"Wat ben jij nou aan het doen", hoorde ik een winkelmedewerkster van Albert Heijn vol verbazing tegen haar collega in het andere winkelpad zeggen. "Daar hebben we onze kwaliteitsmedewerker toch voor?"
Wat zou hij aan het doen zijn, vroeg ik me nieuwsgierig af. De winkel nog mooier inrichten? Slimme innovaties doorvoeren? Niets van dat alles. De man zat op een knullig minikarretje, waarmee de vloer schoongewreven kon worden. De kwaliteitsmedewerker had niet bepaald de hoogste status in de Albert Heijn-hiërarchie, zo bleek uit de reactie van één van de vakkenvullers. "Ik vind alles best, als ik maar niet op dat karretje hoef."
De benaming van kwaliteitsmedewerker voor de schoonmaker, hoe verzin je het. Als een organisatie iets overdreven positief benoemt, verlang ik onmiddellijk naar Koot en Bie. Die zouden meteen de luchtballon leegprikken en er een andere twist aan geven.
Zo wil ik dolgraag weten hoe Koot en Bie omgaan met leerlingen die een Trotsmap aanleggen (een soort portfolio) of de TOP-klas volgen. Dit zijn geen übertalentjes, maar kinderen die vanwege hun taalachterstand bijgespijkerd worden. Natuurlijk is het TOP (met verplichte hoofdletters) dat deze kinderen gemotiveerd zijn om extra aan hun woordenschat te werken, maar laten we nou niet doen alsof dit de bloem der natie is.
En wat zouden zij doen met het kinderopvangcentrum dat volgens het pedagogisch beleidsplan 'de eetmomenten tot een dagelijks feest maakt'. Ja, ja. Ik zie al voor me hoe de leidsters eindeloos positief en feestelijk bij de peuters de broodkorstjes naar binnen praten.
Of een grote pensioenverzekeraar, waar medewerkers werken aan hun 'persoonlijke groeiplan'. Daarin moet de medewerker verplicht zelf drie ontwikkelpunten benoemen, evenals de uitwerking van een competentie die de organisatie aangewezen heeft voor iedere functiegroep. Groeien en ontwikkelen is namelijk héél fijn en de medewerkers zijn de belangrijkste ‘tool’ in de financiële dienstverlening. Brrr. Ik ben altijd heel blij dat ik niet bij zo’n organisatie werk als ik dit soort HRM-kreten hoor.
Over de thuiszorg die hun cliënten alle zorgjes betuttelend uit handen nemen, hadden Koot en Bie al eens een mooie persiflage. Tegen de drammerige thuiszorgwerkster schamperde Koot: ‘Maar ik wíl helemaal geen Thuiszorg. Ik wil Thuis Zorgeloos.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten