Posts tonen met het label Boekbespreking. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Boekbespreking. Alle posts tonen

maandag 5 november 2012

Visual notes voor doe-het-zelvers

Het nieuwe boek Visual Notes van Kim Ravers is een praktische handleiding voor het maken van visuele aantekeningen. Duidelijk is belangrijker dan mooi.

De oermens had zijn grottekeningen, de Egyptenaren deden het met hiërogliefen en wij hebben visual notes.

Tekeningen zijn krachtige manieren om te communiceren. Beelden hebben namelijk veel voordelen: mensen die twee verschillende talen spreken, begrijpen hetzelfde tekeningetje.

Een tekening maakt in één oogopslag duidelijk wat er bedoeld wordt en komt direct tot de kern. Bij presentaties zien we dan ook steeds vaker visual writers als Kim Ravers, die live in beeld brengen wat er gezegd wordt, vaak op een geestige manier.

Van abstract begrip naar pakkend beeld

Tot zover de argumenten om beelden vaker in te zetten in onze communicatie. Hoe je dat toepast in de praktijk is voor niet-geoefende tekenaars een lastiger stap. Een beest tekenen dat in de verte op een stier lijkt zoals onze voorouders deden, lukt nog wel. Maar hoe vertaal je abstracte begrippen in pakkende beelden?

Abstracte begrippen maken immers een steeds groot deel uit van ons taalgebruik. We praten over efficiëncy, controle, duurzaamheid, klimaat, crisis en nog veel meer. Natuurlijk kun je ook teksten verwerken in visual notes, maar dan gaat de kracht van het beeld weer voor een deel verloren.

Mooier is om er een aantal metaforen voor te vinden, laat Kim Ravers zien in dit boek. Een stel basketballers symboliseert samenwerking, schaken staat voor strategie en bergbeklimmen voor een flinke uitdaging. Dat vergt oefening, want niet iedereen kan een abstract begrip gemakkelijk vertalen naar een concreet beeld.

Lezers die dit niet zomaar uit hun mouw schudden, vinden in dit boek tal van praktische tips om toch van start te gaan. Wacht niet totdat je voldoende moed verzameld hebt, houdt Kim Ravers de lezer voor. Begin gewoon. "Laat de inspiratie komen. Zet je hand op het papier, focus op wat je wilt vastleggen en laat de pen zijn gang gaan. Er komt altijd iets."

Laagdrempelige tips

Visual notes zijn interessant om een nieuw concept te pitchen of aantekeningen te maken tijdens vergaderingen maar ook voor alledaagse boodschappen- en to-do-lijstjes. Visuele CV's of een theoretisch concept: de mogelijkheden zijn eindeloos. Het boek bevat ook een voorraad kant en klare beeldideeën voor mindmappers die moeite hebben met de bijbehorende tekeningen.

Bovendien bevat het boek laagdrempelige tips om zelf de tekenpen te pakken, zoals het internetprogramma Draw a Stickman. Hiermee ervaar je op een amusante manier dat het helemaal niet zo moeilijk is om zelf snel een treffend beeld te bedenken. Uitproberen!

Wat ook helpt is de aanbeveling om ruimhartig cliché's te gebruiken. Het is niet voor niets een cliché geworden, want iedereen kent het beeld. Het gaat om duidelijk, niet om mooi of origineel, zegt Ravers.

De grootste verrassing is de vormgeving van het boek. Van kaft tot kaft bestaat de uitgave uit visual notes en handgeschreven tekstjes, inclusief de inhoudsopgave en het register. Zo levert Ravers in woord en beeld het bewijs dat het écht kan: in beelden en ondersteunende teksten alles duidelijk maken. Aan de slag dus!

Boekgegevens: Kim Ravers, Visual notes, slimmer communiceren met beelden. Haystack, 2012. Het boek is onder meer te koop bij managementboek.nl. Prijs: € 16,95.

Kim Ravers

Als visual writer helpt Kim Ravers bedrijven en organisaties om abstracte concepten of strategieën te concretiseren in één beeld. Ze heeft een eenvoudige missie: minder kletsen, meer zeggen. Meer informatie vind je op Customheartwork.nl


Meer inspiratie?

Sigrid van Iersel (Verhaallijnen, Den Haag) is als schrijver en journalist gespecialiseerd in creatief denken en het gebruik van verhalen in informatieve teksten. Zij is auteur van de boeken Lenig Denken en Toverballen voor het Brein. Gemakkelijk op de hoogte blijven van deze artikelen? Vul dan hier je e-mailadres in en ontvang automatisch iedere nieuwe blogpost in je mailbox.

donderdag 21 juni 2012

Ideeënjagen en de waarde van het bloggen

Een briljant idee krijg je niet als een hapklaar product op een zilveren schaaltje opgediend. Je moet de ingrediënten eerst zoeken, roeren en door laten koken. Het boek The Ideahunter laat zien hoe je dat aanpakt.

Vraag me binnen een kwartier met tien originele ideeën te komen voor fondswerving (ik noem maar een dwarsstraat) en ik blokkeer. Maar geef me de tijd om te researchen, te puzzelen en en stap voor stap tot ideeën te komen en ik presenteer de gevraagde concepten.

Denken terwijl je doet

Het pure denkwerk ligt me niet zo. Daarmee bedoel ik brainstorms op papier of achter de computer vanuit het niets een plan maken. Maar ideeën verzamelen, daar de beste elementen uit halen en die verder ontwikkelen, gaat heel goed. Ik bedenk terwijl ik doe.

Het boek The Ideahunter, how to find the best ideas and make them happen van Andy Boynton en Bill Fischer is daarom een feest van herkenning. Ik blijk het typerende gedrag van een ideeënjager te vertonen. Dat betekent veel observeren, noteren, uiteenlopende bronnen raadplegen en praten. Niet alleen in het vertrouwde 'jachtgebied', maar vooral ook daarbuiten.

Een van de succesvolle technieken van de ideeënjager is het maken van een prototype. Dat klinkt nogal gewichtig, maar het gaat er simpelweg om dat je je ruwe idee in een vorm giet. Een half-fabrikaat staat je toe vrij te denken, zonder angst voor mislukking.

Zo'n prototype kan de vorm aannemen van een eerste schets of model, maar ook een presentatie. Je kunt een pitch houden bij Gave Dingen Doen of je gedachten delen bij Stand-up Inspiration. Het laat je voelen welke kracht het heeft om uit te groeien tot iets groters. Het prille idee wordt bovendien begrijpelijk voor anderen, zodat zij het kunnen becommentariëren en versterken.

Dit prototype moet je al vroeg in het proces maken, zeggen Boynton en Fischer. Als je je idee aan een opdrachtgever moet presenteren ben je te laat. Met half-fabrikaten houd je namelijk je idee in beweging. "Idea flow is critical", stellen zij. "Your ideas are worth little unless they’re in motion, shifting in response to fresh data and conversation, evolving through stages of reflection and prototyping."

Bloggen is half-fabrikaten leveren

Dat levert voor mij opnieuw een persoonlijk punt van herkenning op. Bloggen is namelijk ook een manier van prototyping. Met een blog geef je vorm aan eerste gedachten, die je vervolgens de wereld instuurt. Een blog dat je lang geleden geschreven hebt, kun je aanvullen en herschrijven tot een beter stuk.

Of een verzameling blogs groeit uit tot een heel boek (er zijn auteurs die al bloggend een hele roman bij elkaar schrijven en zich op die manier in de kijker spelen van een geïnteresseerde uitgever!)

Een weblog is een lopend archief en houdt ideeën in beweging. Een idee is nooit af en dat is ook niet erg. Al ontwikkelend krijgt een idee flow.

Boek: The ideahunter. How to Find the best ideas and make them happen door Andy Boynton, Bill Fischer en William Bole. Jossey-Bass San Francisco, 2011 (o.a. verkrijgbaar via Amazon.com)


Smul van Toverballen voor het brein

Meer weten over de manier waarop je verhalen toepast in (informatieve) teksten? Dan smul je waarschijnlijk van het boek Toverballen voor het brein: laagje voor laagje ontsluiert het boek de geheimen van verhalen en geeft praktische tips over de toepassingen daarvan. De Toverballen voor het brein bestel je hier.

dinsdag 12 juni 2012

'Durven doen wat je raakt' voor ideeënmakers


"Je kunt achterhalen wat je écht wilt door de afzondering te zoeken. Als alles en iedereen weg is, verstommen de stemming uit je omgeving. Dan klinkt de stem die jij alleen hoort. Wat zegt het jongetje of meisje diep van binnen?"
 
De uitspraak is van Robbert Dijkgraaf en hij staat te lezen in het boek Durven doen wat je raakt. De natuurkundige is een van de 22 bekende en minder bekende Nederlanders, die Marja den Boer interviewde om te onderzoeken wat lef en bevlogenheid voor hen betekenen. En wat ze ondernomen hebben om te ontdekken wat hun diepste verlangen is.

Mensen als Fred Beekers (onder andere oprichter van de Van Harte Restaurants), advocate Britta Böhler en bladenmaker Inez van Oord (Seasons, Happinez) vertellen hoe ze daarvoor in het diepe gesprongen zijn. Om nieuwe wegen te vinden en ongebaande paden te verkennen hadden ze lef nodig. Een eigenschap die ook creatieve personen nodig hebben om hun ideeën in de wereld te zetten.

Op basis van deze verhalen destilleerde Marja den Boer acht 'levenslessen' over bevlogenheid, die vermeld staan in het laatste hoofdstuk van het boek. 'Zij durven zich te laten raken door wat er op hun pad komt', is zo'n les.

Na lezing van het boek en het volgen van haar gelijknamige workshop haalde ik uit deze verhalen enkele wijsheden, die rechtstreeks van toepassing zijn op creatieve personen. Bevlogenheid hebben zij vaak al, maar nu nog de manieren om die bevlogenheid tot grotere hoogten te brengen.

1. Zonder doorzettingsvermogen kom je nergens

Al hebben de 22 personen uit dit boek een meer dan gemiddelde dosis bevlogenheid, het succes komt hen niet vanzelf aanwaaien. Zonder doorzettingsvermogen gaat het niet. Ze besteden enorm veel tijd aan hun talent en wijden er tientallen jaren oefening aan.

Zo omschrijft Robbert Dijkgraaf wat hemzelf onderscheidt van andere briljante wetenschappers (en levert daarmee ook de titel voor dit boek): "Andere collega's betekenen veel minder in de wetenschap, hoewel ze tienen halen. Ze zijn minstens even intelligent, maar hebben minder hard gezocht en zijn niet afgegaan op wat hen echt raakt."

2. Voel van binnen wat je echt wilt

Een andere gemeenschappelijke eigenschap is dat de geïnterviewde personen naar hun intuïtie luisteren. Ze zonderen zich geregeld af om te voelen wat ze echt willen.
Soms is dat een minuut of vijf, anderen plannen doelbewust periodes van afzondering in. Advocaat Britta Böhler kiest eens in de zoveel jaar voor een sabbatical, architect Francine Houben neemt op zijn minst één dag in de week vrij. "Gewoon om thuis te zijn en op te ruimen. Dat heb ik echt nodig."

3. Twijfel en angsten horen erbij

In plaats van te vechten tegen angsten of twijfels of ze van binnen weg te stoppen accepteren zij dat die emoties erbij horen als je je eigen weg zoekt. Zij erkennen hun onzekerheid als een normaal gevoel dat er mag zijn wanneer je je grenzen verlegt.

Angsten, onrust en andere lastige gevoelens geven waardevolle informatie over beperkingen en mogelijke risico's. "De prikjes en steken: ik neem ze allemaal bloedserieus", zegt Inez van Oord. "Ik ben er al zo vaak voor beloond."

4. Combineer kennis en ervaring met intuïtie

De combinatie van analyse met intuïtie is goud waard, merkt Francine Houben op. Jarenlange vergaring van (vak-)kennis en ervaring geven haar de vrijheid om intuïtief te werk te gaan.
Voor haar ontwerp voor de bibliotheek van Birmingham dwaalde ze eerst een dag of drie als een zombie door de straten. Ze praatte met niemand, maar observeerde de gebouwen, de mensen en wegen op een manier die ze als kind zich al eigen heeft gemaakt. De routes, ingevingen en stedebouwkundige geschiedenis verwerkte ze later in het ontwerp.

5. Neem geestelijke afstand

De meeste deelnemers aan het boek zijn keiharde werkers. "Hoe meer je doet, hoe makkelijker het je afgaat", zegt trendvoorspeller Lidewij Edelkoort daarover. "Minder gaan doen kost evenveel energie als een druk bestaan."

Ze noemt wel een voorwaarde. Hard werken kan alleen als je echt afstand van je werk kunt nemen en niet over ieder probleem dag en nacht blijft piekeren. Edelkoort is in staat tot grote concentratie. Ze kan zich te midden van een groep mensen zichzelf afzonderen en een soort geestelijke rust nemen.


Al met al is Durven doen wat je raakt een rijk gevuld en inspirerend boek, al hadden diverse interviews wat mij betreft nog een stuk meer diepgang mogen hebben. De interviews met Neelie Kroes, Joop van den Ende en Heleen Mees roepen bijvoorbeeld nog heel wat vragen op wat hen ten diepste beweegt.

Dat zegt in ieder geval iets positiefs over de keuze van deze interviewkandidaten: als lezer honger je naar meer.

Boek: Durven doen wat je raakt. 22 gesprekken over lef en bevlogenheid door Marja den Boer. Uitgeverij Thema/Schouten & Nelissen, 2011. Het boek is onder meer te koop bij Managementboek.nl




Mis het volgende artikel over ideeën niet

Sigrid van Iersel is zelfstandig journalist en schrijver van non-fictieboeken. Ze is mede-auteur van het boek Lenig Denken over creatieve denktechnieken en het boek Toverballen voor het brein over het gebruik van verhalen in informatieve teksten.
Gemakkelijk op de hoogte blijven van deze artikelen? Vul dan hier je e-mailadres in en ontvang automatisch een mail bij de publicatie van ieder nieuw artikel.

maandag 14 mei 2012

Begin met het grotere verhaal

Begin met het waarom is de krachtige en tegelijkertijd ook enige boodschap van het gelijknamige boek van Simon Sinek. Een aanrader voor creativiteitszoekers en mensen die op zoek zijn naar hun eigen grotere verhaal.


Waarom schrijf ik dit blogartikel? Omdat dit boek van Simon Sinek goed aansluit bij mijn eigen drijfveren om creativiteit te verhelderen en mensen daarover te inspireren. Dus hiermee heb ik de belangrijkste aanbeveling van de auteur meteen in de praktijk gebracht: begin met het waarom  :)

Simon Sinek is auteur en marketingdeskundige die mensen over de hele wereld geraakt heeft met zijn TED-talk How great leaders inspire action. Aan de hand van de voorbeelden van Apple, Martin Luther King en de Wright Brothers presenteerde hij zijn model 'de gouden cirkel'' om te komen tot inspirerend leiderschap. In zijn boek werkt hij dit model verder uit.

Hoe motiveer je mensen?

Het draait allemaal om deze ene vraag: hoe motiveer je mensen? Welbekende manieren daarvoor zijn het geven van bonussen en kortingen, maar ook het uitoefenen van sociale druk, zoals het werken met aanbevelingen. Ze beïnvloeden onze besluitvorming, doordat ze onze irrationele verlangens voeden of inspelen op onze angsten.

Dit zijn uiteindelijk allemaal vormen van manipulatie, betoogt Sinek. Het help wel om mensen te laten doen wat jij wilt, maar het effect is van korte duur. Net als drugs heb je er steeds meer van nodig. Erger nog, op den duur werkt het niet meer.

Met een groter idee krijg je loyaliteit

Ondernemingen, politieke partijen of individuen die met het Waarom beginnen, creëren een ander effect. Zij boeken loyaliteit. We haken niet aan op grond van het 'Wat' (wat een apparaat allemaal kan bijvoorbeeld), maar over het achterliggende idee. Want dat grotere verhaal raakt ons en biedt vertrouwen.

Dat Waarom is iets groters dan geld verdienen of meer zieltjes winnen. Het Waarom van Apple is het doorbreken van de status quo en individuele vrijheid, terwijl het Waarom van Microsoft geformuleerd kan worden als een personal computer op ieders bureau. Het Waarom van Starbucks was het creëren van een comfortabele 'derde ruimte' tussen werk en thuis, waar het drinken van koffie een belevenis is.

Een duidelijk Waarom is voor een onderneming niet alleen dé manier om afnemers aan je te binden maar ook om de beste werknemers te vinden: mensen die zo enthousiast zijn dat ze voor je door het vuur gaan en zo nodig ongemakken voor lief nemen. "Echt succesvolle bedrijven nemen geen bekwame mensen aan om ze vervolgens te motiveren", schrijft Sinek. "Ze nemen gemotiveerde mensen aan om te inspireren."

Een omgeving waarin goede ideeën opbloeien

Inspireren is dus de belangrijkste taak van de leider of initiatiefnemer, ook als het gaat om innovatie en het aanjagen van creativiteit. Hij hoeft zeker niet  zelf alle goede ideeën te bedenken. Wel dient hij/zij een omgeving te creëren waarin goede ideeën tot stand kunnen komen: het bieden van een groter verhaal. Want het zijn de mensen aan de frontlinie die de beste papieren hebben om nieuwe vindingen te doen, zoals de mensen die de telefoons beantwoorden.

Zo gaf Steve Jobs de mensen bij Apple een hoger doel om voor te innoveren: vind sectoren waarin bedrijven keihard hun best doen om ouderwetse businessmodellen te beschermen en probeer die situatie te doorbreken. Ze waren er dus diep van doordrongen waarom ze het allemaal deden.

Sinek herhaalt deze boodschap tot in den treure, wat op een zeker moment te veel van het goede wordt. Ook denk ik dat niet voor ieder product dat je in de winkel koopt uitgebreid het waarom zou willen weten; het 'wat' is soms ook genoeg. En wat Sinek de Gouden Cirkel noemt, is wel een erg grote naam voor het oersimpele model rondom de woorden Waarom, Wat & Hoe. Maar de kern van deze visie blijft overeind: wie inspireert met een groter verhaal voor een belangrijke missie, kweekt échte loyaliteit en inzet.

Al met al biedt het boek inspiratievoer voor iedereen die een idee heeft of iets wil betekenen in deze wereld. Of dat nu een bedrijf is met een ideaal, een boek of een geldinzamelingsactie: het begint met het grotere verhaal daarachter.

Boek: Begin met het Waarom. De Gouden Cirkel van ondernemen door Simon Sinek. Uitgeverij Business Contact, 2012. Het boek is onder meer te koop bij Managementboek.nl

Verder lezen over de waarom-factor:

Mis het volgende artikel over ideeën niet

Sigrid van Iersel is zelfstandig journalist en schrijver van non-fictieboeken. Ze is mede-auteur van het boek Lenig Denken over creatieve denktechnieken en het boek Toverballen voor het brein over het gebruik van verhalen in informatieve teksten.
Gemakkelijk op de hoogte blijven van deze artikelen? Vul dan hier je e-mailadres in en ontvang automatisch een mail bij de publicatie van ieder nieuw artikel.


Share/Save/Bookmark

dinsdag 17 april 2012

Journalistiek begint altijd met een idee

Als één werkveld dringend behoefte heeft aan meer en betere ideeën, dan is het wel de journalistiek, vindt Karel van den Berg. De mogelijkheden voor ideeontwikkeling legde hij vast in het handboek Bedenk eens wat nieuws, dat tegelijkertijd een dringende oproep is tot vernieuwing in de journalistiek.

Journalist Karel van den Berg weet het zeker: de toekomst van zijn geliefde vak ligt in het onderkennen van de creatieve, scheppende dimensie van het beroep. Meer dan ooit zijn onderscheidende ideeën van levensbelang voor de vrije pers als maatschappelijke factor en economische sector. Want nieuws begint vaak met een gebeurtenis, journalistiek begint altijd met een idee. Niet alleen voor onderwerpen en invalshoeken, maar zeker ook voor formats en verdienmodellen.

Zelf raakte Van den Berg (sinds 1988 actief bij kranten en omroepen) nieuwsgierig naar een antwoord op de vraag of je creativiteit kunt regelen, organiseren en stimuleren. Hij volgde daarvoor bij het Centrum voor Ontwikkeling van het Creatief Denken (COCD) de opleiding tot creativiteitsdeskundige. Had hij dat maar twintig jaar eerder gedaan, verzucht hij op één van de pagina's. Want de mogelijkheden om meer en betere ideeën te halen uit journalisten zijn inderdaad eindeloos.

Als volgende stap onderzocht hij de ideeontwikkeling op journalistieke beroepsopleidingen en redacties van alle typen media, in alle journalistieke genres, in binnen- en buitenland. De neerslag van dit onderzoek tekende hij op in het manifest Nieuws dat verzin je niet, dat als digitaal document bij het boek verkrijgbaar is.

Schrikbarend weinig aandacht voor ideeontwikkeling
Zijn bevindingen zijn niet om vrolijk van te worden: gerichte ideeontwikkeling krijgt op veel redacties schrikbarend weinig aandacht. Hoewel veel journalisten vinden dat ze een creatief beroep hebben, besteden journalistieke opleidingen en redactieteams nauwelijks bewuste aandacht aan de goede inrichting van het creatieve proces.

De redactievergadering gaat vooral over de taakverdeling. Chefs domineren de richting van het gesprek of sluiten bepaalden denkrichtingen af. Ook de andere deelnemers nemen al snel een kritische houding in: wat een beetje afwijkt van het patroon, schiet een doorgewinterde journalist vroegtijdig af.En als er al een brainstorm gehouden wordt, gaan de deelnemers weer snel over tot de orde van de dag.

Wat ook niet meehelpt is dat veel journalisten creativiteit eerder in verband brengen met vorm (‘een verhaal opleuken’) dan met de belangrijke inhoud, waarin de feiten heilig zijn. Ze vinden creativiteit al snel te vrijblijvend, te tijdrovend en te ver verwijderd van de harde werkelijkheid. Niks dus voor de snelle nieuwsjagers en blaffende waakhonden van de democratie.

Vondst van een goed idee is kern van het werk
Zo is ideeontwikkeling de sluitpost bij redacties die het als hun hoogste taak beschouwen om als eerste het meest actuele nieuws te brengen. En dat terwijl kennis en toepassing van het creatieve proces tot enorme verbeteringen kunnen leiden. "Talent is een factor, maar de voltallige journalistieke stand kan naar de hoogste klasse promoveren door de juiste training, houding, nuttige aanwijzingen en optimale omstandigheden", stelt Van den Berg terecht.

Natuurlijk kunnen journalisten in de dagelijkse hectiek niet voor elke tweekolommer een heisessie houden. Maar ideeontwikkeling kan ook door tien minuten na te denken over een gerichte invalshoek, die past bij het 'merk' van het medium. Een agrarisch magazine pakt een onderwerp anders aan dan NRC Handelsblad. De vondst van een goed journalistiek idee is bovendien geen verloren tijd maar core business.

“Van een journalist mag je juist ideeën verwachten", stelt Van den Berg. "Als een journalist die feiten niet voorziet van een goede invalshoek of geen waarde toevoegt, zegt ongeveer hetzelfde als: alstublieft, een internetverbinding, zoek het zelf uit. Maar voor dat uitzoeken huurt het publiek nu juist journalisten in.”

Uit zijn veldonderzoek vloeit het boek Bedenk eens wat nieuws voort, dat bedoeld is als handboek voor journalistieke ideeontwikkeling. Het boek heeft een mooi vormgegeven harde omslag, maar het ligt daardoor slecht in de hand en blijft niet open liggen. Onpraktisch voor een handboek.

De vele tips en adviezen zelf zijn echter meer dan de moeite waard, óók voor professionals in andere sectoren die met ideeënarmoede kampen. Van den Berg kent de journalistieke wereld van binnenuit en kan dus ook direct verbindingen leggen met de hectische praktijk. Het boek is scherpzinnig en beeldend geschreven, zoals je mag verwachten van een journalist.

Veel tips zijn direct toepasbaar in de redactiepraktijk, zoals deze drie:

  • Vraag naar denkbeeldige reacties bij onverwachte bronnen

    Bel in je gedachten met president Obama voor een reactie op het parkeerprobleem in de binnenstad. Bespreek de tekorten op het schouwburgproject met het Kremlin. Associeer op hun uitspraken, redeneer terug naar je onderwerp en kijk of het je op nieuwe vragen en observaties brengt.
  • Werk met beeldspraak

    Beeldspraak brengt je op nieuwe gedachtesporen. Een mooi voorbeeld van denken in beeldspraak is deze: ‘Brandweercommandant Rutte heeft een politieke pyromaan omarmd in zijn korps dat de maatschappelijke veenbrand moet bestrijden.’
  • Schuif eens aan bij een andere deelredactie

    Doorbreek de koninkrijkjes op de redactie. Laat de buitenlandexpert aanschuiven bij de redactievergadering van de sportredactie en andersom.

Het is een grote uitdaging om dit creatieve proces in de praktijk in te passen, zeker als ook de cynici erbij betrokken moeten worden. Toch ziet Van den Berg ook hier mogelijkheden, bijvoorbeeld door het redactieproces anders in te richten.

Ideeën hebben namelijk tijd nodig om te bubbelen, want het kan even duren voordat je brein nieuwe verbanden ontdekt. De redactie kan schuiven met activiteiten, overleg- en beslismomenten, waardoor de bedenktijd tussen de startvraag, beslissing en uitvoering opgerekt wordt. Kijk bijvoorbeeld hoe je ver voor de deadline al mogelijke onderwerpen kunt laten aandragen, suggereert hij. Draag grote thema’s aan en vraag er over een week de ideeën bij voor de uitwerking.

Til de ideevorming over het weekend heen, want juist in periodes van ontspanning ontstaan de beste invallen. De redactie van Libelle begint zelfs al een jaar van te voren met de brainstorm voor de kerstspecials, zo was onlangs in een televisiedocumentaire te zien. Die tijd is nodig om het onvermijdelijke agendapunt van kerstfeest ieder jaar weer van de broodnodige frisse invalshoek te voorzien.

Aan het slot van zijn handboek adviseert Van den Berg journalisten eens een museum of onbekende stad te bezoeken of met professionals te praten buiten hun eigen jachtterrein. Die grondige nieuwsgierigheid, altijd en overal, zou je van een journalist sowieso mogen verwachten. En eigenlijk van iedereen die regelmatig wat nieuws moet bedenken.

Karel van den Berg, Bedenk eens wat nieuws. Handboek voor journalistieke ideeontwikkelingUitgeverij Haystack, 2011. Het boek is onder meer te koop bij Managementboek.nl. Via dit boek kunnen lezers ook het document Nieuws dat verzin je niet. manifest voor het journalistieke idee downloaden. Prijs: € 26,95.
Lees ook het vervolgstuk dat ik schreef naar aanleiding van dit boek over het belang van een eigen verhaal voor professionals en organisaties:



Mis het volgende artikel over ideeën niet

Sigrid van Iersel werkte 15 jaar als dagbladjournalist en is nu actief als zelfstandig journalist en schrijver van non-fictieboeken. Ze is mede-auteur van het boek Lenig Denken over creatieve denktechnieken.

Toverballen voor het brein

Verhalen maken je nieuwsgierig en sporen aan om door te lezen. Het e-book Toverballen voor het brein doet uit de doeken hoe je deze verhaalkracht en andere technieken op het gebied van storytelling kunt toepassen in informatieve teksten, zoals journalistieke artikelen, websites, brochures en andere teksten. Laagje voor laagje ontsluiert het boek de geheimen van verhalen en vertelt wat je er in teksten mee kunt doen. Lees hier meer informatie over Toverballen voor het brein.

maandag 27 februari 2012

Innoveren is slim combineren zonder oogkleppen


Innovatie geldt als dé sleutel voor ondernemers om zich drijvende te houden in de economische crisis en zich te verzekeren van hun toekomst. 

Maar hoe doe je dat dan? Met Nieuwe Verbindingen, stellen Peter Koudstaal en Greetje Bijloo in hun gelijknamige boek.

De behoeften van mensen zijn niet enkelvoudig, maar samengesteld. Zo verwachten mensen dat voeding niet alleen de honger stilt, maar ook bijdraagt aan een goede gezondheid. Scholen zorgen niet alleen goed onderwijs, maar leveren ook een bijdrage aan gezondheid en ontspanning.

Toekomstige innovaties zijn combinaties

Volgens Peter Koudstaal en Greetje Bijloo zit hier de toekomst van innovaties: nog meer dan voorheen zullen innovaties bestaan uit een combinatie van meerdere behoeften in één dienst of product. De auteurs werken bij adviesbureau Syntens als manager marketing & innovatie en als markt- en beleidsverkenner en weten dus uit eigen ervaring waar zij over schrijven.

De auteurs geven een aantal mooie voorbeelden van innovaties, die diverse behoeften aan elkaar koppelen. Zo kun je een GPS-locatiesysteem inbouwen in kleding. Ideaal voor ouderen, die de weg naar huis niet kunnen terugvinden. Of duurzaam behang, dat niet alleen een wandbedekker is maar ook warmte reflecteert.

Verken verborgen wensen bij afnemers

Ondernemingen en overheden zullen zich hiervoor nog meer moeten verdiepen in de behoeften van hun afnemers. Niet alleen de behoeften waar ze het expliciet over hebben, maar ook hun verborgen behoeften: wensen waar afnemers zelf nog niet bewust van zijn. Zo wisten gebruikers van de iPad nog niet dat zij behoefte hadden aan een tablet; die behoefte ontstond pas na de introductie.

Soms zijn innovaties radicale doorbraken, maar verreweg de meeste vernieuwingen bouwen voort op eerdere innovaties. Een product wordt kleiner, lichter, goedkoper, sneller of juist voor meerdere doeleinden toepasbaar. Behalve om slimme combinaties gaat het dus ook om veranderen, aanpassen en bijstellen.

Om tot slimme combinaties te komen heeft een onderneming of overheidsorganisatie vaak andere expertise nodig. Daarvoor moet een organisatie nieuwe partners zoeken die deze expertise in huis hebben.  Een gezondheidsorganisatie zoekt daarvoor bijvoorbeeld de samenwerking met een HBO-instelling of met een energiebedrijf.  Dat kan tot allerlei onverwachte coalities leiden.

Zoek naar samengestelde behoeften

Hoe kom je op zulke ideeën voor nieuwe verbindingen? Daar zijn geen algemene richtlijnen voor, stellen de schrijvers. Het enige dat je kunt doen is met een open blik nieuwe mogelijkheden onderzoeken. Bedenk welke behoeften je afnemers hebben, waar je op kunt inspelen. Zoek uit waaruit deze samengestelde behoefte is opgebouwd. Daarna benoem je de ontwikkelingen die deze behoefte beïnvloeden en werk je je idee verder uit.

Als bouwbedrijf signaleer je bijvoorbeeld de behoefte aan wonen in een veilige en gezonde omgeving. Ontwikkelingen die daarop invloed hebben zijn de vergrijzing, de krappe arbeidsmarkt in de zorg en de aandacht voor meer duurzaamheid. Dat kan leiden tot ideeën voor huizen die zelfvoorzienend zijn en slim kunnen communiceren met zorgverleners.

De rest van het boek bevat een groot aantal trends (inclusief hun historische ontwikkeling) en voorbeelden van organisaties die naar nieuwe slimme combinaties zoeken. Dat valt niet mee, want je zit vaak gevangen in je eigen beperkte denkbeelden.“De actualiteit dicteert het denken over de toekomst”, schrijven de auteurs. De auto werd bij zijn eerste presentatie voorgesteld als een ‘koets zonder paarden’. Dit verschijnsel staat bekend als het horse and carriage syndrome.

Nieuwe verbindingen bieden dus kansen voor de toekomst. Als het boek daar ièts over leert, dan is het deze les: daarvoor moet je je oogkleppen afdoen.


Boek: Nieuwe verbindingen. Inspiratie voor innovatie (2012, 2e herziene druk) door Peter Koudstaal en Greetje Bijloo. Uitgave De boekfabriek Schiedam. ISBN 9789490177149.  Prijs 19,95. Meer informatie vind je op deze website over Nieuwe verbindingen.

Verder lezen:



Mis mijn volgende artikel niet
Sigrid van Iersel is als schrijver en journalist gespecialiseerd in creatief denken en storytelling. Zij helpt bij het bedenken van meer en betere ideeën en laat in verhalen voelen waarom ze belangrijk zijn.
Gemakkelijk op de hoogte blijven van deze artikelen? Vul dan hier je e-mailadres in en ontvang automatisch een mail bij de publicatie van ieder nieuw artikel.

woensdag 14 december 2011

Van hemelbestormer naar ideeënuitvoerder: de innovatiebrouwerij


Manieren om nieuwe ideeën te verzinnen zijn er genoeg, maar hoe krijg je die ideeën omgezet in daden? 

Het boek ‘De innovatiebrouwerij’ van Noks Nauta en Jelle Kok helpt ideeënbedenkers op weg bij de bereiding tot een smakelijk resultaat.

Je wilt een woonvorm voor ouderen waar ze alle zorg en aandacht krijgen die ze nodig hebben.  Je hebt een idee om geluidswallen te benutten voor zonnecollectoren. Of je wilt een plan uitvoeren om tot inventieve kostenbesparingen te komen in je bedrijf.

Veel mensen lopen rond met ideeën die halverwege stranden of nooit ten uitvoer komen. Soms beginnen ze wel, maar ze lopen tegen allerlei blokkades aan. Of ze zien hoe anderen met hun idee vandoor gaan en er iets heel anders van maken. Dat is zeer frustrerend.

Hoe voorkom je dat je een hemelbestormer blijft? Daarvoor moet je in ieder geval weten welke stappen je allemaal moet ondernemen, betogen Noks Nauta en Jelle Kok in hun boek De Innovatiebrouwerij. De titel slaat dan ook op een proces van bereiding: een idee is niet af. Het is een ruwe diamant die keer op keer geslepen moet worden voordat de waarde zichtbaar is.

Een idee uitvoeren betekent vaak dat je een gerichte strategie nodig hebt. Benader je eerst persoon A of eerst persoon B? Wanneer zoek je naar financiering? Hoeveel mensen vertel je over je plan? Een compleet actieplan dus. Om een verandering voor elkaar te krijgen, moet je verschillende verandermanieren tegelijkertijd inzetten, schrijven ze zelfs.

Als ideeënbedenker heb je de neiging om dat allemaal als ballast te zien. Je vindt de inhoud van je idee zo geweldig of zinvol, dat je niet snapt dat andere mensen het idee niet meteen volledig omarmen. De praktijk is echter weerbarstig, want als bedenker moet je vaak door veel weerstanden heenbreken. ‘Dat past hier niet’,‘dat is al eens gedaan’ of ‘dat lukt toch niet’: bekende uitspraken die vernieuwers op hun weg tegenkomen en die zij moeten zien te tackelen.

Daar is vaak veel inzet en uithoudingsvermogen voor nodig. De auteurs geven concrete tips hoe je daarmee om kunt gaan. Daarbij trekken ze een grote gereedschapskist open met inzichten uit onder meer de sociale psychologie. Hoe je het beste kunt communiceren over je idee bijvoorbeeld. Soms dien je je te verplaatsen in de belangen van de ander om iemand enthousiast te krijgen. Op een ander moment is het handiger om sleutelfiguren in een organisatie te vinden, die je gericht ondersteunen.

Daarnaast geven ze veel praktische tips over allerlei andere zaken die bij de uitvoering komen kijken, zoals de juridische bescherming van je idee en manieren om je idee te financieren. Daarmee bevat het boek in compacte vorm erg veel informatie. Wie nog meer wil weten, vindt in het boek veel verwijzingen naar nog meer boeken en websites.Een schat aan praktijkverhalen van ideeënbedenkers maakt het boek levendig.

Enkele tips uit het boek:

1. Streef naar een win-winsituatie.

Niemand vind het prettig om steeds iets voor anderen te doen zonder zelf iets terug te krijgen. Bedenk dus van tevoren hoe je de ander iets kunt ‘geven’. Echte aandacht vindt iedereen prettig. En bedenk wat het delen van jouw idee de ander kan opleveren.

2. Wees voorbereid

Zorg dat je altijd je visitekaartjes bij je hebt en eventueel ander materiaal over je idee. Draag altijd papier en pen bij je om snel notities te kunnen maken. Verdiep je van te voren erin welke belangrijke mensen je tegen kunt komen en die jou verder kunnen helpen met je idee. Bedenk ook alvast wat zo iemand voor jou idee kan betekenen. Als deze persoon concreet vraagt wat je van hem of haar verwacht, heb je een antwoord paraat.

3. Houd je contacten bij

Houd een lijstje bij van mensen die je hebt ontmoet en mogelijk interesse hebben in jouw idee. Vermeld op welke manier ze een rol kunnen spelen om je plan te realiseren.
De term innovatie in de titel is naar mijn idee te beperkt, want dat roept vooral beelden op over het bedenken en ontwikkelen van producten en diensten bij bedrijven of organisaties. De schrijvers hebben zeker ook allerlei maatschappelijke vernieuwingen op het oog, die jij en ik bedenken om de wereld om ons heen mooier of beter te maken.

Natuurlijk zijn hun tips ook bruikbaar in de zakelijke sfeer, maar vooral individuele ideeënbedenkers kunnen veel aan dit boek hebben. Het gaat er niet om hoe groot of klein je idee is, maar het gaat erom dat je in het diepe gesprongen bent door iets met je idee te gaan doen.

Boek: De Innovatiebrouwerij: Van idee naar vernieuwing (2010) door Noks Nauta en Jelle Kok. Uitgave Pearson in Amsterdam. ISBN 978 90 265 2233 8. Meer informatie vind je op deze website over de innovatiebrouwerij. Het boek is te koop via managementboek.nl.

Meer inspiratie?

Sigrid van Iersel (Verhaallijnen, Den Haag) is als schrijver en journalist gespecialiseerd in creatief denken en storytelling. Zij is auteur van de boeken Lenig Denken en Toverballen voor het Brein en ontwikkelaar van het online trainingsprogramma Excelleren met Ideeën.

Gemakkelijk op de hoogte blijven van deze artikelen? Vul dan hier je e-mailadres in en ontvang automatisch een mail bij de publicatie van ieder nieuw artikel.

maandag 17 januari 2011

Creëer je vanuit je techniek of vanuit je hart?

Ben je bezig om iets te bereiken of laat je je muziek stromen? Doe je je best of geef je het beste van jezelf? Zing je vanuit je techniek of zing je vanuit je hart?

Deze vragen stelt Jan Kortie aan de orde in zijn boek Jouw ziel wil zingen – over de vreugde van stembevrijding. Het zijn vragen die mij behoorlijk raken. Want wat voor zingen geldt, gaat natuurlijk ook op bij allerlei andere vormen van creëren: schrijven, muziek maken, schilderen, ontwerpen of concepten bedenken. Zijn we bij het creëren bezig met techniek en het bereiken van perfectie, of durven we ons te geven zoals we zijn?

Dit zanguitstapje is leerzaam om dat vraagstuk nader onder de loep te nemen. Want ik denk dat geen enkele creatieve uiting zo dicht bij jezelf komt als zingen. Iedereen kan het, maar velen durven het niet. Ik ken het maar al te goed bij mezelf: de angst voor de valse noot overheerst.

Jan Kortie beschrijft in zijn boek twee manieren om tegen zingen aan te kijken. De ene manier is om zo perfect mogelijk te leren zingen, de andere manier is om jezelf je bevrijden uit het keurslijf van ‘hoe het hoort’ en je stem gewoon te laten klinken. Kortie is – je voelt het al aankomen - een overtuigd aanhanger van de laatste manier en noemt zich daarom ‘stembevrijder’.

Muziek die jezelf en een ander raakt, ontstaat niet als de musicus zijn best doet om alles goed te doen, maar als de musicus zichzelf geeft, is de overtuiging van Kortie. Dat betekent dat je als zanger of musicus moet durven leven met onzekerheid, want je weet nooit hoe het uitpakt. De muziek ontstaat in het moment. "Als je succes wilt vasthouden, ga je dingen doen voor andere mensen", zei de Nederlandse popmusicus Kyteman ooit. "Dan wil je dat je muziek nog meer mensen raakt. Maar dat is geen creativiteit, eerder een killer voor je ontwikkeling."

Een zanger die al improviserend vanuit zichzelf zingt, creëert zijn eigen vrijheid, want dan hoeft er geen norm gehaald te worden. Het doel van muziek is immers niet ‘goed of fout’, maar inspiratie en vervulling. Daarvoor moet je risico’s durven nemen en verwachtingen loslaten. “Iedere verplichte heiligheid, verplichte harmonie of schoonheid gaat altijd gepaard met een en al doorgetimmerde verwachting”, schrijft Kortie in zijn boek. "Muziek moet gaan over het nu en over verwondering. Oprechte nieuwsgierigheid helpt daarbij enorm, want daarmee omzeil je wellicht de klip die oordeel heet.”

Natuurlijk kun je daarbij verschrikkelijk valse tonen produceren of andere fouten maken. Maar juist als iemand iets van zichzelf laat horen, wordt zingen spannend. “Ineens kan de ziel doorbreken en dan ben je de controle kwijt, je bent naakt en kwetsbaar”, schrijft Jan Kortie. “Dat is eng. En het is fantastisch. Het ontroert de luisteraar en bezorgt hem kippenvel.”

Op een workshop die Jan Kortie onlangs gaf in Den Haag op uitnodiging van de Haagse Stembevrijders, heb ik zelf kunnen zien en vooral horen hoe dat in zijn werk ging. Een schuchtere man bood zich aan om als vrijwilliger een aantal willekeurige klanken te zingen. Eerst zing-zeggend, daarna ging hij voluit. Hij gaf zich helemaal over, nog eens extra aangespoord door de opzwepende pianobegeleiding van Jan Kortie. Wat een geluid kwam er uit die man, die zich in alle kwetsbaarheid durfde te laten horen ten overstaan van veertig onbekenden. Ik kreeg er de tranen van in mijn ogen en ik was niet de enige.

Durf dus te zingen*, wat voor klank er ook uit je strot komt. Zing alsof niemand je kan horen. Doe het desnoods alleen in de badkamer, maar zing.

*Vul voor zingen een ander woord in, dat jou beter past: schrijven, ontwerpen, fotograferen, dansen, musiceren, schilderen, creëren, bouwen, etc.

Boekgegevens:

Jan Kortie, Jouw ziel wil zingen. Over de vreugde van stembevrijding, uitgeverij Ten Kate, Kampen, 2010
Interview/reportage over het werk van Jan Kortie: 'De Ziel wil zingen, dat heb ik altijd al geweten.' - Trouw, 2009


woensdag 22 december 2010

Wat bloggen een creatieveling oplevert

Wat levert bloggen je op als creatieveling? Als je zo voortvarend bent als Dutch problogger Ernst-Jan Pfauth heel veel. Hij schreef zijn belevenissen op in het boek Sex, Blogs & Rock-‘n-roll, een avonturenboek van een jonge bloghond.

Ernst-Jan Pfauth heeft een missie: iedereen aan het bloggen krijgen. In het boek Sex, Blogs & Rock ’n Roll doet hij op aanstekelijke wijze verslag van zijn blogavonturen. Hij raakte eraan verslaafd tijdens een stage bij de Verenigde Staten in New York, maakte daarna allerlei nerdy feestjes onveilig en gaf zijn studie op om zich volledig aan het bloggen te wijden. Spannend genoeg allemaal.

De ‘sex’ in de titel maakt het boek daarentegen nauwelijks waar. Pfauth schrijft alleen over de figuurlijke seks: dingen die je echt voor de lol doet. In het geval van Pfauth is dat dus bloggen. Hij zou het liefst niets anders doen, maar kun je daar wel je brood mee verdienen?

Tegelijkertijd is zijn hoofdstuk over de drang tot deze figuurlijke seks leerzaam voor iedereen die met zijn passie zijn geld wil verdienen. Pfauth haalt de beroepsblogger en kunstenaar Hugh MacLead aan, die in dit verband over de creative bug spreekt: je wilt je onophoudelijk creatief ontplooien en begint het ene na het andere project. Ondertussen moet je klusjes doen die je haat, maar die noodzakelijk zijn voor je levensonderhoud.

De oplossing voor dit rotgevoel? Zie geldklussen als een noodzakelijk kwaad en doe wat je echt leuk vindt met met echte passie. Op een zeker moment draaien de verhoudingen zich om. Je passie groeit uiteindelijk uit tot iets groots en je kunt er zelfs van gaan leven, waardoor de betaalde klusjes nauwelijks meer nodig zijn. De cash & sextheory noemt Pfauth dat in navolging van zijn held MacLead.

Om dat te bereiken, moet je hard te werken, ambitieus zijn en zo nu en dan een dolle stunt uithalen. In zijn geval leidde dat tot het bezoeken van allerlei afterparty’s, ontmoetingen met eigenaardige bloggers en internationale trips. Hier zijn we bij het rock ’n rollgedeelte van het boek beland. Door op te vallen tussen collegabloggers die er niet zoveel werk van maken, kom je een heel eind, laat Pfauth zien. Als chef internet bij nrc.next heeft hij van bloggen inmiddels ook zijn beroep gemaakt, dus de cash & sextheory heeft zijn uitwerking gehad.

Wat heb jij als creatieveling hier aan? Het boek maakt in ieder geval duidelijk dat stug doorgaan en volhouden iets oplevert als je een duidelijk doel voor ogen hebt. Dat kan bloggen zijn, maar ook iets heel anders.

Daarnaast laat het boek zien dat bloggen grote voordelen heeft voor iedereen die op enige manier bekendheid wil verwerven of iets in de wereld wil zetten. Je krijgt een groep lezers die je slimmer maakt door kritiek en aanvullingen. Door kennis en ervaringen op te schrijven, creëer je een waardevol archief en structureer je je gedachten. Dat lukt je alleen als je je onderwerp echt interessant vindt, want je moet als blogger wel stug volhouden voordat je er wat voor terug krijgt.

Marketinggoeroe en dagelijkse blogger Seth Godin zei eerder dit jaar iets soortgelijks in Antwerpen. Hij vond dat iedereen een blog moet hebben of op een andere manier dagelijks moet schrijven. "The act of writing is what moves things forward", zei hij. Een geweldig inspirerende uitspraak: alleen al door te schrijven verhelder je je gedachten. Door je schrijfwerk ook nog eens te publiceren als blog, verspreid je je verhaal. Anderen kunnen aanhaken, zeker als dat in combinatie met twitter en andere sociale media geschiedt. Zo helpt een blog dingen vooruit in de wereld, of dat nu je creatieve activiteiten zijn, meningen, foto's of wat anders.

Bloggen is een manier tot persoonlijke ontwikkeling en een doeltreffende methode om te inspireren en geïnspireerd te worden. In Sex, Blogs & Rock 'n roll staan smakelijke voorbeelden om dat verder uit te bouwen. Als je daar naar op zoek bent, is Pfauths boek een lekker leesbare introductie. Of begin gewoon meteen met bloggen en lees zijn startgids.

Boek:
Sex, blogs & rock 'n roll, een persoonlijk verhaal over wat bloggen van je vraagt en wat het je brengt door Ernst-Jan Pfauth, uitgever: De Bezige Bij b.v., 2010

Verder lezen:

Leer lenig denken
Ideeën nodig om je creatieve denkvermogen op te rekken? In het boek Lenig denken, technieken voor creatieve denkkracht lees je een groot aantal ideeën en oefeningen, die je op je werk en in je privéleven van pas komen. Bestel het boek direct bij Managementboek.

Mis mijn volgende artikel niet
Sigrid van Iersel is als schrijver en journalist gespecialiseerd in creatief denken en storytelling. Zij helpt bij het verzinnen van meer en betere ideeën en laat in verhalen voelen waarom ze belangrijk zijn.
Gemakkelijk op de hoogte blijven van deze artikelen? Vul dan hier je e-mailadres in en ontvang automatisch een mail bij de publicatie van ieder nieuw artikel.

Share/Save/Bookmark

maandag 13 september 2010

Waarom nieuwsgierigheid veel oplevert

Nieuwsgierigheid geldt lang niet altijd als een aanbeveling. Toch kunnen we niet zonder als we willen ontdekken en creativiteit omarmen. Het boek Nieuwsgierig? van Todd Kashdan toont dat op overtuigende wijze aan.

Bij ons thuis was nieuwsgierigheid vroeger geen gunstige eigenschap. Mensen die het naadje van de kous wilden weten, golden als opdringerig, lastig of bemoeizuchtig. Voor ons kinderen was het belangrijker om netjes te doen wat volwassenen van ons als kinderen vroegen dan allerlei vragen te stellen en daarmee zaken ter discussie te stellen.

Todd Kashdan laat ons in het boek Nieuwsgierig? een geheel andere kant zien van deze eigenschap. Zonder nieuwsgierigheid gaan we risico’s uit de weg, stoppen we met de uitvoering van uitdagende klussen, gaan we geen nieuwe contacten aan met anderen en zijn we niet geïnteresseerd in nieuwe informatie. Zonder nieuwsgierigheid gaan we niet meer op onderzoek uit. Kortom, zonder nieuwsgierigheid komen we niet vooruit.

Om te kunnen groeien en ontdekken is nieuwsgierigheid namelijk voorgeprogrammeerd in onze hersenen. Onze hersenen smachten naar het nieuwe. Want als we in alle hoeken en gaten van nieuwe werelden snuffelen, leren we onvermijdelijk ook iets. Dat is het ultieme doel van ons nieuwsgierigheidsysteem: om onze bestaande kennis en vaardigheden uit te breiden.

Dopamine speelt een centrale rol bij nieuwsgierigheid en onderzoekend gedrag. Zonder deze stof word je een apathische luie voddenbaal, schrijft Kashdan. Met meer dopamine raak je volledig betrokken bij de wereld, zoek je naar nieuwe dingen en vind je die ook.

Kashdan stelt zelfs dat niet geluk, maar nieuwsgierigheid ons blijvende voldoening en bevrediging in het leven geven. Dat betekent dat je niet zou moeten streven naar controle en afronding (en dus het beëindigen van de nieuwsgierigheid), maar naar de onzekerheid van het niet-weten. In plaats van de wereld te verklaren en te controleren, zou je juist de onzekerheid van het onbekende moeten omarmen. Het leven wordt dan een permanente speurtocht vol onbekende verrassingen.

Dat betekent dat je de angst voor onzekerheden opgeeft en openstaat voor toeval en het onbekende. Voor velen van ons houdt dat een hele andere kijk op het leven in. Toch levert het ook veel op, betoogt Kashdan. Als we het onbekende omarmen verandert inderdaad ons perspectief. Daardoor zien we dingen die ons eerst niet opvielen, letterlijk en figuurlijk.

Door open en nieuwsgierig te zijn kun je zelfs de banaalste aspecten van je dagelijkse routines interessanter maken en verbeteren. Dat doe je door je simpelweg door goed te kijken, te luisteren, te voelen en te proeven. Je blijft je verwonderen over alledaagse dingen en naar nieuwe mogelijkheden zoeken om die interessant te maken. Kashdan geeft als voorbeeld een aantal schoonmakers die een spel maken van het schoonmaakwerk, waardoor zij geprikkeld blijven om hun werk te blijven doen.

Nieuwsgierigheid is essentieel als je je creativiteit verder wilt ontwikkelen. Want er ontstaan geen nieuwe ideeën zonder de bereidheid nieuwe gedachtewegen te bewandelen. En het mooiste is dat je nieuwsgierigheid zelf kunt (blijven) ontwikkelen. Allereerst door dit boek te lezen, want het is een absolute aanrader!


Boek: Todd Kashdan, Nieuwsgierig? Spectrum Houten, 2009. Het boek is onder meer verkrijgbaar bij Managementboek.


"De meeste mensen stoppen met zoeken als ze de spreekwoordelijke naald in de hooiberg vinden. Ik ging door om te kijken of er nog meer naalden waren."

- Albert Einstein

Verder lezen:



maandag 24 mei 2010

Drie keer creatiever op je werkplek


Ideeën kun je overal bedenken, ongeacht de plek waar je zit. Maar het helpt wel als je op een goed toegeruste werkplek zit, die je in een creatieve stemming brengt.

De omgeving waar we ons bevinden, is van cruciale invloed op onze stemming. Ga maar na: als in de feestzaal felle lampen branden en er een doordringende schoonmaaklucht hangt, loop je niet meteen met enthousiasme de dansvloer op. Geur, kleur, licht, geluiden en hoe iets voelt bij aanraking bepalen hoe we ons voelen: veilig, opgejaagd, verveeld, ontspannen of energiek. Dat gebeurt op een bewust niveau, maar veel vaker nog onbewust.

Op eenzelfde manier kun je je creativiteit stimuleren via de omgeving waarin je je bevindt, blijkt keer op keer uit wetenschappelijk onderzoek. Dus als je ideeënrijkdom wilt bevorderen, voor jezelf of voor de organisatie waarvoor je actief bent, kun je bij de keuze van je werkplek en de inrichting daar maar beter rekening mee houden.

1. Zorg voor meer denkruimte
De steenrijke oom Dagobert Duck loopt in één van de Donald-Duckstrips door zijn gigantische geldopslaghal te ijsberen om een oplossing te vinden voor een probleem. "Ik heb meer ruimte nodig voor inspiratie!", klaagt hij.
Oom Dagobert heeft gelijk. In een kleine ruimte voel je sneller opgesloten. Lage plafonds ontnemen je de lust om je situatie te willen veranderen. Geen omstandigheden om de hersenen lekker aan het werk te zetten.
Kies liever voor een open ruimte met hoge plafonds, die een meer ontspannen gevoel opleveren. Er ontstaat letterlijk meer denkruimte. Is er geen hoog plafond, dan kun je ook het plafond uitlichten met een lamp, zodat je het ruimtegevoel van een vertrek vergroot.
Hetzelfde ruimtegevoel kun je ook bevorderen met meer uitzicht. Zorg ervoor dat je vanuit je werkplek door het raam naar buiten kunt kijken of zicht hebt op de deur. Dat levert je een gevoel van ‘veilige’ vrijheid op, dat je creativiteit zal bevorderen.

