woensdag 1 oktober 2008

Na-aapjes


Ooit van spiegelneuronen gehoord? Ik ook niet. Tot voor kort tenminste. Sinds vanmiddag heb ik er een heleboel bij elkaar gezien, die geweldig hun best deden!

Het begon bij onze pogingen om acht stuiterende jongens bij elkaar te verzamelen op het schoolplein voor zijn verjaardagsfeestje. Ze vlogen alle kanten uit, maar toen er één besloot om mee te hollen, kwam de rest er ineens gedwee achteraan.

Dat zou nog toeval kunnen zijn, maar ze bleven de hele middag copycat spelen. Ze hielden elkaar voortdurend in de gaten om allemaal hetzelfde pad te volgen. Als de een ging duwen, deden nummer twee tot en met acht hetzelfde. Bedacht een ander een springspel op paaltjes, huppelde de rest er joelend achter aan. Gingen er twee op een bankje zitten, dan ging de rest er bovenop klauteren. Langs de muur rollen werd allemáál langs de muur rollen, idem dito voor tongen uitsteken, op handen en voeten lopen en nog veel meer. Ze leken nog het meest op een kluwen welpen, die stoeiden, duwden en op elkaar sprongen maar nooit doorbeten.

Dat blijkt dus het werk van spiegelneuronen. Heel nuttige zenuwcellen, die ervoor zorgen dat je iemands lichaamshouding of gezichtsuitdrukking imiteert. Na-apen staat niet in hoog aanzien in onze cultuur en toch doen we het voortdurend. Mensen die met elkaar in gesprek zijn, nemen vaak dezelfde houding aan. Samen dansen betekent in hoge mate elkaar imiteren. En als in de film iemand hartverscheurend huilt, is de kans groot dat de toekijkers dat ook doen, ook al hebben die persoonlijk met het filmverdriet niets te maken. Door dit imitatiegedrag voelen mensen zich erg saamhorig en kunnen zij zich beter inleven in elkaar. Spiegelneuronen maken ons empathisch.

Onze aapjes klommen vanmiddag achter elkaar naar boven op de klimwand. Als de een hoger ging, wilde de ander niet achterblijven. Hoogtevrees of niet. Eenmaal uitgeragd, vleiden ze zich neer op ons vloerkleed om samen naar de film van Platvoet en zijn lieve vriendjes te kijken. Met kussens en dekens erbij, zodat ze extra comfortabel lagen. Geen ruzie, geen bloedneus en geen gezeur, alleen maar heel genoeglijk bij elkaar. Als het echt leeuwenwelpjes waren, zouden ze nu gaan spinnen.

Geen opmerkingen: