Al acht jaar fiets ik onder een Jugendstil-balkon door en al die tijd is me niets opgevallen. Tot deze week. Opeens viel mijn oog namelijk op een soort wimpel die in de steen van het balkon gebeeldhouwd is. 'Arbeid is genot' staat er met krullerige letters op.
Het woord 'arbeid' maakt de slogan wat archaïsch en roept herinneringen op aan de klassenstrijd uit het begin van de twintigste eeuw. Dat is ongeveer ook de periode dat dit huis gebouwd moet zijn. Maar dat maakt het ook intrigerend, want is vast geen proletariër geweest die opdracht gegeven heeft tot het uitbeitelen van deze kreet! Wie dan wél?
Zouden we deze uitspraak nu nog steeds in de mond nemen, vroeg ik me verder af. Misschien wel als er van gemaakt wordt 'Werk is genot'. De zegeningen van werk als middel tot (zelf-)ontplooiing worden immers uitgebreid geëtaleerd in allerlei boeken en artikelen.
Maar in veel organisaties lijken begrippen als zelfontplooiing, professionaliteit en eigen verantwoordelijkheden alleen maar holle kreten uit de 'braaftaal'-vocabulaire van de leiding en de stafdiensten. Vanmiddag sprak ik met enkele professionals over hun werk. Investeren in het voorkomen van problemen wordt niet op prijs gesteld, vertelden ze treurig. Wie enigszins buiten de gebaande paden treedt, wordt de kop afgehakt. De organisatie heeft zero tolerance als motto om de doelstellingen te halen, maar die kreet geldt ook voor het eigen personeel. Koppen dicht en targets binnenslepen.
Gelukkig hebben deze werknemers ook wel lol in hun werk. Het is leuk om altijd iets onverwachts mee te maken of een moeilijke kwestie op te lossen. Maar dan wel zonder dat de leiding er zich tegenaan bemoeit, want anders lopen de frustraties weer hoog op.
Arbeid is genot? Ja ja.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten