Midas Dekkers moet eerst ijsberen rondom een grote houten tafel. Alleen op die manier kan hij zijn lichaam tot rust brengen. Zijn grote voorbeeld Charles Darwin deed hetzelfde. Darwin had in zijn tuin daarvoor zelfs een speciaal parcours aangelegd. Bij elk rondje stootte hij een steentje weg, zodat hij kon bijhouden hoeveel rondjes hij had gelopen. Darwin bedacht de evolutietheorie niet op zijn reis naar de Galapagoseilanden, hij bedacht die op de sandwalk.
Schrijver Jan Brokken gaat na het ontbijt eerst een stuk langs de gracht lopen. Meestal hetzelfde stukje, schrijft hij in zijn boek De Wil en de Weg. "Ik kijk nergens naar, ik groet niemand. Ik neem de scène door die ik die dag ga schrijven. Bij iedere stap krijgt de scène meer gestalte." Ook Goethe begon zijn werkdag altijd met een wandeling. Dat was nodig om het bloed te laten stromen. Hoe sneller het bloed stroomt, des te sneller ideeën ontstaan.
Voor veel schrijvers moeten de dagen op elkaar lijken om te kunnen schrijven. Joost Zwagerman zit het liefst in zijn vakantiehuisje in Noord-Holland. Elke dag maakt hij dezelfde tocht om de geest te laten waaien en de stilte te voelen. "Een boek schrijven is routine inbouwen. Het is troostend om steeds diezelfde route af te leggen en dan de kleine schakeringen van veranderingen op te merken."
Creativiteitsdeskundigen hebben een naam voor dit soort - al dan niet dwangmatige - wandelingen. Het zijn loopmeditaties. Wie wandelt, leidt zijn gedachten af en doet tegelijkertijd nieuwe energie op. IJsberen biedt inspiratie.
"If you don't know where you are going, any road will get you there."
- de Cheshire cat uit Alice in Wonderland, Lewis Caroll
Meer inspiratie nodig?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten