woensdag 12 augustus 2009

Wat we kunnen leren van Einstein

Albert Einstein en Mileva Maric, Historisch Museum Bern

Niet een hooggeleerde professor zette begin vorige eeuw de natuurkunde op nieuwe fundamenten, maar een 26-jarige ambtenaar van het Zwitserse octrooibureau in Bern die de natuurkunde er een beetje bij deed. Van de wijze waarop Albert Einstein te werk ging, kunnen we veel leren over werking van creativiteit.

1. Je bent jong en je bedenkt wat
Denk in ieder geval niet dat je als jonge ouders met een veeleisende baan geen creatief denkwerk kunt doen. Albert Einstein en zijn vrouw Mileva Maric zaten midden in de kleine kinderen, toen Albert Einstein in het wonderjaar 1905 maar liefst vier baanbrekende wetenschappelijke artikelen publiceerde. Hij bracht daarvoor geen uren door in het laboratorium, maar zat gewoon in zijn huis in Bern veel te denken én te praten met Mileva, die net als hij theoretische natuurkunde gestudeerd had (volgens sommigen heeft zij zelfs een substantieel aandeel geleverd in het denkwerk!). De enige experimenten van Einstein waren gedachte-experimenten.

2. 'Logica brengt je van A naar B, fantasie brengt je overal.'
Een bekende uitspraak van Einstein, die grossierde in dergelijke oneliners. Verbeeldingskracht speelde een centrale rol bij zijn denkwerk. Einstein deed iedere dag fantasieoefeningen. Zo verbeeldde hij zich dat hij op een lichtstraal met de snelheid van het licht door de ruimte suisde en dat er dan een lichtstraal in de cabine viel. Dit gaf hem zijn eerste visies op de relativiteitstheorie.


3. Viool spelen brengt de creatieve geest op gang
Albert Einstein speelde graag viool en was wellicht zelfs musicus geworden als hij niet voor de natuurkunde gekozen had. Het maken van muziek was voor hem een belangrijke manier om urenlang zijn gedachten te laten dwalen. Zo kon hij op een ontspannen manier met andere regels en grenzen omgaan. Hij maakte dus goed gebruik van de functies van de rechterhersenhelft. Dat blijkt ook uit het feit dat hij een voorkeur had voor een intuïtieve benadering van vraagstukken. Hij zei: "Het intuïtieve brein is een heilig geschenk en het rationele brein een trouwe dienaar. We hebben een maatschappij gecreëerd die de dienaar eert en zijn het geschenk vergeten."


4. Geen vakkennis maar brede inspiratiebronnen
Einstein had weinig op met technici, die vastgebakken zaten aan één vakgebied. Zelf verdiepte hij zich liever in algemene vraagstukken en las graag filosofische werken. Kennis zag hij dan ook niet als de belangrijkste spil van technologische ontwikkeling. Het echte teken van intelligentie is niet kennis maar verbeelding, vond hij.

5. Kijk als een kind naar de wereld
Ook hamerde hij op het belang van denken buiten de vastgestelde kaders. Volgens Einstein kon hij nog als een kind naar de wereld kijken. Hij durfde vastgeroeste denkbeelden ter discussie te stellen en nieuwe vragen te formuleren. "Ik ben niet superslim, maar ik ben gewoon extreem nieuwsgierig."

Verder lezen:
Lees ook dit artikel:


Share/Save/Bookmark

Geen opmerkingen: