Met een groep kinderen uit alle windstreken van de wereld wilden we gaan dansen. De kinderen waren te beschroomd om de dans uit hun eigen cultuur te laten zien, maar dat ze die goed kenden werd wel duidelijk. Een Hindoestaans meisje maakte prachtige handgebaren en een Dominicaans meisje wist meteen drie salsadansen op te noemen.
Daar staken wij als Nederlandse begeleiders armoedig bij af. Wat zouden wij kunnen dansen om de schroom bij de kinderen te doorbreken? De klompendans? Die kennen we niet eens. De vogeltjesdans dan maar? Ook zoiets knulligs. Het werd uiteindelijk Hoofd, Schouders, Knie en Teen, dat enthousiaste bijval kreeg van de kinderen.
Als het gaat om Nederlandse liedjes ontstaat eveneens al gauw een armoedig gevoel. We hebben wel een rijk repertoire aan kinderliedjes, maar als er gevraagd wordt om een populaire meezinger voor volwassenen ten gehore te brengen, valt er een ongemakkelijke stilte. Tradities als dauwtrappen en luilak kennen we nog wel, maar we weten nauwelijks meer waar die tradities vandaan komen. En bij de vraag wat Allerzielen betekent, staat menigeen gewoon met de mond vol tanden.
Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur heeft 2009 uitgeroepen tot het Jaar van de Tradities. Onze gewoonten en gebruiken die je van thuis uit hebt meegekregen, worden daarbij in het licht gezet. Hoog nodig volgens dit centrum, want in deze snel veranderende tijd en de groter wordende wereld raken onze eigen tradities gemakkelijk ondergesneeuwd. Maar niets is zo moeilijk als het bewaren van 'immaterieel erfgoed', zoals tradities. Door die gewoonten weer als waardevol te presenteren, blijven de mensen deze tradities ook wel gebruiken, is de achterliggende gedachte.
In een multiculturele samenleving is het eveneens belangrijk om kennis te hebben van de achtergronden van de tradities en rituelen van jezelf en van de ander. Het Nederlands Centrum voor Volkscultuur wil komend jaar ook de culturele diversiteit in Nederland zichtbaar maken. Marokkanen, Hindoestanen, Turken en alle andere groepen van allochtone afkomst koesteren namelijk hun gerechten, muziek, feesten en gewoonten uit hun land. Misschien juist wel omdat ze migranten zijn en behoefte hebben aan een band met het land waar ze hun wortels hebben.
Ondertussen zijn er steeds meer exotische tradities en gebruiken uit andere landen, die in ons eigen land gretig aftrek vinden. Bij de snoepwinkel zijn Pinata’s te koop: bonte poppen uit Mexico met snoepjes en confetti, waar jarige kinderen tegenaan mogen slaan totdat ze uit elkaar spatten. In andere winkels vinden we Zuid-Amerikaanse gelukspoppetjes, die je onder je kleren dient te dragen. Het Amerikaanse Halloween is in Nederland in rap tempo helemaal ingeburgerd.
Maar hoe staat het met onze eigen tradities? Wie waren Jan Klaassen en Katrijn? Waarom staat er een bruidspaartje op de bruidstaart? Hoe maken wij een kuiltje jus? Welk traditioneel gerecht eten we op Oudejaarsavond? Leuk om morgen na de Sint Maarten-optocht eens over na te denken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten