Stuntelen is leuk. Laurel & Hardy, Mr. Bean en Bridget Jones zijn groot geworden met hun klunzigheid. En wat is er heerlijker dan te lezen over blunders en misstappen van bekende Nederlanders. Niet alleen uit sensatiezucht trouwens. Een misser maakt de VIP meteen een stuk menselijker en sympathieker.
In bedrijven en overheidsorganisaties zie je juist het omgekeerde. Managers grossieren in succesverhalen. Projectleiders venten hun best practices breed uit. Kortom: overwinningen mogen in de krant, terwijl missers worden bedekt met de mantel der liefde. Maar hoe vaker je zo’n opgepompt verhaal hoort, hoe vervelender het wordt om er naar te luisteren. Minstens zo erg is dat niemand het op den duur nog gelooft.
De succesverhalen en de best practices maken deel uit van het verhalenrepertoire waar iedere organisatie over beschikt. Daarnaast zijn er ook nog de officiële speeches en de formele visies die vertellen hoe het met de organisatie verder gaat in 2010 of 2015. Soms daadwerkelijk visionair en inspirerend, vaker opgeleukte braaftaal die geen enkel hart raakt.
Nee, dan de informele verhalen en roddels uit de wandelgangen. Vaak circuleren er levendige verhalen waarmee nieuwkomers ingewijd worden over gebeurtenissen uit de geschiedenis van de organisatie of over personen die tot de verbeelding spreken. Echte verhalen, die de essentie raken van vertellen: het opbouwen van spanning. Zonder helden en antihelden van vlees en bloed is er geen boeiend verhaal te bakken.
Verhalen mogen best over goede resultaten gaan, maar zeker ook over de tegenslagen die nodig waren om ze te bereiken. Zonder missers geen succesverhalen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten