Een creatief idee dat je uitwerkt tot kunstwerk, dient helemaal te 'kloppen' en doordacht te zijn. Dat leerden we op de opleiding creatieve handvaardigheid die ik ooit gevolgd heb. Dus als we de opdracht kregen om een wulps werkstuk van textiel te maken, dan dienden zowel de stof, de kleuren, de vorm en de uitvoering wulps te zijn.
Voor ons examenwerkstuk kregen we de opdracht om het thema 'De wil om te vliegen' uit te werken tot een sculptuur. Alle keuzes voor de uitwerking van dit thema moesten we uitgebreid beargumenteren. Midden in de nacht schoten me allerlei nieuwe ideeën door het hoofd, waardoor mijn werkstuk almaar uitgebreider werd. Het doorwrochte concept leverde me een hoog cijfer op, ook al was het sculptuur zelf helemaal niet zo spectaculair.
Als 'ideeënmaker' slaagde ik met vlag en wimpel, maar de uitvoering vond ik moeilijker. Zo is het altijd gebleven. Wat ik in mijn hoofd heb, heb ik nog niet in mijn handen. Ik kreeg zelfs in de loop der tijd last van al dat 'hoofdwerk'. Voor mijn geestesoog zag ik geweldige schilderijen, collages en beelden ontstaan, maar anderen hebben daar de afgelopen jaren vrijwel niets van kunnen zien. Als ik al aan de uitvoering begon, verzandde het vaak in prutswerk. Uiteindelijk droogde ook de ideeënstroom op.
Afgelopen najaar ben ik weer gaan schilderen bij Karin Brandt van Atelier Vrij Spel in Delft. Karin pakt het helemaal anders aan met haar cursisten. Ze geeft ons wat ansichtkaarten van kunstwerken of knipsels uit tijdschriften als inspiratiebronnen. Een andere keer mochten we zelf iets moois meebrengen dat we op straat gevonden hadden. Of ze liet ons naar verschillende soorten muziek luisteren.
Van een groot plan is geen sprake, we beginnen gewoon met schilderen of kleien. Zonder op perspectieven, schaduwwerking of zichtlijnen te letten, laat ik mijn handen hun werk doen. Op gevoel kies ik de kleuren en de vormen. Een beetje plakken, kneden en het toeval zijn werk laten doen. Het is een openbaring. Ineens kan ik het weer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten