun je jezelf op die andere dagen beter niet afvullen met soesjes en chocola. Als je toegeeft aan ieder knaagje in je maag (vrij naar Winnie de Poe) mag je over een paar jaar alsnog een liposculpture van je bovenbenen laten maken.

Toch zijn we er hiermee niet, blijkt uit de website van het Voedingscentrum. Als je 's avonds een feest of receptie hebt waar calorierijke uitspattingen te verwachten zijn, raadt het centrum aan om overdag al aan het 'balansen' te slaan. "Een slagroompunt in het vooruitzicht? Neem dan een lichte lunch met fruit."

Op die manier blijf je toch voortdurend bezig met calorieën. Met categoriseren van wat goed is voor je lijf en wat slecht. Terwijl juist dat deprimerende tellen zo vervelend is bij eten. Hoe kun je op het goede gewicht blijven zónder de hele dag verplicht met voedingswaren bezig te zijn? Ik kies dan toch liever "Geniet, maar eet met mate" als slogan. Al komt het uiteindelijk op hetzelfde neer, natuurlijk.

De voedingsindustrie is er ondertussen mooi zoet mee. Die presenteren in januari-lijnmaand massaal hun afslankproducten. Leuk, nadat diezelfde industrie je in december lekker gemaakt heeft met allerlei vette hapjes. Ook een soort balansen...

vrijdag 13 januari 2006

Digitale kloof

Wat mijn mobiele telefoon betreft, voel ik mij nog steeds een newbee. Okay, ik weet het adresboek te gebruiken, kan mijn voicemails afluisteren en weet ook wel een foto te maken. Maar het verzenden van die foto krijg ik niet voor elkaar en ook met SMS'en loop ik al snel vast met die hopeloze druktoetsjes.

Velen onder ons zeggen het niet, maar lijden er in stilte wel aan: digibetisme. Grote groepen mensen bekennen liever niet dat ze geen idee hebben wat een i-pod is, waarom je zou willen podcasten of wat je met een RSS-feed moet doen. Op het oog maken ze wel gebruik van mobiele telefoon of magnetron, maar bedienen in werkelijkheid alleen de hoogst noodzakelijke toetsen.

En denk niet dat dit alleen ouderen zijn. Ziekenhuizen hebben bijvoorbeeld de grootste moeite om de automatisering verder op te voeren. Dat komt omdat werknemers en masse de hakken in het zand zetten. En dan blijkt dat de leeftijd van die werknemers vaak niet hoger is dan 40. En zo blijft het heel gewoon dat artsen en verpleegkundigen de patiëntendossiers op zijn stenentijdperks in hanenpoten blijven bijhouden. En dat de ziekenhuiskeuken pas na een paar dagen precies heeft doorgekregen wat patiënt X nou eigenlijk wil eten.

Je zou zeggen dat grote publieke organisaties volledig gedigitaliseerd zijn, en dus hun databestanden goed op orde hebben. Maar ik kom telkens verbijsterende voorbeelden tegen van het tegendeel. Een organisatie als de IND werkt voor een groot deel nog met papieren dossiers. Bij de bestrijding van fraude wordt nog nauwelijks gewerkt met de koppeling van bestanden van verschillende organisaties, zelfs niet binnen de diensten van één gemeente. Een politieteam moet nog steeds telefonisch om extra informatie vragen als ze op straat iets verdachts zien in plaats van dat ze dat via een draagbare computer kunnen opvragen.

Ondertussen breiden de technische mogelijkheden zich in razendsnel tempo uit. De identificatietechnologie is bijvoorbeeld nu een hot item. Met Radio Frequency Identification (RFID) kun je de route van containers of supermarktartikelen volgen, maar ook mensen. Daarmee komen er steeds meer mogelijkheden om iemand met tags in de gaten te houden. Straks lopen we langs een winkel en krijgen meteen op onze mobiel de reclameberichten van deze onderneming. Onbekenden kunnen onze koelkastbestellingen aftappen (al weet ik nog niet te bedenken wat een buitenstaander met die informatie zou moeten doen). Gordijnen zijn straks niet meer voldoende om pottenkijkers te weren. Hoezo privacy?

Dat RFID is best leuk voor Justitie, die daarmee criminelen precies in de gaten kan houden. Maar slimme jongens gebruiken op hun beurt simpelweg RFID-blokkers om zich onzichtbaar te maken (vouw je paspoort met RFID gewoon in een stuk aluminiumfolie en voilà). Zo ontstaat er tussen de ingewijden een digitale wapenwedloop.

Misschien is het juist wel een geluk dat grote groepen mensen (en in hun kielzog hele organisaties) nu al moeite hebben om de digitalisering bij te houden. Dat er flink op de rem getrapt wordt om ons beter de impact van dit soort ontwikkelingen te realiseren, kan volgens mij geen kwaad.

Lang leve sputtermacht van de digibeten!

maandag 9 januari 2006

Vrolijk idealisme

Een bijdrage leveren aan een betere wereld moet fun zijn. Getob over loodzware problemen die je als individu toch niet kunt oplossen, heeft immers weinig zin.

Nederland heeft bijvoorbeeld een enorm groot probleem met fijn stof. Er zijn wel wat kleine ingrepen mogelijk (roetfilters bijvoorbeeld) om dat probleem aan te pakken. Maar aan het stof dat ontstaat door slijtage van banden, wegdek en remmen, kun je weinig doen (behalve dan niet autorijden, maar dat is niet fun). Terwijl die slijtage wel zorgt voor circa 50 procent van het fijne stof in de lucht langs wegen. Om helemaal moedeloos van te worden. En zo is er nog wel een rijtje hardnekkige milieuproblemen, waar je als gemiddelde consument weinig mee kunt: klimaatproblemen, grootschalige luchtverontreiniging, lawaai en het verlies aan plant- en diersoorten. Geen wonder dat milieuzorg uit is.

Toch zijn er best veel leuke initiatieven op het gebied van duurzame ontwikkeling. Heel goed, want manieren om zelf concreet bij te dragen aan duurzame ontwikkeling biedt veel meer inspiratie dan somber milieubeleid met allerlei beperkingen. Een aantal bedrijven heeft dat goed in de gaten. Zo zorgt de Limburgse bierbrouwerij Gulpener voor een milieuvriendelijke teelt van grondstoffen in de eigen regio. Heel duurzaam en verantwoord, zodat het ook nog eens een goed imago oplevert bij de consument.

Als het gaat om je eigen gezondheid, de speelruimte van je kinderen, een aantrekkelijke leefomgeving, voedselveiligheid of diervriendelijkheid, voelen we ons wél betrokken om er iets aan te doen. Milieuverbetering is geen doel op zich, maar wel een middel om een betere kwaliteit van leven te bereiken.

Je hoeft tegenwoordig geen starre milieufreak à la jaren tachtig meer te zijn om toch iets voor de wereld te betekenen. Praktisch idealisme heet dat. Persoonlijk zou ik het nog liever vrolijk idealisme noemen. Alleen al op het gebied van voedsel zijn er allerlei leuke mogelijkheden:
- Adoptie van een biologische appelboom;
- Het gebruik van regionale producten, die op een duurzame wijze zijn geproduceerd;
- De aanschaf van verantwoord voedsel en kledingstukken, maar dan wel aantrekkelijk voedsel en móóie kledij. Via www.goedewaar.nl kun je ontdekken wat wel en niet duurzaam geproduceerd is.
- De promotie van Slow Food, dat het genot van goed eten en drinken beschermt tegen de uniformering, smaakvervlakking en globalisering van de eetcultuur.

Andere interessante initiatieven om idealen zelf vorm te geven:
- Het Nieuwe Rijden: een andere manier van autorijden, dat brandstofbesparend werkt;
- Compensatie van de CO2 uitstoot. Bij organisaties als Trees for Travel kun je de hoeveelheid CO2 laten berekenen die je met een bepaalde vliegreis produceert. Deze CO2 kun je via een financiële bijdrage laten compenseren, bijvoorbeeld door de aankoop van een hoeveelheid bomen. (Maar dit is niet het soort vrolijke idealisme dat ik voor ogen heb, het lijkt meer op het 'afkopen' van schuldgevoelens.)
- Coaching van kansarme scholieren (schijnt veel succes te hebben, dus zeer opwekkend en inspirerend);
- De IMC Weekendschool: aanvullend onderwijs voor achterstandsleerlingen door vrijwillige gastdocenten (erg leuk om te doen, lijkt me);
- Duurzaam sparen of beleggen;
- Groene energie: je eigen aardwarmte?
- Hybride voertuigen en dan het liefst een flitsend model;
- De artikelen van Fair Trade: met hun hippe design de stoffige wereld van de SOS Wereldwinkel en de rietsuikerbruine somberheid van de biologische winkel ver voorbij;
- Adoptie van een weeskind in een ontwikkelingsland, dat ter plekke ondersteund wordt (persoonlijk en betrokken);
- Adoptie van een dier in Artis (leuk, je eigen steppenwolf) of van een kunstwerk in een museum.

zondag 8 januari 2006

Hup Darwin, hup!

2005 had het jaar van Einstein moeten worden met allerlei festiviteiten ter gelegenheid van de herdenking van honderd jaar relativiteitstheorie. Maar uiteindelijk werd 2005 het jaar van Darwin!

Een reeks ontdekkingen op het gebied van de evolutiebiologie vormt bij elkaar opgeteld de belangrijkste wetenschapsdoorbraak van 2005, meldde het Amerikaanse wetenschapsblad Science onlangs. De wetenschap slaagt er steeds beter in om de losse puzzelstukjes van de evolutie bij elkaar te zoeken.

Maar de oude Darwin heeft het niet makkelijk om zich staande te houden. Ondanks de geboekte resultaten ziet onze kennis hoe het begin van het leven op aarde ontstaan is er nog steeds uit als een brok gatenkaas. Aanhangers van Intelligent Design (ID) - er is een Ontwerper die voor de schepping verantwoordelijk is - grijpen dat gebrek aan kennis dankbaar aan voor hun eigen theorie: als we niet alles kunnen verklaren, dan moet er wel een schepper zijn.

Afgelopen jaar stond zowel in Nederland als in de Verenigde Staten in het teken van felle debatten tussen de aanhangers van Intelligent Design en de Evolutietheorie. God versus Darwin, zeg maar. Dat die discussies zo fel waren, hangt samen met het feit dat de ID-aanhangers volgens de Darwinisten morrelen aan de regels van het spel. Als je iets niet snapt in de wetenschap, mag je niet God als verklaring aanvoeren. God is namelijk niet waarneembaar, niet meetbaar en niet verklaarbaar. Een ongelijke strijd dus.

Ook zit er nog een andere dimensie aan. Als er mogelijk tóch een grote Ontwerper aan de knoppen zit die de schepping bedacht heeft, kan niet alleen de evolutietheorie in de prullenbak, maar moeten we ook andere 'verworvenheden' weer terugdraaien. De abortuswetgeving bijvoorbeeld; in de VS een hot item. Als er een Ontwerper is, is daarvan uiteindelijk de consequentie dat de mens zich weer helemaal naar de Bijbelse leer moeten richten. Uiteindelijk kom je dus in politiek vaarwater terecht, wat ook een groot deel van de felle reacties verklaart.

De Darwinisten gaan uit van toeval als bepalende factor. Als miljoenen jaren geleden die enorme meteoriet de dinosaurussen niet massaal had uitgeroeid, had het leven op aarde er heel anders uit gezien.

Dat die meteoriet hier zo hard insloeg, wordt dus door de ''atheisten" - waartoe alle aanhangers van Darwin uiteindelijk gerekend kunnen worden - als toeval beschouwd. Of er toch een goddelijke hand achter die meteorietinslag zat, zal wel nooit toetsbaar zijn. En ook niet of er zonder die meteoriet ooit een man was geboren met de naam Charles Darwin, die het bestaansrecht van de grote Ontwerper onderuit schoffelde. Toch jammer.

donderdag 5 januari 2006

Routeplanners voor verrassende ontdekkingen

Willekeurig ronddwalen stimuleert je creativiteit. Maar hoe vind je op een willekeurige manier je weg door een stad, een bos of een drukke stationshal? Gebruik een 'sleutel' om je route uit te stippelen.

Enkele ideeën voor mogelijke ''sleutels":

Stadswandelroute
Gebruik de stadsplattegrond van Parijs voor een wandeling in Amsterdam. Waar kom je uit als je vanuit het Rokin de route naar Mont Martre volgt?

Stationshalroute
Verbeeld je wat die man met lange jas en rode sjaal vandaag gaat doen en achtervolg hem (verder niets; dit is geen pleidooi voor stalking!)

Boswandelroute
Neem na ieder bankje de eerstvolgende afslag links. Of na iedere prullenbak. Of na iedere ekster.

Museumroute
Bekijk in een hopeloos groot museum als het Louvre alleen de schilderijen van dikke naakte vrouwen (in Parijs zou je zo ook een naakte vrouwenkunstroute kunnen maken via al mijn favoriete musea: van Musée Gare d'Orsay naar Musée Rodin en Musée Picasso...)

Zaproute
Het idee van de naakte vrouwen is wellicht ook toepasbaar bij het bekijken van televisieprogramma's. Dus bij iedere dikke naakte vrouw: doorzappen naar een volgend programma!

woensdag 4 januari 2006

Open Luchttheater


Denkend aan Holland zie ik een openluchttheater vol wolken in allerlei soorten en maten. Op het platteland in de Kop van Noord-Holland heb ik daar voor het eerst kennis mee gemaakt.


Voor iedereen die bereid is naar boven te kijken, geven de wolken gratis voorstellingen, vaak met onverwachte mise-en-scenes en dramatische wendingen. Bijna elke keer als ik de polders inreed, waren ze er wel: de gezellige oer-Hollandse schaapjes, de grijze somberaars of de zilveromrande regenwolken. Echte karakterrollen. Vooral het spel van de donkere donderbuien met zo'n ''uitzakkende" onderkant is in een wijds polderland fascinerend: dáár regent het, hier gelukkig (nog) niet...

Ik hou van het leven in de stad, maar het onbelemmerde uitzicht op de wolken mis ik soms wel. Zodra we ons even in een gebied met verre verten begeven, geniet ik met volle teugen van de luchtvoorstellingen. De afgelopen dagen ben ik in dit opzicht erg getrakteerd! Vooral de ijzige winterochtenden waren prachtig.

Je zou zeggen dat voor weermannen wolken vooral requisieten zijn, maar in een interview las ik dat Erwin Kroll ook vooral in wolken geïnteresseerd is. ''Het weer is de manier waarop de aarde zichzelf leefbaar houdt, energie, warmte en vocht van de ene plek naar de andere weet te brengen", zei hij. "En dat zie je allemaal terug in de wolken." Of het morgen wat kouder of wat warmer is, interesseert hem daarentegen geen bal.

Wolken zijn niet alleen de brengers van vocht. In landen waar water een welkome gunst van de goden is, doen wolken dienst als brengers van vruchtbaarheid. In vorm, kleur en omvang worden wolken bovendien geassocieerd met olifanten; wonderlijk genoeg mijn favoriete dier. De Hindoeistische god Indra heeft een olifant als rijdier. In zijn gedaante als regengod brengt Indra op een olifant de moesson in India.

Behalve met hun voortdurende gedaanteverwisseling heeft mijn fascinatie met wolken ook te maken met hun mogelijkheid tot versluiering. Ze verhullen iets. We vermoeden weliswaar dat achter de wolken de zon schijnt, maar zeker weten doen we het nooit. Nog een reden dus om die wolken scherp in de gaten te houden.

dinsdag 3 januari 2006

Zegeningen tellen

Ondanks de toegenomen welvaart is de westerse mens er de afgelopen vijftig jaar er niet gelukkiger op geworden, stelt de Britse econoom Richard Layard in zijn boek Happiness. Er zijn altijd nieuwe dingen die we willen hebben.

"Mensen zouden er eens mee op moeten houden om altijd meteen naar het volgende doel te streven, in plaats van eerst eens te genieten van wat ze bereikt hebben", zegt hij. Blijkbaar worden we niet gelukkiger van geld. En daarom zouden we ook niet het nastreven van economische groei zo centraal moeten zetten in onze maatschappij. Maar hoe zit het met ambitie? En met het streven naar zelfontplooiing?

Volgens Layard vertalen we de opdracht om onszelf zo goed mogelijk te ontplooien ten onrechte in een verplichting om succesvol te zijn. Daar moeten we eveneens vanaf, omdat het leidt tot het conformeren aan de normen van anderen in plaats van aan eigen verlangens en behoeften. Mensen zouden meer moeten waarderen wat ze hebben in plaats van na te jagen van wat ze niet hebben. Tel je zegeningen, adviseert Layard.

Meer geld is voor mij inderdaad geen op zichzelf staand doel, ook niet als ik dat geld zou kunnen gebruiken om eerder te stoppen met werken. Als ik geld in overvloed zou hebben, zou ik mijn leven namelijk niet ingrijpend wijzigen. En zeker niet mijn baan opgeven. "Als je doet wat je leuk vindt, dan hoef je nooit meer te werken", zei Gandhi. Dus Layard indachtig, tel ik mijn zegeningen.

Ook het hoge aantal echtscheidingen komt volgens Layard overigens voort uit het verkeerd geïnterpreteerde ideaal van zelfontplooiing. "Het gaat er niet om hoe gelukkig mensen zijn, maar hoe gelukkig ze denken dat ze móeten zijn", zegt hij. Zodra iemand het idee heeft dat er bij een andere partner meer te halen valt, wordt de huidige relatie verbroken. "Dat heeft te maken met een samenleving die meer gebaseerd is op nemen dan op geven."