"Ik dacht dat het verkeer in Nederland druk was, maar hier is het nog veel erger", zegt Jasper, kijkend naar het wegennet op palen, dat boven het bestaande wegennet van Cairo is gebouwd. Niet dat deze wegenuitbreiding soelaas biedt in deze mierenhoop van zeventien miljoen mensen, want het verkeer loopt voortdurend vast. Desondanks nemen ze na drie dagen Cairo met grootse gebaren afscheid van de miljoenenstad als we op het dakterras van het restaurant voor de laatste maal uitkijken over de betonnen gebouwen, de satellietschotels en de troep op de daken.
Het drukke en chaotische verkeer is voor Jasper en Niels één van de meest verbazingwekkende dingen van ons bezoek aan Egypte. De voetgangers die gewoon tussen de rijdende auto's door oversteken, de auto's die zich slingerend een weg zoeken tussen de andere verkeersdeelnemers, de stoplichten die er voor Jan Joker bij staan. "Het verkeer is hier echt héftig", vindt Niels. "Veel te gevaarlijk." Maar het is wel logisch dat autobestuurders er zo'n potje van maken, stelt Jasper. "Hier kun je je rijbewijs gewoon kopen." (Onze uitleg wat corruptie in een land als Egypte betekent, heeft eveneens diepe indruk gemaakt.)
Niels stelt tijdens de tochten door Cairo, Aswan en Luxor duizend-en-één-vragen. Vooral over de vele gesluierde vrouwen en andere zichtbare uitingen van de Islam. "In het woord moslim zit het woord slim", merkt hij op. "Betekent dit dat de moslims slim zijn?" Ook de armoede van mensen op straat zet hem aan het denken. "De farao's waren ontzettend rijk", verzucht hij na bezichtiging van de overvloedige gouden kostbaarheden van Toetanchamon in het Egyptisch Museum. "Wat oneerlijk dat de mensen op straat zo arm zijn!"
Grote indruk maken ook de vele verkopers van snuisterijen op straat die ons aanspreken met eentonige frases als 'Come to my shop' en 'Excuse me, where you from'. Ze vinden het steeds irritanter worden, maar worden ook steeds geroutineerder in het ontwijken van al deze lieden. De koetsiers van de paardenkoetsjes houden ze scherp in de gaten, vooral als ze ontdekken dat de paarden niet bepaald zachtzinnig behandeld worden. "Mijn liefste wens is dat ik alle paarden vrij kan laten lopen", zegt Niels. Jasper wil zelfs de Nederlandse politie laten invliegen om de mishandelende koetsiers te bekeuren.
Hoezo 'Grote Piramide'?
De tempels, piramiden en grafkelders vinden ze fascinerend. Ze herkennen diverse goden op de tempelwanden en wisselen met elkaar wetenswaardigheden over Ramses II en Hatsjepsoet uit. Het afdalen van grafkeldertrapjes vinden ze geweldig, al ontdekken ze ook snel dat het beklimmen van de 3500-jarige restanten van monumenten in Sakkara niet op prijs gesteld wordt.
Uit de reeds gelezen schoolboeken over Egypte weet Jasper al gedetailleerd hoe het mummificatieproces in zijn werk gaat. Oersaai voor hem dat een goedbedoelende gids in Cairo het allemaal opnieuw uitgebreid uit de doeken doet. De diverse tempels lijken ze op hem evenmin weinig indruk te maken, omdat hij ze al kent van de plaatjes uit de boeken. Maar 's avonds noemt hij de tempels van Abu Simbel en Karnak wel als hoogtepunten van de dag.
De mooiste belevenis voor Niels is het ritje op een kamelenrug. Hij kondigt aan op latere leeftijd nog eens terug te komen naar de woestijn om daar nog eens uitgebreid per kameel doorheen te reizen. Of hij een goed beeld gekregen heeft van de uitgestrektheid van de woestijn is trouwens niet zeker, want tijdens de rit door de woestijn op weg naar Abu Simbel zat hij grotendeels te slapen. Op het moment dat hij ontwaakte, reden we net door Toshka, een megalomaan irrigatieproject van president Moebarak om een stuk woestijn als landbouwgrond in te richten. "Kijk, er zijn een heleboel bomen in de woestijn!", constateert hij opgewekt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten