dinsdag 19 mei 2009

Weggelepeld van de snelweg


Eerst een hoop geratel. Daarna ineens een knal. Meteen stuur ik de auto naar de vluchtstrook. Tja, daar sta ik dan op een unheimische plek vlakbij een knooppunt van snelwegen. Wat nu? Ik pleeg een telefoontje naar het thuisfront om mij op te laten pikken door een sleepwagen, maar ik heb geen idee hoe lang dat gaat duren. Ondertussen dendert de ene na de andere vrachtwagen met hoge snelheid voorbij. Dit is best eng hier. Maar waar kan ik heen?

Ineens komt de verlosser voorbij rijden. Een gele sleepwagen van de Wegenwacht parkeert vóór mij op de vluchtstrook en rijdt dan in een vaartje achteruit. Een olijke man steekt vriendelijk één van zijn zwarte handen uit. Jochem is de naam. Hij gaat mij ogenblikkelijk weg slepen naar het dichtstbijzijnde benzinestation, ook al ben ik nog niet bekend bij de Wegenwacht.

Jochem is een lepelaar.
Dat betekent dat hij gestrande automobilisten van de weg haalt en wegsleept naar een betere plek. Langs de snelweg wordt niets meer gerepareerd. Veel te link. Bij de benzinepomp draagt hij me daarom over aan een collega, die zal kijken wat er loos is met de auto.

Op advies van Jochem neem ik een kop koffie. Ik heb nog maar net enkele slokken genomen als ik de tweede Wegenwachtauto al zie. Weer een zwartbesmeurde hand: Gijsbert. Hij wappert de stropdas opzij als hij zich over de automotor buigt en stelt snel de diagnose: de multikabel is gebroken. Dat kan hij niet repareren. Of ik wel even lid wil worden van de Wegenwacht voor de verleende diensten. Gestrande automobilisten die geen lid zijn, betalen gewoonlijk 110 euro extra. "Ach, laten we het gewone kantoortarief maar doen", zegt Gijsbert.

Wil ik me naar de garage laten slepen door de Wegenwacht of regel ik zelf iets? "Nou, laat de Wegenwacht het maar doen", zeg ik. Nu moet eigenlijk Jochem weer komen om mijn auto weer verder te vervoeren. Maar Jochems dienst zit er op. Toch belt Gijsbert Jochem op om zich ervan te verzekeren dat alles goed gaat met de overdracht. Zo komt het dat zowel de telefoniste op de centrale van de Wegenwacht als Jochem bezig zijn om voor mij een nieuwe lepelaar te regelen.

Een kwartier later komt inderdaad een nieuwe sleepwagen. Deze lepelaar heet Rinus en is al net zo klantvriendelijk als zijn twee collega's. Hij is gepensioneerd, maar vindt het heerlijk om voor drie dagen in de week deze baan te hebben. Hij sleept mijn auto naar onze garage en ik mag in de cabine. Omdat ik nog geen lid ben en dus ook nog geen ledennummer heb, registreert hij dit ritje als een Persoonlijke Dienst. Ik voel me zeer vereerd.

Rinus vertelt dat ik buitengewoon veel geluk heb gehad met Gijsbert. Iedereen kent Gijsbert. Gijsbert is namelijk de grote held van de Wegenwacht. Hij heeft een eigen column in het ANWB-blad, waarbij hij vertelt wat hij meemaakt in zijn werk. Als nieuw lid kan ik binnenkort óók de verrichtingen van Gijsbert volgen in de Kampioen. Ik verheug me nu al op deze toprubriek vol verhalen over heldendaden langs de snelweg. Wat een mazzeldag!

1 opmerking:

Marije van den Berg zei

Bart is een ontzettend grote fan! Je had een handtekening moeten regelen!