Nooit heb ik er bij stilgestaan dat Den Haag een buitengewoon groot aantal witte gebouwen heeft. Verander je focus en je wereldbeeld verandert mee.
Want nu zie ik ze ineens overal: sneeuwwitte, grauwwitte, strandhuiswitte of slagroomwitte exemplaren. En dan zijn er ook nog de vele witte kozijnen en spekstenen in de negentiende-eeuwse herenhuizen.
Op die vele witte gebouwen ben ik geattendeerd door het boekje Kleurroute Den Haag, dat uitgegeven is door de Stichting Kleur Buiten. Met die witte gebouwen blijkt iets fascinerends aan de hand te zijn. De meest opzichtige gebouwen die deze kleur dragen, behoren namelijk grotendeels toe aan de zogeheten residenten: zij die Den Haag als verblijfplaats hebben, niet als woonplaats.
Paleis Noordeinde van de Koningin is daar een duidelijk voorbeeld van, maar ook andere villa's en paleizen van kolonialen en ambassadeurs. Zelfs nieuwkomers kiezen voor een witte zetel, zoals de prominente hagelwitte Koffiezetter nabij de Utrechtsebaan laat zien. In dit voormalige KPN-gebouw zetelt nu het Internationaal Gerechtshof. Inderdaad, alweer een resident.
De Haagse bevolking hanteert daarentegen andere kleuren. De 'eigen' gebouwen zijn vooral grijs, bruin en rood. Ironisch is dat de gemeente Den Haag uitgerekend als stadhuis een ultrawit gebouw liet neerzetten. Dat de bevolking die kleur helemaal niks vond, blijkt wel uit het feit dat het kolossale gebouw al snel de bijnaam IJspaleis gekregen heeft.
De Stichting Kleur Buiten pleit ervoor om de 'Haagse witten' een prominente plaats te geven in het stadsbeeld om zo de losse onderdelen van deze gefragmenteerde stad met elkaar te verbinden. In de open ruimte tegenstellingen zien en met elkaar in verband brengen, dat kan dus ook met zoiets simpels als een witte kleur!
Verder lezen over het kiezen van een focus:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten