Haar truitje, haar strokenrok en haar hoofddoekje zijn allemaal roze. Maar nee, roze is toch niet haar lievelingskleur. Haar voorkeuren gaan uit naar groen en blauw.
De 11-jarige Latifa weet wat ze wil: later wordt ze schrijfster. Fantasieverhalen bedenken is haar hobby, zoals laatst over toverkollen. Lezen doet ze ook graag, want daar haalt ze ideetjes vandaan. Begrijpend lezen gaat prima op school, vertelt ze. Maar schrijven is wel moeilijk, want ze is dyslectisch.
Vandaag was ze met een dertigtal andere kinderen te gast op de redactie van de Haagse Courant, waar ze stukjes voor een krant gingen schrijven. Ze kregen begeleiding van echte journalisten, die hen leerden over het verschil tussen een interviewverhaal en een verslagje, over intro's en fotobijschriften. Ik was ook één van deze begeleiders.
Latifa is deelneemster aan de Weekendschool, waar gemotiveerde kinderen uit achterstandswijken drie jaar lang op zondag aanvullend onderwijs krijgen. Maar Latifa vindt de Weekendschool geen 'zesde schooldag'. Op school moet je de hele dag op een stoel zitten, hier ga je lekker van alles doen. Zo is het groepje kinderen onlangs naar Scheveningen geweest, waar ze in het gezelschap van een echte fotograaf de sprookjesbeelden bezocht hebben. Ter voorbereiding op de krantendag van vandaag hebben ze daar de mevrouw van het museum Beelden aan Zee geïnterviewd. Die wist te vertellen dat een beeld wel 20.000 euro kost. Dat vindt ze echt verschrikkelijk veel geld.
Als ze op de stoel achter het beeldscherm geklommen is, wil Latifa allereerst weten of er wel een spellingchecker op de computer zit. Ze is immers dyslectisch, herhaalt ze nog maar eens. Bij ieder woord roept ze de computerhulp in. Woorden als 'interview', 'museum' maar ook 'zegt' geven haar hopeloze spellingsproblemen. En dat zijn dan nog maar de eerste drie woorden van haar hele tekst.
Op de terugweg vraagt ze of het wat wordt, die schrijversloopbaan van haar. Moeten schrijvers zelf goed kunnen spellen? Ik antwoord dat op een krantenredactie ieder zijn eigen talenten heeft en dat er ook eindredacteuren zijn, die alle stukjes voor publicatie nog eens nalezen. Die kunnen héél goed spellen. En ja, er is er altijd wel een eindredacteur aanwezig, want er komt niets in de krant te staan, voordat hij of zij er naar gekeken heeft.
Het stelt haar niet helemaal gerust. Modeontwerpster lijkt haar ook wel wat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten