maandag 28 april 2008

Eén grote familie op internet

Geen makkelijker manier om contacten te leggen in je eigen buurt dan via je kinderen, dacht ik altijd. Maar dat geldt voor anderen blijkbaar niet of of zijn minst veel minder. Want waarom zijn juist communities op internet rond het thema kinderen anders zo populair?

De jongste ontmoetingsplaats voor moeders is ‘Mama Next Door’, dat bij de nieuwste ‘moederglossy’ Mama hoort. Als je de andere mama’s in je omgeving nog niet bent tegen gekomen op de zwangerschapsyoga, het consultatiebureau of het kinderdagverblijf kun je altijd nog contacten leggen via deze website. ‘Een andere mama om gezellig mee te kletsen, te winkelen, ervaringen te delen, te gaan stappen of om eens op de kinderen te passen, voor elke behoefte moet er wel een andere mama te vinden zijn in jouw eigen buurt’, claimt Mama Next Door.

Uitgebreid ervaringen over ouderschap uitwisselen kon al uitgebreid op het forum Ouders Online, maar ook op half-commerciële communities als Volgens Mama, die handig door Zwitsal in de markt gezet is om de consumenten van babyproducten maximaal aan zijn merk te binden. In plaats van op de peuterspeelzaal en het schoolplein kunnen moeders (want daar komt het meestal op neer) elkaar eindeloos bevragen over eerste tandjes, educatief speelgoed of driftbuien.

Ondanks de toename van verstedelijking en individualisatie kunnen we kennelijk niet zonder het delen van deze verhalen en ervaringen, want we hebben vele nieuwe vormen van samenzijn gevonden en gecreëerd op internet. Via Hyves, LinkedIn en Schoolbank vinden we elkaar weer terug of breiden we ons netwerk uit. En het aantal nieuwe mogelijkheden groeit maar door. Zo kun je sinds kort lid worden van Familieband om te zien of je banden hebt met een beroemdheid of blauw bloed door je aderen hebt stromen. Natuurlijk kun je ook je stamboom maken en delen met je hele familie en de onderlinge betrekkingen opnieuw aanhalen.

Uitgeverijen hebben zich ook gestort op sociale netwerken. Wat bij een regionaal dagblad ooit voorzichtig begon met een wisselende internetpoll en gastenboeken, is nu uitgegroeid tot communities met het karakter van een dorpsplein. Journalisten halen tips binnen, bloggen en leveren verhalen, maar de bewoners hebben ook zelf een actieve rol in het aanleveren van foto’s, berichten of video’s. Een eigen community is voor media dan ook een ideaal platform om de lezers samen te brengen en dialogen op gang te brengen. Ze bieden de kans om een eigen profiel aan te maken met informatie over zichzelf en met gelijkgestemde zielen contacten leggen.

Zoals bij Mijn Sportwereld, die voortborduurt op de succesformules van Hyves en Facebook: profielen aanmaken en praatjes maken. Je hebt als sporter immers niet alleen vrienden, maar ook teamgenoten en clubgenoten om de contacten mee te onderhouden. De ‘derde helft’ kan voortaan thuis plaatsvinden in de virtuele kantine van Mijn Sportwereld, waarbij tevens de schema’s voor de barbezetting digitaal in elkaar gezet kunnen worden.

Vorig jaar hebben enkele ouders van onze school een eigen community in het leven geroepen voor de ouders van de groep van onze kinderen. Hier konden we tips delen over verjaardagspartijtjes, zwemles en wat al niet meer. Het kwam niet echt van de grond. Misschien was het wat geworden als we agenda’s voor speelafspraken bij konden houden, bedenk ik me nu. Maar voor vrijwel alle andere gevallen bleek het veel handiger en sneller om het aloude schoolplein te benutten voor afspraken en uitwisselingen van ervaringen. Een real life community, zeg maar.

Geen opmerkingen: