Deze week zat ik klaar met computer, papier en telefoon, mij voorbereidend op een lange slag om een andere verzorgingsplek te regelen. Ik verwachtte moeizame discussies met indicatiekantoren, wachtlijstbemiddelaars en zorgcoördinatoren om die plek te verwerven. Ja, ik verwachtte eigenlijk al bij voorbaat van het kastje naar de muur gestuurd te worden.
In het begin kwamen die verwachtingen helemaal uit. Zo stuurde coördinator 1 mij naar het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor het stellen van een nieuwe indicatie. Maar het CIZ meldde dat die indicatie in dit geval aangevraagd moest worden in het ziekenhuis. Daar is tegenwoordig een zogeheten Transferpunt, dat de verdere zorg regelt voor patiënten die niet (direct) naar huis kunnen. De transferverpleegkundige was eerst niet bereikbaar, maar sprak later op mijn antwoordapparaat in dat er pas een indicatie gesteld kon worden als de ziekenhuisafdeling daartoe opdracht gaf. En niemand anders. Ik zat klem.
...dat dacht ik tenminste. Want terwijl ik al in de slag was met coördinatoren 2 en 3 van zorginstellingen - lekker proactief bezig zijn - , ontving de transferverpleegkundige ondertussen inderdaad die opdracht van de ziekenhuisafdeling om in actie te komen. En de volgende dag was de indicatie al helemaal in kannen en kruiken. Wachtlijsten waren er aanvankelijk wel: één tot twee weken. Maar uiteindelijk slonk die wachtlijst tot slechts twee dagen. Zo was de nieuwe opvangplek dus toch binnen de kortste keren geregeld, zonder dat wij daar zelf een vinger naar uit hadden hoeven steken. Bij nader inzien heeft de transferverpleegkundige ons al het werk uit handen genomen.
Heel mooi natuurlijk dat er nu dus een aparte padvinder aangesteld is voor zorgzoekenden in de gezondheidszorg. Maar dat mijn negatieve verwachtingen over het vinden van een nieuwe zorgplek toch niet helemaal uit de lucht gegrepen waren, bleek wel toen ik coördinator 1 weer aan de telefoon had. Zij was ondertussen ook driftig aan het bellen geweest en had zelfs handlangers gevonden om nog druk uit te oefenen op het zorgkantoor. Toen ik haar vertelde dat de nieuwe plek inmiddels al lang gevonden was, klonk ze enigszins uit het lood geslagen.
Maar ze herstelde zich snel en zag onmiddellijk een nieuwe taak voor zichzelf weggelegd. Ze zou nog diezelfde dag de patiënte te bezoeken om te kijken of alle benodigde medische voorzieningen wel aanwezig waren. Pas dan kon zij met een gerust hart op vakantie, verzekerde ze mij.
Zo is zorgcoördineren toch nog een dagtaak.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten