Een mooie interviewvraag: wanneer beleefde je een euforisch moment?
Slaaponderzoeker Eus van Someren wist mij wel enkele antwoorden te geven op die vraag. Die keer dat hij met de resultaten van zijn onderzoek eindelijk een voet tussen de deur kreeg bij een wetenschappelijk tijdschrift, was voor hem een hoogtepunt. Ook euforisch was het moment dat zijn onderzoek aantoonde dat bij mensen met een chronisch slaapgebrek wel degelijk iets niet goed gaat in hun hersenen. Zijn overtuiging dat slechte slapers geen zeurpieten zijn, zag hij eindelijk bevestigd.
Maar nog mooier dan de momenten dat het wetenschappelijk onderzoek eindelijk resultaten oplevert, zijn de momenten van inzicht. Als onderzoeker knabbelt hij graag aan de randen van geaccepteerde ideeën. Hij investeert heel veel tijd in het lezen van allerlei literatuur die zich op die randgebieden bevinden. Zo had Van Someren zo'n zestig wetenschappelijke artikelen over slaapstoornissen doorgewerkt, die een relatie legden met de lichaamstemperatuur van de nachtbraker. Maar de onderzoeker had het gevoel dat de conclusies niet goed in elkaar te passen waren. Ergens klopte er iets niet, maar wat?
Er een nachtje over slapen kan helpen om nieuwe invalshoeken te vinden. Terwijl de slaper van zijn nachtrust geniet, gaan de machinekamers in de hersenen door met gegevensverwerking. In dit geval moest Van Someren er heel wat meer nachtjes over slapen, maar daarna beleefde hij inderdaad zijn eureka-moment: het ging niet om de lichaamstemperatuur van de slaper, maar om de temperatuur op de huid! Alle puzzelstukjes vielen in elkaar. Het resultaat was een hele nieuwe benadering, die de aanleiding vormde voor een serie nieuwe experimenten.
Zo werkt dat dus, creativiteit bij wetenschappelijk onderzoek. Inlezen, denken, slapen en opnieuw beginnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten