woensdag 25 februari 2009

Ideeën in de hogedrukpan

Veel besluiten in je leven neem je op basis van intuïtie. Dat blijkt een hele goede manier te zijn om met moeilijke beslissingen om te gaan. Sterker nog, de besluiten lijken aan kwaliteit te winnen als je welbewust besluiten even parkeert - er nog een nachtje over slaapt - en dan pas de knoop doorhakt.

Gevoelsmatig besluiten nemen lijkt gemakkelijk, maar gaat niet vanzelf. Je moet je intuïtie wel voeden. Maar hoe doe je dat dan? Allereerst laat je voor jezelf de diverse meningen of gezichtspunten de revue passeren. Ook de advocaat van de duivel komt aan het woord. Daarbij onderscheid je de diverse belangen. Dat vergt zeer geconcentreerde aandacht: waar gaat het precies om?

Vervolgens zet je het dilemma in de hogedrukpan. Je gaat hardlopen, slapen of iets anders waarbij je hersenen afleiding krijgen. Daarna observeer je jezelf: wat gebeurt er met je? Daarvoor moet je eerlijk zijn en wat lef hebben. Op een gegeven moment weet je het. Dat is een bijzonder moment.

Hetzelfde geldt voor het uitwerken van ideeën. Soms heb je een hele rij mooie plannen, maar ontbreekt er net nog iets dat het geheel bijzonder maakt. Een rode draad of een invalshoek dat het geheel op een hoger plan trekt.

Je intuïtie kan je daarbij te hulp schieten, maar dan moet je jezelf wel de kans geven om ruimte te scheppen in je hoofd. Net als bij het nemen van een moeilijk besluit zet je de ingrediënten op een rijtje. Dat doe je vrij systematisch door diverse gezichtspunten te kiezen. Vervolgens laat je het idee rusten. Maak een boswandeling of ga slapen. De nieuwe gedachte zal je invallen op een moment dat je er niet op bedacht bent.

Meer inspiratie?

zondag 15 februari 2009

Over een maand is het alweer Pi-dag

De Pi-straat in Barcelona

Op Valentijnsdag konden we ons gisteren uitleven met het uitdelen van chocoladeharten, maar dat is nog helemaal niets wat er op 14 maart gaat gebeuren. Tenminste als het aan Hans Wisbrun en enkele andere gedreven wiskundeliefhebbers ligt. Internationaal staat 14 maart (Amerikaanse schrijfwijze: 3/14) bekend als Pi-dag. Wisbrun en de zijnen ijveren ervoor dat Nederland ook het irrationele én magische getal Pi met een speciale dag gaat eren.

Pi-dag is een grapje? Voor Wisbrun niet. Op zijn blog telt hij de dagen tot Pi-dag af. We kunnen gezamenlijk op de foto gaan in de vorm van pi en daarmee een leuke prijs winnen. En we kunnen natuurlijk net als de Amerikanen op 14 maart taart eten (pie in het Engels), luisterend naar Kate Bush die in één nummer op haar CD Aerial een hele reeks cijfers van pi zingt.

Als de commercie over enige jaren zich in navolging van Valentijnsdag ook helemaal over Pi-dag ontfermd heeft, kunnen we elkaar die dag een Happy Pi-day wensen via geinige kaarten of elkaar in leuke Pi-shirts steken. Wisbrun zit in ieder geval vol ideeën. Hij heeft alvast een chocoladeletter ontwikkeld in de vorm van pi, die we elkaar op 14 maart kunnen schenken. Ik ben benieuwd of je in navolging van Valentijn met een chocolade-pi ook de harten van mensen kunt laten smelten.

vrijdag 13 februari 2009

Zoute speculaasjes

Wie een boterham met kaas eet, krijgt één gram zout binnen. En wie een speculaasje naar binnen werkt, krijgt net zoveel zout binnen als bij het eten van een zakje chips. Als je meer dan vijf gram zout per dag binnenkrijgt, is dat zeer ongezond voor je hart.

Jasper en Niels weten deze wetenswaardigheden moeiteloos op te diepen als we aan tafel zitten. Hun kennis hebben ze opgedaan bij het Jeugdjournaal en Kids Week. Wie campagnes wil voeren over gezonde voedingspatronen, moet zich rechtstreeks richten op leerlingen van de basisschool. Ook nu weer zie ik met eigen ogen dat de boodschap over teveel zout in allerlei soorten voorbewerkt eten hard binnenkomt. Vooral over die speculaasjes raken ze niet uitgepraaat.

Er staan vandaag nèt spuugzoute Catalaanse worstjes op het menu, dus dat treft. Ik neem zelf maar een klein stukje, want in mijn mond proeven de worstjes hartiger dan ooit. Maar dáár hebben onze kinderen nou weer geen last van.

vrijdag 6 februari 2009

Verhaallijnen gaat eco


Als je een nieuw bedrijf start, kun je er niet omheen om dat op een duurzame en maatschappelijk verantwoorde manier te doen. Vind ik. Dus gaat ook Verhaallijnen op de eco-toer.

Dat valt niet mee, want groene producten of diensten behoren nog steeds niet tot het standaardpakket. Bij de Kamer van Koophandel, Belastingdienst of boekhouder valt geen woord over duurzaamheid of mvo. De adviezen luiden eerder dat je véél autokilometers moet maken in plaats van het openbaar vervoer te nemen.

Een duurzame bedrijfsvoering is ook al zoiets. Alleen al het aanschaffen van verantwoord kopieerpapier vereist een extra fietsronde, want bij mijn goedgesorteerde kantoorboekhandel hebben ze het papier met het juiste keurmerk niet in de schappen liggen. Gelukkig las ik ook ergens dat je fietskilometers op dezelfde manier als kosten mag inboeken als autokilometers.

Maar rondshoppen wordt beloond. De site Alles duurzaam wijst de weg. En een bijkomend voordeel van mijn kantoor-aan-huis is dat ik nu veel gemakkelijker gebruik kan maken van diensten als de groentetas. Toen ik toch in de Natuurwinkel was, kon ik ook even snuffelen naar lekkere biologische thee. Ik vond Kaneel & Sinaasappel. Dit wordt helemaal leuk!

Peer Gynts verhaal


Ontroering is moeilijk in woorden te vangen. Je hebt er een lange aanloop voor nodig en daarna een zacht kussentje om weer op te landen. Muziek is een veel directere toegang dan taal.

Vanochtend mochten we als ouders komen kijken in de Dr. Anton Philipszaal, waar het Residentieorkest een bewerkte jeugdversie van Peer Gynt uitvoerde. Zij kregen daarbij hulp van een stuk of veertig kinderen, die de achterste rij van het podium vulden. Jasper en zijn klas deden ook mee. Op aanwijzing van een tweede dirigent sloegen zij op slagwerk of rinkelden met tamboerijnen. De muziek van Grieg biedt geweldige mogelijkheden voor dit soort dynamiek, dus dat klonk fantastisch.

De concentratie waarmee de kinderen muziek maakten was al prachtig om te zien, maar de verteller René Groothof zorgde er helemaal voor dat we als toehoorders meegesleept raakten. De sage van de boerenjongen Peer Gynt gaat erover dat je jezelf moet leren kennen, vertelde Groothof aan zijn jonge publiek. Iederéén moet zichzelf leren kennen. Dat betekent dat je moet kiezen. Maar Peer Gynt gaat steeds op de vlucht, totdat het te laat is.

Groothof was niet alleen verteller, maar ook acteur en mimespeler. In de rol van Peer Gynt liet hij zijn breekbare moedertje van louter doeken in zijn armen sterven. En zelfs zong hij met zijn mannenstem de indrukwekkende aria Solveigs Lied. "Ik zou zo wel bij hem op schoot willen kruipen", vertelde een moeder na afloop. "Ik voelde me weer helemaal kind."

Nadat de meespelende kinderen ook nog even in trollen waren veranderd, mochten ze de rest van de voorstelling in de zaal zitten. Peer Gynt is inmiddels in Afrika beland en wil zich tot koning laten kronen. Bij de muziek die dan volgt, doet de hele zaal vol kinderen mee met ritmisch handengeklap, vingergeknip en gestamp. Zelden zo'n indrukwekkend geluid gehoord.

Amper een uur later staan we weer buiten. Vanuit de Noorse berg en de trollengrotten moeten we nu ineens terugkeren op aarde en wennen aan het daglicht. Die landing was best hard. Deze voorstelling had van mij nog heel wat langer mogen duren.

dinsdag 3 februari 2009

Cartoonachtige borden met leraren die eruit zagen als tovenaar Merlijn


Basisscholieren mogen scheikundeproefjes doen op de Open Dag

Lokalen met beslagen ruiten waar leraren je iets proberen bij te brengen, eindeloos lange gangen en een slecht verlichte kantine, die bekend staat als het rokershol. En een fietsenhok, waar leerlingen na het zesde of zevende lesuur massaal hun boekentas onder hun snelbinders leggen. Zo ziet in mijn herinnering een middelbare school eruit.

Logisch dat een school in de loop der tijd van karakter verandert. Maar dat de school zich zou ontpoppen tot een een plek waar je ook je vrije tijd met hart en ziel doorbrengt, had ik nooit kunnen vermoeden. Tijdens de Open Dagen die ik met Jasper bezoek, krijgen we daar een klein voorproefje van. Cabaretvoorstellingen! Een orkest met strijkers en blazers! Een techniekclub die na schooltijd satellietmodellen en robots bouwt! Een Olympiadeteam! Een toneelclub! Reizen naar het goede doel in Afrika! Het kan echt niet op met buitenschoolse activiteiten op hedendaagse scholen.

Nu staken deze scholen ook wel lekker in hun vel. We zagen een aula waar voldoende professionele geluids- en belichtingsapparatuur hing om een gemiddelde toneelvereniging jaloers te maken. We bezochten twee scholen die de status van rijksmonument hadden en inderdaad in prachtige gebouwen huisden. De marmeren vloeren, gangen met gewelven, antieke tegeltjes en het glas-in-lood waren adembenemend. Geweldig om over de binnenplaatsjes te lopen en bij de wenteltrap te zoeken naar geheime torenkamers in dit Zweinsteinachtige gebouw.

Ook het professionele werk van de huisstijlcommissie viel op. De aanduidingen van de lokalen waren uitgevoerd in prachtig vormgegeven typografie. In Zweinstein hingen cartoonachtige borden met leraren, die eruit zagen als tovenaar Merlijn of andere oud-Engelse figuren. Uiteraard waren al die leuke logo's en huiskleuren ook terug te vinden op de boekjes, tassen en gadgets, die de assisterende ouders uitdeelden.

Er werd dus veel werk gemaakt van het binnenhalen van nieuwe aanwas. Maar dat was nog niet alles, want het meest verbazingwekkend waren nog wel de leerlingen! In de speciale uitgave van hun schoolkrant prezen zij hun school aan als de allergezelligste en leukste school van de stad. Ook offerden zij een vrije ochtend of middag op om nieuwkomers rond te leiden door de school. Kennelijk deden zij dat graag, want het enthousiasme spatte er van af.

Zelden heb ik bovendien zulke aardige jongens ontmoet, die buiten in de snijdende wind de bezoekers de weg wezen naar de beste parkeerplaatsen bij de school of het fietsenhok. Zouden ze er extra punten mee verdienen of zijn scholieren tegenwoordig echt zo gemotiveerd?

zondag 1 februari 2009

Het schilderskastje

Toen we elf jaar geleden in ons huis kwamen wonen, was ik van plan om op de zolderverdieping mijn atelier in te richten. Alle schilderspullen, materialen voor collages, klei, de snijmat en de andere spullen uit mijn vorige knutselkamertje hebben we naar boven gesjouwd. Maar de schildersezel heeft al die tijd bovenop een hoge kast gelegen.

Het beoogde atelier heeft de afgelopen jaren dienst gedaan als speelzolder, waar legotreinen en playmobielparadijzen alle ruimte hadden. Nu ik thuis weer een eigen werkplek nodig had, heb ik een deel van de zoldervloer teruggevorderd. Vanaf mijn nieuwe bureau kijk ik nu naar het oude schilderkastje met ecoline, behanglijm en kraaltjes. Ik heb bijzonder veel zin om tussen het schrijven door weer te gaan schilderen. Of om een schetsboek te maken vol illustraties uit het dagelijks leven. Een boek waarin uiteindelijk al mijn eigen verhaallijnen gedroedeld staan.

Een nieuwe ideeënstroom

Een creatief idee dat je uitwerkt tot kunstwerk, dient helemaal te 'kloppen' en doordacht te zijn. Dat leerden we op de opleiding creatieve handvaardigheid die ik ooit gevolgd heb. Dus als we de opdracht kregen om een wulps werkstuk van textiel te maken, dan dienden zowel de stof, de kleuren, de vorm en de uitvoering wulps te zijn.

Voor ons examenwerkstuk kregen we de opdracht om het thema 'De wil om te vliegen' uit te werken tot een sculptuur. Alle keuzes voor de uitwerking van dit thema moesten we uitgebreid beargumenteren. Midden in de nacht schoten me allerlei nieuwe ideeën door het hoofd, waardoor mijn werkstuk almaar uitgebreider werd. Het doorwrochte concept leverde me een hoog cijfer op, ook al was het sculptuur zelf helemaal niet zo spectaculair.

Als 'ideeënmaker' slaagde ik met vlag en wimpel, maar de uitvoering vond ik moeilijker. Zo is het altijd gebleven. Wat ik in mijn hoofd heb, heb ik nog niet in mijn handen. Ik kreeg zelfs in de loop der tijd last van al dat 'hoofdwerk'. Voor mijn geestesoog zag ik geweldige schilderijen, collages en beelden ontstaan, maar anderen hebben daar de afgelopen jaren vrijwel niets van kunnen zien. Als ik al aan de uitvoering begon, verzandde het vaak in prutswerk. Uiteindelijk droogde ook de ideeënstroom op.

Afgelopen najaar ben ik weer gaan schilderen bij Karin Brandt van Atelier Vrij Spel in Delft. Karin pakt het helemaal anders aan met haar cursisten. Ze geeft ons wat ansichtkaarten van kunstwerken of knipsels uit tijdschriften als inspiratiebronnen. Een andere keer mochten we zelf iets moois meebrengen dat we op straat gevonden hadden. Of ze liet ons naar verschillende soorten muziek luisteren.

Van een groot plan is geen sprake, we beginnen gewoon met schilderen of kleien. Zonder op perspectieven, schaduwwerking of zichtlijnen te letten, laat ik mijn handen hun werk doen. Op gevoel kies ik de kleuren en de vormen. Een beetje plakken, kneden en het toeval zijn werk laten doen. Het is een openbaring. Ineens kan ik het weer.