2. Groen moet je doen
Bomen zorgen voor een groter veiligheidsgevoel in een woonwijk. Een groen uitzicht bevordert het herstel van ziekenhuispatiënten. En groen zorgt ook nog eens voor meer ideeën. De Texas A & M University in de Verenigde Staten hield een onderzoek naar de invloed van planten en bloemen op creativiteit op de werkvloer. Bij de (mannelijke) werknemers leverde het plaatsen van planten en bloemen 15 procent meer ideeën op. Uit een ander onderzoek bleek dat kinderen significant meer creatieve spelletjes doen als ze zich bevinden op speelplaatsen met veel groen.
De verklaring hiervoor is vooralsnog speculatief. Onderzoekers denken dat een omgeving met gezonde bomen en planten zorgt voor een oeroude kalmte, omdat het suggereert dat er voldoende voedsel aanwezig is in de naaste omgeving. Dergelijke gevoelens zorgen er kennelijk voor dat mensen behulpzamer, gelukkiger en creatiever worden.
De aanwijzingen voor de invloed van groen op creativiteit zijn echter eenduidig. Dus wil je creatieve gedachten stimuleren en je welbevinden vergroten, zet dan planten en bloemen in je vertrek. En zorg er zo mogelijk voor dat je ramen uitkijken op bomen en gras en niet op beton en stenen.

3. Kunst helpt
Moderne kunst aan de wanden van bestuurskamers of vergaderruimtes brengt mensen in een creatievere gemoedstoestand. Waarschijnlijk is dat het gevolg van visuele conditionering: doordat je kunst associeert met creativiteit, kom je in een bepaalde stemming, die tot meer ideeën leidt.
Psycholoog Jens Förster van de universiteit van Bremen vroeg proefpersonen zoveel mogelijk toepassingen van een baksteen te verzinnen, terwijl ze voor twee moderne kunstwerken zaten, die speciaal voor dit experiment ontworpen waren. Op het ene schilderij waren alle kruisjes donkergroen, op het andere schilderij waren alle kruisjes donkergroen en één geel. Zij die voor het schilderij met de ‘creatieve afwijking’ zaten, verzonnen significant meer toepassingen voor een baksteen.
Dus leef je uit met inspirerende schilderijen aan de wand van je werkplek!

Nog meer ideeën voor een stimulerende werkplek:
Inspiratiebronnen voor dit artikel
De wetenschappelijke onderzoeken waarin ik in dit artikel naar verwijs, staan beschreven in het boek 59 seconden van psycholoog Richard Wiseman. Zijn boek beschrijft talrijke toepassingen van psychologisch onderzoek in het dagelijkse leven. Susanne Piët schrijft behartenswaardige dingen over de invloed van sfeer en stemming in haar boek Moodmanagement.

Richard Wiseman,
59 seconden. Verbeter je leven in minder dan een minuut. A.W. Bruna, 2010.
Susanne Piët, Moodmanagement. Stemming maken, sturen en beheersen, Pearson Education Uitgeverij, 2009

Share/Save/Bookmark


maandag 26 april 2010

Onze denklat moet een stuk hoger

We menen goed te kunnen denken als we logisch kunnen redeneren, analyseren en debatteren. Maar dat is niet genoeg, betoogt Edward de Bono in zijn boek Creatief denken. Er zijn andersoortige ideeën nodig om zaken te verbeteren, te ontwerpen en te vereenvoudigen.

Winkeliers
dachten eens na hoe ze het parkeerprobleem konden oplossen in hun buurt. De parkeerplaatsen waren bedoeld voor de klanten van hun winkels, maar werden steevast bezet door langparkeerders. Hoe konden zij ervoor zorgen dat de klanten voorrang kregen?

Doorgaans lossen we dit soort vraagstukken op met extra regels, controleurs en systemen, in dit geval in de vorm van parkeerautomaten. Voor de hand liggende oplossingen (die - achteraf gezien - uiterst logisch zijn), zien we over het hoofd. Dat ligt aan onze beperkte manier van denken. De Bono’s boek Creatief Denken is te lezen als een lang betoog om ons denkvermogen diepgaand te verbreden en daarvoor ook ons onderwijssysteem grondig aan te passen.


Ontwerp: denk na over wat er kan zijn in de toekomst
Om met het onderwijs te beginnen: De Bono vindt denklessen veel belangrijker dan wiskunde en geschiedenis (ook vakken die mede bedoeld zijn om het denkvermogen van leerlingen te ontwikkelen). Dat betekent zeker niet meer aandacht voor filosofie, logica of kritisch denken. In deze manieren van denken speelt het zoeken naar 'de waarheid' een belangrijke rol. Het gaat over goed of fout, over oordelen en veroordelen. De Bono pleit juist voor training in lateraal denken (zijpaden inslaan) en andere vormen van creatief denken, die nu op scholen nauwelijks aan bod komen

Een van die vormen van creatief denken is ontwerpen, een tegenhanger van het vermogen om te 'oordelen'. Een oordeel gaat over ‘wat is’, op basis van iets in het verleden. Wat we totaal over het hoofd zien in ons onderwijs is de vaardigheid om te ontwerpen: dat wat zou kunnen zijn in de toekomst. Een veel positievere en meer constructieve benadering dan de huidige manier van denken.

Bekijk gegevens op verschillende manieren
Nog een onderbedeelde manier van denken is het bekijken van gegevens op verschillende manieren (perceptueel denken). In het gewone leven is negentig procent van de fouten te wijten aan verkeerde perceptie, niet aan gebrek aan logica, stelt De Bono. Als we het gezichtspunt van de ander zouden begrijpen, smelten veel gewapende conflicten weg als sneeuw voor de zon.
“Normaliter pakken we conflicten aan met oordeel, veroordeling en aanval. Met een nieuwere aanpak proberen we een constructievere benadering te ontwerpen, waarbij we rekening houden met de behoeften, angsten en prognoses van beide partijen.”
- Edward de Bono
Hoe komt het eigenlijk dat wij meestal in beperkende hokjes denken? Dat wijt De Bono aan de GB3 (de Grieke Bende van drie): Socrates, Plato en Aristoteles. Zij ontwierpen 2400 jaar geleden de 'software' voor ons denken van nu. “En ze deden dat uitstekend, waardoor we sindsdien gevangen zitten in dat uitstekende kader”, schrijft hij. "Socrates hield zich vooral bezig met bewijsvoering en vragen, Plato met de waarheid. Aristoteles creëerde kaders, categorieën en de herkenningsidentificatie, waaruit onze hokjeslogica is voortgekomen.”

De Bono roept ons op na te denken over het denkproces zélf en niet alleen maar bezig te zijn met de oplossing van problemen. De gewoonte om ons alleen op problemen te richten, leidt tot stagnatie. Als we ons uitsluitend richten op problemen en tekortkomingen, denken we bovendien niet meer na over zaken die niet als 'probleem' ervaren worden. Zo valt er veel te verbeteren aan democratie, maar je kunt democratie niet een 'probleem' noemen.


Denk na over de uitvoering: hoe maak je een praktische keus?
Tot slot vindt hij dat we ook meer aandacht moeten besteden aan operationeel denken. Hoe maak je een praktische keus? Hoe ontwerp je een strategie? Hoe creëer je nieuwe ideeën? Hoe onderhandel je? De rol van universiteiten moet worden verlegd van leverancier van informatie tot ontwikkelaar van vaardigheden: in informatievergaring en vaardigheden in denken: denken in mogelijkheden, speculeren en verbeelden.

In het boek Creatief denken laat De Bono al deze manieren van denken en bijbehorende technieken (die ook in zijn eerdere boeken aan bod kwamen), nog eens de revue passeren. Helaas is de tekst niet altijd even helder geformuleerd en is de opbouw nogal warrig. De Bono herhaalt enkele malen dezelfde voorbeelden en prijst wel erg vaak de successen aan die hij met zijn technieken heeft bereikt.

Dat neemt niet weg dat De Bono een belangrijke boodschap heeft. Het is hoog tijd om onze manier van denken te verbreden of juist te vereenvoudigen. De Bono had een simpele oplossing voor het parkeerprobleem. Eis gewoon dat bij alle auto's de lichten aan blijven. Reken maar dat de langparkeerders zelf een andere parkeerplek zoeken.

Edward de Bono, Creatief denken. Slimmere technieken om problemen op te lossen. Uitgeverij Business Contact, 2009. Het boek is onder meer verkrijgbaar bij Managementboek.

Verder lezen:

donderdag 8 april 2010

Improviseren kun je leren

Veranderingen vergen improvisatievermogen. Ontwikkeling van dat vermogen gaat gelijk op met durven loslaten en wisselen van perspectief. Het boek Werk in uitvoering van Alieke van der Wijk en Henk van der Steen is daarbij een inspirerende handleiding.

Eén ding weet je zeker in het leven:
een dag loopt altijd anders dan gepland. Ook al heb je nog zo veel werk besteed aan het managen van je agenda en je optimaal voorbereid op alle gebeurtenissen.

Maar ook het werk zelf verandert snel. In veel organisaties begint de volgende reorganisatie als de andere nauwelijks is afgerond. Consumenten zijn kritisch en steeds minder voorspelbaar. Veranderingen zijn daarmee een constante geworden in ons leven.

Wie zich keer op keer stort op een nieuwe methode of handleiding loopt voortdurend achter de feiten aan. Het is verstandiger om te leren veranderen en om te gaan met veranderingen. Om je eigen veranderbekwaamheid op te krikken, moet je zelf het roer in handen nemen, betogen de schrijvers van het boek Werk in Uitvoering. Dat betekent niet steeds een nieuw script leren, maar zélf het script schrijven.

Daarmee zijn we beland bij het improvisatietheater, waar beide auteurs hun wortels hebben. Zij trekken vele mooie parallellen tussen improviseren op het theaterpodium en improviseren op de werkvloer. Gelukkig kun je leren om te improviseren: een kwestie van veel oefenen. Dat doen stand-up-acteurs ook, zodat hun 'gereedschapskist' gevuld is. Het boek biedt daarvoor allerlei aansprekende opdrachten en oefeningen aan.

Zeg 'ja, en....' in plaats van 'ja, maar.....'
De spelregels van het improvisatietheater zijn in hoge mate ook de regels van creativiteitsontwikkeling. De regel ‘Zeg ja, en…’ in plaats van ‘ja, maar…’ zorgt ervoor dat het verhaal op het podium gaande gehouden wordt.

Bij het ontwikkelen van ideeën levert deze spelregel op dat eerst alle mogelijkheden breeduit op tafel komen. Pas in een volgende fase wordt nagedacht over de haalbaarheid daarvan. Mensen die ja zeggen, worden beloond met avontuur. Je doet nieuwe ideeën op, je vindt nieuwe mogelijkheden en je boekt uiteindelijk vooruitgang.

Zoek het gevaar op
Een andere gemeenschappelijke spelregel is de aansporing om het gevaar op te zoeken. Zonder doorbreken van de routine is er geen (theater-)verhaal en ook geen vernieuwing. Als je het gevaar opzoekt, moet je risico’s nemen. Voor veel dingen in deze snel veranderende maatschappij bestaat nog geen script. De regels van het spel moeten gaandeweg worden uitgevonden. Improviseren dus. Wat is in deze onzekere situatie een passende houding of effectief gedrag? Daar kom je alleen maar achter door het te doen. Fouten maken hoort erbij, als je er maar van leert en het een volgende keer anders aanpakt.

Dan is er nog een derde overeenkomst. Zowel bij improvisatie als bij creativiteit draait het om het leggen van nieuwe verbindingen. Creatieve oplossingen zijn in vrijwel alle gevallen nieuwe verbindingen van bestaande zaken. Improviserende acteurs leggen verbindingen tussen iets van hun medespeler of van het publiek. Daar voegen ze zelf iets nieuws aan toe.

Blijf in het hier en nu
Het mooie van improvisatietheater is dat dit allemaal in het hier en nu gebeurt. Ook dat is een interessante les voor mensen of organisaties, die hardnekkig op zoek zijn naar nieuwe ideeën. “De improvisator zoekt niet te hard naar verbindingen, hij víndt ze”, schrijven de auteurs.. “Het gaat om veel dingen uitproberen die achteraf niet blijken te werken, maar die nodig zijn om uiteindelijk uit te komen bij het ene schitterende pareltje dat dé oplossing is.”

Kortom, het draait om loslaten, lef tonen en risico's nemen. Het boek bevat voor professionals een aantal handige tips en eyeopeners. Wie durft te vertrouwen op zijn eigen kracht en improvisatievermogen om met nieuwe onbekende dingen om te gaan, omarmt onzekerheid in plaats van die uit te bannen. Dat is een vaardigheid, die we meer dan ooit hard nodig hebben.

Boek: Werk in uitvoering. Over de kracht van improviseren op de werkvloer door Alieke van der Wijk en Henk van der Steen. Uitgeverij Van Duuren Management, 2009. Het boek is onder andere verkrijgbaar bij Managementboek.

Verder lezen:

Share/Save/Bookmark

maandag 22 maart 2010

Connect! de binnen- en buitenwereld met elkaar

Als organisatie of bedrijf je eigen ideeën bedenken afschermen? Dat is een aanpak, die in rap tempo achterhaald raakt. Steeds meer organisaties ontkomen er niet meer aan om de deuren open te gooien en mensen mee te laten denken. Dat is één van de boodschappen van Menno Lanting in zijn boek Connect!

Tot voor kort ontleenden bedrijven hun bestaansrecht aan het feit dat zij als een van de weinigen iets konden. Coca Cola maken bijvoorbeeld of adviezen geven op het gebied van accountancy. De benodigde receptuur, kennis en visie behielden zij zoveel mogelijk voor zichzelf. Ze bonden hun medewerkers aan vertrouwelijkheid, schermden hun bedrijfsgeheimen af voor pottenkijkers en legden hun innovaties vast in patenten.

Langzaam maar zeker wordt het echter onhoudbaar om ideeën exclusief voor jezelf te houden. Ontwikkelingen in de maatschappij en met name de rol van internet hebben een ongelooflijke hoeveelheid kennis voor iedereen toegankelijk gemaakt. Traditionele manieren van zaken doen en de manieren waarop organisaties innoveren, zijn daardoor volledig op hun kop gezet. Mondige consumenten willen op zijn minst meer betrokken zijn bij de producten die zij kopen. En meestal nog veel meer. “Vooral kennisintensieve bedrijven staan aan de vooravond van zwaar weer”, schrijft Menno Lanting in zijn boek Connect!

Terwijl organisaties de inzet van sociale netwerken eerst nog met argusogen bekeken, ontwikkelen ze zich nu tot een strategische factor voor een gezonde toekomst. Al dan niet gedwongen laten ze eindgebruikers toe tot ideeënvorming voor nieuwe producten of diensten en de verdere ontwikkeling daarvan. Alleen zo kunnen zijn flexibel inspelen op nieuwe ontwikkelingen en de grilligheid van de consument.

Bekende internationale vormen van dergelijke co-creatie zijn de Dell Idea Storm, de LEGO Factory en My Starbucks Idea. Ook overheidsosrganisaties doen mee. De gemeente Den Haag experimenteert met Den Haag in 2020 en de gemeente Smallingerland met Wij bouwen een Wijk.

Durf je als organisatie kwetsbaar op te stellen
Dat is een forse omschakeling, want veel organisaties zijn nog gewend aan eenrichtingscommunicatie. Door de inzet van sociale netwerken en/of communities krijgen ze ineens te maken met mensen die terug praten, stelt Menno Lanting terecht. Veel organisaties vrezen de negatieve buzz die kan ontstaan. Organisaties moeten zich kwetsbaar durven op te stellen en toegeven dat ze niet alles weten. Ze moeten bovendien leren dat netwerken gericht zijn op de behoeften van de deelnemers en niet puur op die van het bedrijf. Zo niet, dan haken consumenten snel af.

Ondertussen raken consumenten door alle contacten en informatie in een razendsnel tempo ‘slim’. Ze prikken steeds meer door branding, marketing en reclame heen. De wereld van homogene consumentenmarkten is voorbij. Consumenten willen niet meer klakkeloos de fabrikant volgen, maar zelf invulling en betekenis geven aan producten en diensten die ze gebruiken. Dat doen ze graag met elkaar.

Stel je als organisatie volgend en faciliterend op
Organisaties zullen daarom in de toekomst niet meer leidend zijn, maar volgend en faciliterend, stelt Lanting. Consumenten en medewerkers eigenen zich de deelname toe aan organisaties en hun activiteiten.
Consumenten van bijvoorbeeld IKEA zullen bijvoorbeeld voor een aanzienlijk deel de strategie van het bedrijf gaan bepalen. Niet als aandeelhouders, maar doordat ze in sociale netwerken de publieke opinie beïnvloeden.

Een onderscheid tussen wat zich binnen een organisatie afspeelt en wat daarbuiten gebeurt, zal daardoor steeds meer verdwijnen. “Nog bestaande barrières onder het mom van vertrouwelijkheid, betrouwbaarheid en veiligheid zullen de komende tijd overwonnen worden. Daarna zullen maatschappelijke en economische ontwikkelingen voor een groot deel buiten de beïnvloedingssfeer van bedrijven afspelen.”

Deel ideeën en breng ideeën samen verder
Het komt dus neer op ideeën delen en samen ideeën verder brengen. Online sociale netwerken ontsluiten kennis van mensen die je niet kent en anders niet zou weten te bereiken, stelt hij. Organisaties gaan samenwerken met nieuwe, niet direct voor de hand liggende partners. Een toekomst met nieuwe perspectieven. "Door informatie weg te geven, creëer je ruimte voor nieuwe informatie", schrijft Lanting. “In een Connected!-organisatie zullen zij die het meest delen en het best samenwerken het best beloond worden.”

Veel organisaties aarzelen nog om ideeën en strategieën te delen met mensen die niet op hun loonlijst staan. Een begrijpelijke reactie, maar uiteindelijk telt het resultaat. Het is zelfs steeds meer de vraag of je nog wel tijd en moeite moet steken in het vastleggen van intellectueel eigendom of andere afschermende constructies. Het kan wel eens belangrijker zijn om te profiteren van de snelheid, flexibiliteit en bereidheid van anderen om met je samen te werken.

Boek: Connect! De impact van sociale netwerken op organisaties en leiderschap door Menno Lanting. Uitgeverij Business Contact, 2010. Het boek is onder meer te koop bij managementboek.


Meer lezen over de totstandkoming van enkele innovatieve producten samen met eindgebruikers:

Share/Save/Bookmark